De Bijbel als mensenwerk

Het oerboek van de mens – Carel van Schaik en Kai Michel – vertaling: Marten de Vries – Uitgeverij Balans – 448 blz.

Het oerboek van de mens_coverDe Bijbel is al eeuwen het meest gelezen boek (of beter: bibliotheek). De verhalen die dikwijls bol staan van geweld, mensenoffers, seksuele delicten en rampen spreken sterk tot de verbeelding maar zijn tegelijk soms heel moeilijk te begrijpen. Vandaar dat er in de loop van de geschiedenis verschillende interpretaties zijn geformuleerd over deze boeken wat in de meeste gevallen leidde tot onverdraagzaamheid en vervolgingen. Gelukkig zijn de tijden veranderd. In Het oerboek van de mens hanteren de Nederlandse biologische antropoloog Carel van Schaik en Duitse historicus Kai Michel een biologisch-antropologisch perspectief om de Bijbelverhalen te verklaren. Ze maken hierbij gebruik van nieuwe inzichten uit de cognitie- en evolutiewetenschappen.

Centraal in hun betoog is hetgeen door Jared Diamond ‘de grootste fout van de mensheid’ werd genoemd nl. de uitvinding van de landbouw. Honderdduizenden jaren had de mens als jager-verzamelaar rondgezworven in kleine groepen waar iedereen elkaar kende. Voorraden konden niet worden aangelegd. De mens moest investeren in sociale relaties zodat ze in noodsituaties op basis van wederzijdse hulp konden overleven. Door de ontwikkeling van de landbouw vestigde de mens zich op vaste woonplaatsen wat leidde tot een ongekend succesverhaal. Maar de medaille had ook een keerzijde: ziektes zoals pest, pokken, cariës en mazelen teisterden de mensheid. Het ontstaan van bezit leidde tot onrechtvaardigheid en onderdrukking: de mens werd als het ware verdreven uit een paradijselijk bestaan. De aard van de menselijke samenleving veranderde radicaal en dit op twee belangrijke vlakken: het leidde tot het ontstaan (en bescherming) van privébezit en de onderdrukking van de vrouw. Als we bijvoorbeeld kijken naar het Genesisverhaal dan levert een antropologische redenering een antwoord op de vraag waarom Adam en Eva zo zwaar werden gestraft voor het eten van een vrucht. Toen de mens rondzwierf, had iedereen in een groep jager-verzamelaars dezelfde gebruiksrechten. Wie een vrucht wilde eten, plukte die gewoon uit een boom. Maar toen de mens zich settelde, kon je niet zomaar iets nemen van een ander. Het verzamelen van vruchten was niet alleen verboden: het werd zelfs een misdaad.

De Bijbelauteurs verpakten zo al de immense problemen waarmee de Homo sapiens na zijn bestaan als jager-verzamelaar mee werd geconfronteerd. Maar er is meer. De geesten die tot dan toe verantwoordelijk waren als er problemen kwamen of iemand ziek viel, werden nu goden. Deze konden zware straffen zoals infectieziekten over de mensheid laten neerdalen waarbij in de eerste gemeenschappen mensen bij bosjes stierven. De ziektes doken vaak op in de context van seksualiteit, hygiëne en eetgewoonten. De Thora zit dan ook vol met wetten over deze aspecten. Bepaalde van deze maatregelen waren zeer succesvol: ze hielpen inderdaad ziektes voorkomen. Bovendien versterkte de strikte naleving van de regels de samenhang in de samenleving. Door het zondvloedverhaal wordt God zelfs berekenbaar. Waar hij tot dan toe eigenmachtig zijn toorn vrij spel had gegeven, sluit hij na de zondvloed een verdrag met de mens. Nooit meer zal er nog een zondvloed komen. God is een betrouwbare verdragspartner geworden.

Jahwe was voor het oude Israël de belichaming van het kwaad maar als heuristisch middel stelde Hij tegelijk een matrix ter beschikking om het volk te helpen hoe ze ‘zwaard, honger en pest’ konden ontlopen. Uit deze ordening voortgekomen wetten verleende Hij het noodzakelijke gezag. Bij elke catastrofe moesten de Israëlieten een reden vinden waarom God zo woedend had gereageerd. En omdat God nu eenmaal over precies dezelfde dingen boos werd als de mensen, was zijn goddelijke moraal een projectie van de menselijke moraal. De moraal werd onderdeel van Jahwes competentie en werd zo onttrokken aan een aardse grip: voortaan gold ze voor iedereen, ook voor de aardse machthebbers.

De auteurs hebben zich in dit boek vooral gericht op het Oude Testament. Na Genesis komen respectievelijk de andere boeken van de Thora aan bod, vervolgens de Profeten (boeken Jozua, Richteren, Koningen) en de Geschriften (de Psalmen, het boek Job en Daniël). De auteurs tonen omstandig aan hoe God evolueert doorheen de verschillende Bijbelverhalen. We zien in de laatste boeken van het Oude Testament het idee opduiken dat God na de dood over het gedrag van mensen zal oordelen. In het Nieuwe Testament wordt dit idee verder ontwikkeld. Het Christendom maakt uit de opties die het Jodendom openliet één keuze: het laatste oordeel.

De agnostische auteurs hebben met dit werk een overtuigend betoog geschreven vanuit hun eigen perspectief en dit voor een breed publiek. Op respectvolle manier tonen ze aan dat de Bijbel niet Gods woord is maar een verzameling van pogingen van de mens om een verklaring te zoeken voor de problemen en beproevingen van het bestaan.

Kris Muylle

Andere recensies

Hutten bouwen – Sonja Schulte – Uitgeverij Passage – 198 blz. In dit boek gaat de lezer met de auteur mee op vier verschillende reizen: Naar de bossen van Vlieland, Dartmoor, Engeland, Cesky Raj in Tsjechie en de Eifel. In de eerste reis zien...
Lees verder Categorie: Verhalenbundel
| Reageer!
Harde handen – Caja Cazemier – Ploegsma – 208 blz. Wanneer hondje Wapper ineens keihard begint te janken, weet Moxie (13 jaar) al hoe laat het is. Haar vader heeft weer eens een slechte dag. Dat betekent dat niet alleen haar hond gevaar loopt,...
Lees verder Categorie: Jeugdboeken
| Reageer!
Hans en Grietje – Bethan Woollvin – Hoogland & Van Klaveren – 32 blz. Dit is niet een sprookje zoals wij het kennen, maar een “andersom” sprookje. Alles wat je bedenkt gaat anders dan hoe het sprookje in onze gedachten en geheugen zit. Het...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!