Hemelse gids over de maan
Gids voor de maan – Peter Barthel en Klaas van Berkel – Noordboek – 223 blz.
Op zo’n 400.000 km draait onze maan elke nacht in een andere gedaante om de aarde. Een ruwe steenklomp die ons verrassend nabij is. De zon is verzengend maar onze vertrouwde maan laat ons toe naar haar te kijken: mooi, lieflijk, sereen en ook wat geheimzinnig. Geen wonder dat oude beschavingen de maan als vrouwelijk bestempelden. De maan mag toch veraf lijken, haar invloed op de aarde en de mens is er wel. We kunnen dankzij de maan genieten van het ritme van de getijden. Onze kalender is gebaseerd op haar regelmatige bewegingen en in veel culturen speelt ze een belangrijke rol. Meer dan tijd om onze trouwe metgezel beter te leren kennen met deze Gids voor de maan.
Wie kan de twee aspecten van de maan – de wetenschappelijke en de culturele – beter belichten dan een astrofysicus en een hoogleraar wetenschaps- en cultuurgeschiedenis? Peter Barthel en Klaas van Berkel, beiden verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen kropen in hun pen om het Artemisprogramma van de NASA te kaderen, dat mensen terug naar de maan wil sturen. Al gauw bleek dat er over de maan zoveel te vertellen valt, dat ze besloten het voorvoegsel ‘Reis’ in hun initiële Reisgids voor de maan te laten vallen.
In een fraai vormgegeven boek dat rijk is aan schema’s, tekeningen en foto’s laten beide auteurs op een onderhoudende en overzichtelijke wijze de lezer kennismaken met diverse aspecten van de maan, zowel als object van kennis als van verbeelding. Ze hadden hierbij niet de ambitie om volledig te zijn. Toch vult het boek een leemte op de markt, omdat heel wat boeken over de maan Engelstalig zijn of louter het astronomische verhaal vertellen.
Wetenschap en cultuur in harmonie
Barthel en van Berkel hebben hun boek ingedeeld in vijf delen met telkens een korte inleiding. Ieder deel bestaat uit vier tot zeven hoofdstukken. Negenentwintig hoofdstukken in totaal en dat is geen toeval: een maancyclus bedraagt ongeveer 29 dagen. Eerst beginnen ze met wat elementaire kennis. De fasen van de maan komen aan bod net als andere aspecten zoals de verduisteringen en de getijdenwerking. In het tweede deel wordt vervolgens uiteengezet hoe geleidelijk aan door observaties – eerst met het blote oog, later met telescopen – het maanoppervlak in kaart werd gebracht. De eerste die een gedetailleerde kaart heeft gemaakt én gepubliceerd was de Nederlandse, in Brussel werkzame astronoom Michael Florent van Langren (Langrenus) in 1645. Aan hem komt de eer toe de donkere plekken op de maan te hebben aangeduid met ‘zee’ of ‘oceaan’. In het daarop volgende deel volgt een overzicht van de culturele betekenis van de maan in de religie en de kunsten. Het vierde deel focust op de verworven kennis over de maan uit het recente verleden en op de manen bij andere planeten van ons zonnestelsel. De auteurs staan in dit deel bijvoorbeeld stil bij de drie theorieën over het ontstaan van onze maan. Het laatste deel ten slotte gaat over reizen naar de maan en de redenen hiervoor. Achter in het boek vinden we nog een lijst met noten, leestips (zowel websites als literatuur), een lijst van illustraties en een namenindex.
Gids voor de maan biedt een inspirerende en toegankelijke kennismaking met de fascinerende wereld van onze natuurlijke satelliet. Kennis wordt afgewisseld met anekdotes en interessante weetjes. Het boek slaagt erin om complexe wetenschappelijke inzichten en rijke culturele verhalen op een aangename en begrijpelijke manier te presenteren. Het boek is een absolute aanrader voor zowel de nieuwsgierige leek als de doorgewinterde liefhebber van onze aardse begeleider.
Kris Muylle
Boek bestellen!