Een gehandicapt broertje kan best lastig zijn

Hero, de superhelden hulphond – serie De Dierenridders – Iris Boter – Illustraties Mark Janssen – Van Holkema & Warendorf – 62 blz.

HeroZe haalt diep adem en dan zegt ze: ‘Hij is weggelopen.’
‘Hoe kan dat?’ Mama’s gezicht verandert in één seconde van vrolijk naar bezorgd.
‘Ik ging ‘m uitlaten, want jij was weg en elke dag moet hetzelfde zijn voor hem. Ik kreeg hem niet in dat hesje en toen was er vuurwerk en toen was hij weg.’

Een kind dat een gehandicapt broertje of zusje heeft, ervaart wel eens dat het minder aandacht krijgt dan de ander. Vaak is dat niet het geval en krijgt het gehandicapte kind slechts andere aandacht.

Victor, het broertje van Zoë, krijgt een hond. Een hond waar Zoë zich ontzettend op verheugt, maar wat een teleurstelling wordt. Ze mag hem zelfs niet uitlaten!
Hero is een hulphond. Hij moet er onder andere voor zorgen dat Victor minder last heeft van woedeaanvallen en hem helpen bij andere dagelijkse dingen. Hero mag niet afgeleid worden van de dingen die hij voor Victor moet doen en daarom mag Zoë geen leuke dingen met hem doen.

Zoë heeft met haar vrienden een geheime club; De Dierenridders. Ze willen dieren in nood gaan redden en vermiste dieren opsporen. Als Hero, door een stomme fout van Zoë, zoekraakt, komt de club in actie. Ze zetten alles op alles om Victors hond te vinden. Hero wordt op een hele bijzondere plek teruggevonden. Hij blijkt een echte superhelden hulphond te zijn! Een mooi contrast tussen de kinderen die met hun club graag helden willen zijn en een hond die het uit gewoonte is.

In dit spannende verhaal vol vriendschap en actie worden op luchtige wijze twee thema’s behandeld; de hulphond en het hebben van een gehandicapte broer of zus. Een hulphond heeft structuur nodig en mag niet teveel afleiding hebben. Alleen dan kan hij zijn taken voor de gehandicapte goed vervullen. Zoë weet dat, maar met hem spelen is heel verleidelijk… Wat heeft Zoë nou aan een hond waar ze niks mee mag doen?

De hond is er niet voor Zoë, maar voor haar broertje Victor. Terwijl zij ook heel graag een hondje wil, krijgt hij hem wel en zij niet. Zo verweeft Iris Boter de verschillen in aandacht tussen een ‘gewoon’ en een gehandicapt kindje door het verhaal. En het dilemma dat gevoel heeft, want Zoë weet heus wel waarom Victor een hond nodig heeft, maar is ook stiekem jaloers. De schrijfster weet deze gevoelens van Zoë prima over te brengen, evenals de vriendschap van de leden van De Dierenridders en de angst van allen dat Hero niet teruggevonden zal worden.

Het is veelbelovend voor de volgende delen uit de nieuwe serie De Dierenridders. Boter heeft de lat hoog gelegd voor zichzelf.

Heerlijk boek voor kinderen vanaf 7 jaar, om voor te lezen of zelf te lezen.

Nelly Hofman

Andere recensies

Anaximander en de geboorte van het wetenschappelijk denken – Carlo Rovelli – vertaling: Sonja Matthews – Uitgeverij Nieuwezijds – 224 blz. Wie is de grootste wetenschapper aller tijden? Einstein, Darwin, Newton? Vergeet het maar volgens de Italiaanse natuurkundige Carlo Rovelli (1956). Die eer komt...
Lees verder Categorie: Filosofie, Non-fictie, Wetenschap
| Reageer!
De Camino – Anya Niewierra – Luitingh – Sijthoff – 375 blz. Lotte en Marjo, twee Nederlandse vriendinnen, ontmoeten op hun vakantie in Duitsland twee mannen, op wie ze verliefd worden. Lotte op Emil Jukić, een Bosnisch – Kroatische oorlogsvluchteling en Marjo op Paul...
Lees verder Categorie: Roman, Thrillers & Spanning
| Reageer!
Luuk en Lotje – Het is winter – Ruth Wielockx – Clavis – 32 blz. Het is zo fijn dat er geweldige prentenboeken zijn voor de jongere doelgroep. Dit is er zo eentje. Terwijl ik dit aan het schrijven ben, is het op verschillende...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!