‘Beste Paul – Beste John’
Een manier van vriendschap. Brieven 2008-2011 – Paul Auster & J.M. Coetzee – Vertaling Peter Bergsma en Ton Heuvelmans – Cossee – 232 blz.
In februari 2008 ontmoetten J.M. Coetzee en Paul Auster elkaar voor het eerst. Ze kenden elkaars werk, maar hadden nog nooit persoonlijk contact gehad. Het klikte, want kort na die eerste ontmoeting ontving Auster een brief van Coetzee waarin deze hem voorstelde een briefwisseling te beginnen. Auster accepteerde, met als gevolg dat er tussen juli 2008 en augustus 2011 ruim tachtig brieven heen en weer gingen tussen het Australische Adelaide, de woonplaats van Coetzee en New York, waar Auster woont. Een briefwisseling is voor de lezer het meest verrassend wanneer de brieven niet zijn geschreven met het oog op publicatie. Dan is het taalgebruik naturel en schrijft men veelal openhartig.
Ik vermoed dat in dit geval vanaf het begin de mogelijkheid van publicatie niet werd uitgesloten. Je ziet beide auteurs namelijk zorgvuldig formuleren, hun betoog soms als een klein essay opzetten en af en toe zelfs even de stelling van de ander recapituleren – voor het gemak van de lezer – voordat ze er op reageren. Dat resulteert hier en daar in een zekere stroefheid. Maar dit is mijn enige, en tevens voorzichtige, voorbehoud tegen deze bundeling. De inhoud van de brieven, de open manier Auster en Coetzee elkaar bejegenen en de spitsvondigheid waarmee meningen worden gebracht maken het boek een genot om te lezen.
De brieven gaan over een breed scala aan onderwerpen: sport, politiek, schrijven, films, liefde, poëzie, seks, geïnterviewd worden, literaire roem en nog veel meer. Het is mooi om te zien dat beide heren zichzelf blijven. Coetzee is de ietwat koele analyticus – hij schreef in een vorig leven computerprogramma’s – die bij voorkeur een stap terug doet om problemen van afstand en in hun context te kunnen beschouwen. Zijn vergelijking van hoe wij de economische crisis beleven met het beeld van Plato’s grot is daar een verrassend voorbeeld van. Auster is wat emotioneler, denkt associatief en vertelt graag mooie verhalen om zijn argumenten te ondersteunen. Hij wordt dan ineens de schrijver die dat in zijn boeken ook zo graag doet.
Dit verschil in houding komt ook naar voren in zoiets simpels als de manier waarop ze hun brieven schrijven en versturen. Ze beginnen de briefwisseling met brieven, verstuurd per post. Maar omdat die soms vertraagd aankomen stapt Coetzee al snel over op e-mails. Auster daarentegen blijft bij zijn traditionele werkwijze, net zoals hij geen gebruik maakt van een mobiele telefoon en hij zijn laptop, na die korte tijd te hebben gebruikt, aan zijn dochter weggeeft. Hij sleept liever overal een veertig jaar oude, gereviseerde Olivetti typemachine met zich mee. Het tekent deze briefwisseling dan weer dat enkele terloopse opmerkingen hierover uitmonden in een discussie over de gevolgen van de mobiele telefoon voor de romanschrijver en diens personages. Wanneer die personages altijd en overal van alles op de hoogte kunnen zijn beroof je de schrijver van een van zijn beproefde middelen om spanning op te bouwen.
Ik heb mij met deze brieven uitstekend vermaakt. De heren hebben geen vooropgezet plan, hebben geen agenda van onderwerpen opgesteld. Dat leidt tot een prettige vrijblijvendheid, alles wat ‘langskomt’ kan besproken worden. Het is jammer dat ze er in augustus 2011 mee zijn gestopt. Hoewel …. misschien blijkt over twintig jaar dat ze gewoon zijn doorgegaan. Dat deze tachtig brieven slechts een voorproefje waren. Ik hoop het.