Het jubileumboek van Bart Chabot
Zestig – Bart Chabot – De Bezige Bij – 355 blz.
Het is hem niet aan te zien, maar Bart Chabot is zestig jaar geworden (26 september 1954). Reden voor een feestje en een jubileumboek. Materiaal genoeg zal de Haagse dichter zijn uitgever voorgehouden hebben. Want wanneer deze markante persoonlijkheid net zo snel schrijft als hij spreekt moest er stof voldoende zijn. De meeste Nederlanders kennen Bart Chabot echter van zijn televisieoptredens bij Pauw& Witteman ( nu Pauw), De Wereld draait door en Het groot Nederlands dictee. Voor dit laatste televisieprogramma schreef hij, na er zelf vierentwintig keer aan te hebben deelgenomen, het vijfentwintigste dictee voor de jubileumuitzending. ‘Zijn laatste’ kondigde hij aan. De frequente theaterbezoekers onder ons zullen Bart Chabot kennen van zijn theatervoorstellingen samen met Martin Bril en Jan Mulder en later met Herman Brood en Jules Deelder waarin vooral zijn gedichten en korte verhalen voor het voetlicht kwamen. Bart Chabot is een zeer productieve schrijver van proza en poëzie met vierendertig titels op zijn naam.
Zestig, is overduidelijk een bloemlezing met op de omslag de schrijver zelf, stemmig gekleed in het zwart, die een plank voor zijn hoofd houd met de letters zestig. De feestelijke letters “Bart Chabot” kunnen nog maar met moeite de vreugde ophouden. Toch is het geen somber boek maar meer een verzameling korte realistische vertellingen van een bewogen leven. Het is onderverdeeld in thematische hoofdstukken met bevlogen titels zoals; Early days, Haagse schimmen (1 en 2), Broodje totaal en (A few of) My favorite things, om te eindigen met een tiental gedichten. Het voert de lezer met grote stappen door het oeuvre en het leven van de schrijver en toont ons zonder meer de juweeltjes (of pareltjes zo u wilt), uit zijn werk. Hij verhaalt over zijn avonturen met grootheden die wij allemaal kennen; The Golden Earring, Herman Brood, Lee Towers, Martin Bril, Ronald Giphart, Femke Halsema en vele anderen. Ook de angstige ervaring en behandeling van zijn brughoektumor weet hij op zijn typische Chabot wijze te verwoorden.
Bart is, naast zijn oprechtheid die van de bladzijden af springt, vooral erg humoristisch zonder gemakzucht. Herhaalde malen schiet ik tijdens het lezen in de lach wat mij over het algemeen niet gemakkelijk overkomt tijdens het lezen van een boek. Zijn humor lijkt voort te komen uit de oprechte verbazing over het leven zelf en het heeft zelden de bijsmaak van cynisme en al helemaal niet van sarcasme. Hij weet het prachtig te formuleren in een weergaloze stijl. Wanneer je Bart Chabot wil leren kennen zonder zijn hele oeuvre door te spitten, heb je aan dit boek een leuke handleiding oftewel ‘Chabot in 355 bladzijden’. De gedichten die het einde van het boek aankondigen, vind ik lastig te beoordelen, omdat de manier waarop hij zijn werk voordraagt de literaire kracht wat mij betreft sterk onderstrepen. Wanneer ik ze (stiekem) op de typische Chabot manier probeer te declameren val ik al snel in de jammerlijke afgrond van hoogmoed.