De hersenkronkels achter overspel
Huid en Haar β Arnon Grunberg β Nijgh & Van Ditmar β 523 blz.
Liefde en overspel gaan hand in hand in Arnong Grunbergs roman Huid en Haar. De hoofdpersonen zijn ogenschijnlijk normale mensen, maar raken langzaam verstrikt in een aantal ingewikkelde driehoeksverhoudingen. We hebben Roland Oberstein, docent economie en academicus. Zijn vriendin Violet die damestassen ontwerpt is ook een belangrijke persoon. Om de driehoek compleet te maken is er de Amerikaanse Lea, gefascineerd door de Holocaust, en Rolands ex-vrouw Sylvie die met haar zoon in Nederland woont.
Grunberg duikt diep in de hoofden van de karakters en laat zien wat er in hen omgaat. Aan de ene kant worden alle karakters zo zorgvuldig tot personen uitgewerkt. Aan de andere hand neem je als lezer een beetje afstand. Sommige hersenkronkels zijn behoorlijk bizar, dus het is moeilijk om je echt met de karakters te identificeren.
βZo zag het geluk eruit, had Roland Oberstein geconcludeerd, maar dus ook het einde ervan. Hij was een man geworden die op het punt stond zijn familie in te ruilen voor ambities, en het was niet zo dat die ruil hem βs nachts uit zijn slaap hield. Hij werd niet badend in het zweet wakker met de gedachte βwat heb ik gedaan?ββ het leek hem al met al een verstandige en verantwoorde ruil.β
Doordat het grootste deel van het verhaal zich bovendien in de hoofden van de karakters afspeelt, gebeuren er eigenlijk weinig dingen. Soms zou een goed gesprek tussen de karakters meer oplossen dan nog een kijkje in het hoofd. Het verhaal dat Grunberg uiteindelijk vertelt, is echter de moeite waard. Met een vrij cynische blik neemt hij de academische wereld op de hak in een zakelijke schrijfstijl.
ββEn verder is het in Leiden allemaal heel gemoedelijk en vriendelijk. Anders dan in Rotterdam. Daar heb jij toch ook een tijdje gezeten? Ik heb daar eens een verhaal gehoord over een hoogleraar die het niet kon vinden met een docent. Op een dag kwam die docent terug van vakantie en kon hij zijn kamer niet meer in. (β¦) Toen heeft hij een tijdje op de gang verder gewerkt. Schijnt een moeilijke man te zijn geweest, die docent. Onprettig in de omgang. Zelfingenomen.β βIk ken het verhaalβ, zegt Oberstein. βDie docent ben ik.ββ
Hoewel het verhaal interessant is, vervalt het aan het einde een beetje in herhaling. Grunberg haalt niet het niveau van zijn roman Tirza, daarvoor missen de karakters menselijkheid en het verhaal een doel. Toch is het boek zeker waard om gelezen te worden. Absurde situaties, excentrieke karakters en de mens Γ‘ la Grunberg. Geen slechte combinatie.
Li-Anne Krol