Bach als therapie
Contrapunt – Anna Enquist – Met Ivo Janssen, piano – 8 Cd’s – Rubinstein
Dramatische gebeurtenissen in het leven van een schrijver leveren soms indrukwekkende literatuur op. Hoe afschuwelijk deze gebeurtenissen ook zijn voor de personen zelf en hoe graag je ook wilt dat hun dit bespaard was gebleven, schrijvers moeten ze net als ieder ander verwerken en een plek geven in hun hoofd en in hun leven. Soms kiezen ze ervoor om dat te bereiken door erover te schrijven. De weinig gelukkige jeugd van David Vann leidde al tot drie prachtige boeken, recent koos Isa Hoes er al voor en wie herinnert zich niet Schaduwkind van P.F. Thomèse?
Ook Contrapunt van Anna Enquist valt in die categorie. In augustus 2001 kwam haar dochter Margit om het leven bij een verkeersongeluk. Op de Dam in Amsterdam werd zij op haar fiets overreden door een vrachtauto die geen dodehoekspiegel had. Zij was zevenentwintig jaar. Zeven jaar later nam Enquist die gebeurtenis als uitgangspunt voor haar roman Contrapunt. Daarin probeert een vrouw de dood van haar dochter – beide worden niet bij naam genoemd maar slechts aangeduid als ‘vrouw’, ‘moeder’, ‘meisje’ en ‘dochter’ – te verwerken door de Goldbergvariaties van Johan Sebastiaan Bach in te studeren. Het muziekstuk bestaat uit een aria, gevolgd door dertig variaties, waarna ter afsluiting de aria wordt herhaald. De muziek is complex van structuur, vaak zijn er ingewikkelde vingerzettingen. Het instuderen heeft een duidelijk doel: “Studeren was de enige weg. Op zoek gaan naar het moment dat het werk begon te krimpen, dat de gedetailleerde chaos, de overweldigende véélheid, week voor een ordening. Daarvoor moest je je koppig onderdompelen in de kleinste fragmenten. Een andere weg was er niet.” De chaos bedwingen, dus. De betekenis van alle noten, alle passages en alle variaties doorgronden en die vervolgens inpassen in het grote geheel.
Hoe autobiografisch deze methode is, blijkt uit een interview dat Enquist in 2005 had met Coen Verbraak voor de Volkskrant. Zij zegt daarin: ‘Het verlies van een kind is een enorm identiteitsverlies. Alsof zelfs je moederschap vergeefs is geweest. Ik kon aanvankelijk mijn vak niet meer doen, kon niet meer schrijven. Ik kon helemaal niks meer. Daarom ging ik ook pianospelen. Dat was een identiteit die ik al had voor ik kinderen kreeg. Je bent enorm op zoek naar bezigheden die je identiteit weer kunnen versterken. Juist in dat vak vond ik uiteindelijk weer iets van mezelf terug.’ Enquist is naast schrijfster psychoanalytica van beroep, maar studeerde ook piano en cello aan het conservatorium. Dus vandaar de ‘eerdere identiteit.’
Ik ‘las’ het luisterboek, door Enquist zelf voorgelezen. Dat doet ze heel ingetogen, met die herkenbare doorrookte stem van haar. Het grote pluspunt van het luisterboek boven het papieren boek is dat de complete Goldbergvariaties er ook op staan, gespeeld door Ivo Janssen. Terwijl je de vrouw volgt in haar worsteling met de muziek, bij haar analyses van de betekenis ervan en haar mijmeringen én verrassende ontdekkingen over het privé-leven van Bach hoor je steeds een van de variaties uitgevoerd worden. Dat werkt heel goed, ik had het gevoel dat ik daardoor helemaal in het verhaal werd gezogen. Na afloop heb ik ook nog even het papieren boek doorgebladerd, waarvan de tekst dan ineens wat kaal aandoet.
Tijdens haar muzikale therapie denkt de vrouw voortdurend terug aan allerlei momenten uit het leven van haar dochter. Van het wandelen met de kinderwagen, de eerste schooldag, het meisje spelend met haar broertje tijdens vakanties in de vrije natuur, tot aan haar pogingen om zang te gaan studeren aan het conservatorium, het verlaten van het ouderlijk huis en de dag dat de moeder, op vakantie in Zweden, een telefoontje krijgt met het nieuws van het ongeluk. Die teksten zijn direct, teder, soms ook rauw, maar heel vaak in de beschrijvingen van gelukkige momenten heel poëtisch, doordrenkt met gevoel. Enquist blijft tenslotte – voor mij althans – op de eerste plaats dichter.
Mooie recensie !