Drie maal Willem en meer

Oranje in revolutie & oorlog, een Europese geschiedenis, 1772-1890 – Jeroen Koch – Boom – 499 blz.

Er waren eens drie koningen (de Willem’s I, II en III) van wie het levensverhaal elk in een apart boek verscheen: de Koningsbiografieën, geschreven door Jeroen Koch, Jeroen van Zanten en Dik van der Meulen. Stuk voor stuk lijvige boekwerken met een schat aan informatie en afbeeldingen, in 2013 (200 jaar Oranje) uitgegeven door Boom en nog verkrijgbaar. Naast de vanzelfsprekende belangstelling in ons land, bleek er ook veel interesse in het buitenland te zijn. Bij Joost Dankers ontstond toen het idee de drie boeken zodanig te comprimeren dat er één boek van gemaakt kon worden. Het wordt natuurlijk vertaald (Frans, Duits, Engels). Boom vond de gecomprimeerde uitgave ook in het Nederlands beschikbaar moest zijn. Jeroen Koch deed de bewerking in samenspraak met de overige auteurs en Joost Dankers (coördinator contractonderzoek van de Utrechtse Faculteit Geesteswetenschappen), die ook de drie afzonderlijke biografieën begeleidde. Dit betekende dat er diverse verbindingsteksten aan de samenvattingen moesten worden toegevoegd. Het lijkt er dus op, dat lezers (bezitters) van de drie dit boek niet hoeven te lezen. Het tegendeel is waar en ik spreek uit eigen ervaring! In de inleiding schrijft Koch dat er aanzienlijke verschillen zijn te constateren, ook veroorzaakt door voortschrijdend inzicht.

De thema’s van de koningsbiografieën komen in dit boek terug: “het persoonlijk leven van de vorst, de internationale context, de ontwikkeling van de Oranjemonarchie binnen het Nederlandse staatsbestel de beeldvorming rondom de koning en de regeringsdaden van de vorst”. De verhouding is wat verschoven naar de lotgevallen van het Koningshuis van Oranje. Daarbij krijgen de ontwikkelingen in Europa structurele aandacht in verband met hun betekenis voor Oranje en Nederland. Twee geheel nieuwe paragrafen doen hun intrede: “Vorstentrouw: het Belgische orangisme” en “Koloniale reputaties: Oost & West”. De epiloog bevat vergelijkingen tussen de vorsten waarbij ook het begin van de regeringsperiode van Wilhelmina tot 1918 is betrokken.

Willem I
Prins Willem Frederik leefde lange tijd in ballingschap en het is nooit bij hem opgekomen ooit nog te regeren, niet als stadhouder, laat staan als koning. Toch werd die onmogelijkheid nog realiteit. Na de nederlaag van Napoleon riep Gijsbert Karel van Hogendorp bij proclamatie op 17 november 1813 een vrije Nederlandse staat uit. Hij nodigde Willem Frederik uit “Soeverein Vorst” te worden en terug te keren naar Nederlandse bodem.
Dit gebeurde alleen maar onder goedkeuring van Engeland en Pruisen. Het duurde tot 1815 voordat hij zich uitriep tot koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en hertog van Luxemburg (16 maart 1815). Hij werd in Brussel als Koning ingehuldigd (21 september 1815). De formele Europese erkenning volgde in hetzelfde jaar door het Weense Congres. Het nieuwe koninkrijk werd een buffer voor Engeland en Frankrijk. Onder zijn bewind scheidde België zich in 1830 van het koninkrijk af. Toen Willem eindelijk de afscheiding erkende was er een nieuwe grondwet nodig. Daarin werd de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers opgenomen. Deze inperking van zijn macht was teveel voor hem en hij trad af.

Willem II
Guillot (zijn roepnaam) was voor zijn aantreden als koning een ‘génie de la guerre’ (uitspraak van Napoleon). Hij hield in 1815 (in het leger van Wellington) de Franse overmacht bij Quatre-Bras tegen en had een belangrijk aandeel in de slag bij Waterloo. Zijn daden zorgden voor een rehabilitatie van het verloren aanzien der Oranjes. Onder zijn bewind komt de nieuwe grondwet van Thorbecke tot stand met de aanvaarding van de ministeriële verantwoordelijkheid. Zijn regeringsperiode duurde niet lang. Hij was al enige tijd ziek en overleed in 1849 aan een heftige aanval van kortademigheid.

Willem III
Kreeg de niet erg flatteuze bijnaam Koning Gorilla. Hij was een opvliegend en wispelturige man, met slechte momenten en zeer genereuze. Aanvankelijk weigerde hij de nieuwe grondwet te accepteren en dus ook afstand te doen van de troon, maar hij kwam daar op terug. Een aantal malen traden ministers of het hele kabinet af wegens weigeringen van de koning zoals bij de scheiding van kerk en staat en de spoorwegwet. Toch heeft hij het nodige bijgedragen aan de modernisering van Nederland. Na zijn regering raakte het koninkrijk Luxemburg verloren, omdat het erfrecht bepaalde dat alleen een mannelijke telg het kon erven.

Het Belgische orangisme
Na de Belgische opstand van 1830, duurde het tot 1839 voordat Willem I het scheidingsverdrag tekende. Intussen bleef het Nederlandse leger paraat, zonder twijfel met het doel de scheiding teniet te doen. Oranjegezinden in België bleven Nederland van informatie voorzien. Het nieuwe België was nog niet stabiel en er braken geregeld opstanden uit, zoals in 1831 en 1834. Ook zorgde twijfel aan de legitimiteit van Leopold voor prestigevermindering in Europese context. Van Willem II wordt gezegd dat hij plannen had de eenheid te herstellen. Behoudens enkele speldenprikken is er niet opzienbarends meer gebeurd.

Koloniale reputaties
In de tijd die dit boek omspant vinden o.a. de Java-oorlog (1825-30) en de Atjeh-oorlog (1873-1914) plaats. Het koninkrijk is uiteindelijk wereldwijd de derde koloniale macht. Dat de Nederlanders zich in Indië niet erg netjes gedroegen is uit diverse onderzoeken wel gebleken. Multatuli draagt het boek Max Havelaar op aan Willem III en doet hem de oproep te stoppen met mishandeling en uitbuiting. Hij krijgt geen reactie!

De gehele periode tot aan de Eerste Wereldoorlog staat in het teken van de angst van koningen voor eenzelfde lot als Lodewijk XVI, die immers eindigde onder de guillotine. Een andere lijn is die van “natie voor de koning” naar “koning voor de natie”, van verlicht despoot naar burgerkoning. De tijden veranderden en de koningen moesten mee veranderen, vaak tegen hun zin. Het Huis van Oranje (Nederlandse geschiedenis) wordt neerzet tegen de achtergrond van de Europese historische situatie. Oranje is immers familiaal gekoppeld aan vele koningshuizen: Engeland, Pruisen, Rusland en Württemberg. Koch gaat geen oordelen uit de weg en zijn commentaar is soms behoorlijk pittig. Aan de andere kant zijn z’n vermakelijke anekdotes een plezierige afwisseling van de wetenschappelijke verhandelingen. Het boek is majestueus door Boom vormgegeven met prachtige illustraties, notenapparaat, literatuur, register en zelfs een leeslint. Bravo!!!

Kees de Kievid

Andere recensies

Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Zo voelt het om een vogel te zijn – Tim Birkhead – Illustraties: Catherine Rayner – Vertaling: Steven Blaas – Lemniscaat – 48 blz. Informatieve boeken zijn bijna nooit heel geschikt om voor te lezen. Zo voelt het om een vogel te zijn is...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Non-fictie
| Reageer!