Een bijzondere leeservaring
Het levende hoofd – Els Pelgrom – illustraties Sylvia Weve – Luitingh-Sijthoff – 196 blz.
Maar liefst drie keer won kinderboekenschrijfster Els Pelgrom (1934) een Gouden Griffel. De eerst keer was dat in 1978 voor De kinderen van het Achtste Woud, een op haar eigen ervaringen gebaseerd verhaal over het dagelijks leven van onderduikers in de Tweede Wereldoorlog. De tweede Gouden Griffel ontving ze in 1985 voor Kleine Sofie en Lange Wapper, over een doodziek meisje dat wil weten ‘Wat Er In Het Leven Te Koop Is’. En de derde was in 1990 voor De eikelvreters, waaraan jeugdherinneringen van Pelgroms Spaanse echtgenoot ten grondslag liggen. Daarnaast waren er nog enkele Zilveren Griffels en, last but not least, werd haar hele oeuvre in 1994 bekroond met de Theo Thijssenprijs. Kortom, Els Pelgrom is met recht een gelauwerd auteur te noemen. Reikhalzend werd dan ook uitgekeken naar Het levende hoofd, dat ruim tien jaar na haar vorige jeugdboek verscheen.
Bij het openslaan van het boek, wordt de lezer gewaarschuwd: ‘Wie alles wil weten, van de hoed en de rand, wordt ten sterkste aangeraden om dit verhaal niet te lezen.’ Of het advies veel lezers zal afschrikken, is zeer de vraag. Eerder wordt de aandacht er juist door geprikkeld. Daarbij is de waarschuwing echter ook een stimulans om met een open, onbevangen leeshouding de bladzijde om te slaan en als het ware op te gaan in een verhaal waarin fantasie de boventoon voert.
Het verhaal gaat over een kaal hoofd dat zijn dagen doorbrengt op een bed, een gekko die wensen in vervulling kan laten gaan en een liefdevolle oma. Na de geboorte van het hoofd – vele jaren geleden – is zijn moeder er van schrik meteen vandoor gegaan en heeft nooit meer iets van zich laten horen. Oma Alsinha heeft sindsdien voor het hoofd gezorgd. Ze heeft het hoofd leren lezen en zelfs bladzijden omslaan, en vaak praten ze over wat ze hebben gelezen. Angstvallig heeft ze het hoofd al die jaren voor de wereld verborgen gehouden, want ze heeft geen zin in geleerden en mensen van de pers die naar het hoofd komen kijken.
Op een dag droomt het hoofd over een man op een paard met zwarte haren en drie veren erin gestoken. Wat zou het hoofd dat ook een graag willen hebben! De gekko, die in de slaapkamer aanwezig is, biedt aan haren voor het hoofd te wensen. Als die wens in vervulling is gegaan, is het hoofd blij. Toch is het niet tevreden. Het hoofd wil ook benen en daarna zelfs armen. Wat onwillig laat de gekko ook die wensen in vervulling gaan, hij is bang dat er voor hemzelf geen wensen overblijven.
Voorzien van stakerige benen en armen – als in een kindertekening – besluit het hoofd door het raam naar buiten te klimmen. Het wil de wereld verkennen, ontdekken waarover het heeft gelezen in boeken en tijdschriften. De gekko ziet niets in dit plan, maar het hoofd is vastbesloten. Als Witteveer en Gekko, de namen die ze elkaar geven, gaan ze op stap. Witteveer is een en al verwondering over alles wat hij ziet, waarbij Gekko commentaar geeft.
Ondertussen is Gekko ook zeer bezorgd over wat zijn nieuwe vriend kan overkomen. Hij ziet nogal wat beren op de weg. Dat die bezorgdheid terecht is, blijkt al gauw wanneer ze twee jonge meisjes tegenkomen, die gillend van schrik weglopen wanneer ze Witteveer zien. Maar dat is nog helemaal niks vergeleken bij alles wat Witteveer overkomt nadat hij op een begraafplaats een professor heeft ontmoet. Deze ogenschijnlijk aardige man neemt hem mee naar de universiteit. Hij wil daar Witteveer als lesmateriaal gebruiken in de collegezaal. Er volgt dan een stroom van hilarische gebeurtenissen, waarbij Gekko steeds moet ingrijpen om Witteveer uit handen te houden van geleerden, studenten, artsen en politiemensen, die allemaal iets van hem willen.
Inmiddels heeft Alsinha ontdekt dat het hoofd, waar ze zoveel van houdt, weg is. Ze staat voor een groot raadsel. Hoe dat heeft kunnen gebeuren? Is het hoofd ontvoerd? Ze is echter niet iemand die bij de pakken neer gaat zitten. Ze gaat op stap om het hoofd te zoeken.
Net als Witteveer in een ambulance ligt om naar het ziekenhuis te worden vervoerd, arriveert Alsinha. Gekko helpt haar instappen zodat ze als familielid mee kan. In de ambulance hoort ze wat er met het hoofd alias Witteveer is gebeurd. Alsinha voelt niks voor al die wetenschappelijke belangstelling voor Witteveer. Gekko wenst daarom een lichaam voor Witteveer, zodat hij er min of meer normaal uitziet.
De combinatie van zijn donkere hoofd en witte lichaam blijft echter verbazing wekken, maar meer nog de antwoorden die Witteveer geeft op de vragen die hem in het ziekenhuis worden gesteld door artsen en de gearriveerde politieagenten. Het gevaar is dan ook zeker niet geweken. Om in veiligheid te komen moet Gekko rigoureus ingrijpen.
Steeds duidelijker wordt dat Witteveer nooit en te nimmer met rust gelaten zal worden. Hij lijkt dat zelf ook te beseffen. Hij voelt zich een ‘mislukt mens’. Nog één keer vraagt hij Gekko dan om een wens in vervulling te laten gaan.
Het levende hoofd biedt een bijzondere leeservaring aan lezers vanaf ongeveer twaalf jaar. Het verhaal zit ingenieus in elkaar en wordt in een beeldende taal verteld. Hoe bizar de gebeurtenissen ook zijn, het kost geen moeite om mee te leven met Witteveer, Gekko en Alsinha en met hun blik naar de wereld te kijken. Een wereld die kan verwonderen, maar ook boosaardig kan zijn. Een wereld waarin vaak sprake is van een ongebreidelde nieuwsgierigheid en bemoeizucht ten opzichte van alles wat afwijkt van de norm. Om dát te kunnen laten zien – ervaren is een beter woord – zonder een moraliserend vingertje op te steken, tekent het enorme vakmanschap van Els Pelgrom.
Het prachtig uitgegeven boek – gedrukt op mooi papier en met een ruime bladspiegel – is voorzien van krachtige paginagrote illustraties van de eveneens veel bekroonde Sylvia Weve. Prikkelende illustraties die de wereld zoals Witteveer, Gekko en Alsinha die ervaren, op een sterk uitvergrote manier laten zien.
Boek bestellen!