Ideaal vakantieboek

Twee weken weg – R.C. Sherriff – Vertaling: Inge Kok – Atlas Contact – 352 blz.

Twee weken weg is een heerlijk boek om tijdens je vakantie te lezen, maar ook al voordat je vertrekt. Het speelt weliswaar negentig jaar geleden, maar er valt nog veel te herkennen in het gedrag van de familie Stevens. Het gezin bestaat uit vijf personen; meneer Stevens, mevrouw Stevens, zoon Dick van een jaar of negentien, dochter Mary van zeventien en de tienjarige Ernie. Twee weken weg begint bij het begin. Het gezin bereidt zich voor op de vakantie. Er moet van alles geregeld worden. Meneer heeft een lijst met ‘marsorders’, opdrachten voor iedereen. De dieren moeten verzorgd worden, de kat blijft thuis, maar de kanarie gaat naar de buurvrouw. Iedereen ziet ertegen op om de kanarie weg te brengen naar mevrouw Haykin. Je komt er niet zomaar weer weg. Mary is de klos en ondergaat het allemaal gelaten. Een houding die bijna het hele gezin tijdens dit boek steeds aanneemt. Stuk voor stuk zijn ze bedeesd. Alleen Ernie voldoet nog niet helemaal aan die conventies en zet het op een gillen als hij zijn zeilscheepje niet mee mag nemen naar zee.

Ze gaan naar het vakantiestadje Bogdor Regis, al twintig jaar lang en ook al die tijd naar hetzelfde pension, Zeezicht. Dat wordt sinds de dood van haar man, gerund door mevrouw Hugget, die wordt bijgestaan door Molly die kookt en het pension schoonhoudt. De familie Stevens is geen avontuurlijk gezin. Ze kiezen voor zekerheid. Ze weten wat ze aan het pension en mevrouw Hugget hebben. Wel merken ze dat de boel een beetje begint af te takelen. De lakens worden dunner, de tapijten raken versleten en het servies vertoont scheuren. Er is zelfs nog niet in alle kamers elektra. In de eerste honderd bladzijden zijn we nog niet in Bogdor, maar bij de familie thuis, in Dulwich, een voorstadje van London en ook de reis met de trein wordt op die bladzijden uitgebreid beschreven.

De familie Stevens is erg bedeesd, iets waar wij Nederlanders ons misschien niet zo in herkennen. Vaak dacht ik, kom op mensen, niet zo sloom. Vooral mevrouw Stevens, een huisvrouw wier huis haar kasteel is, heeft allerlei angsten. Komt de kruier (die kwam destijds de hutkoffer ophalen en naar het station brengen) wel op tijd? Worden we niet opgehouden onderweg, doordat er iemand flauwvalt die we moeten helpen, zodat we de trein missen? Hebben we wel genoeg tijd om over te stappen? Ze is ook nog eens bang voor de zee. Haar grootste genoegen is om, ’s avonds als haar man, Dick en Mary weg zijn en Ernie ligt te slapen, te breien in de zitkamer van het pension.

R.C. Sherriff is een kei in het beschrijven van de interieurs en weet de details van onbeduidende voorwerpen zo te benoemen dat je ze voor je ziet. Misschien heeft de schrijver de familie wel erg timide en burgerlijk gemaakt. Toch weet hij de karakters allemaal goed te treffen. Vaak wisselt het perspectief en nemen we een kijkje in de hoofden van de personages, die gelukkig in die twee weken ook nog een soort persoonlijke groei doormaken. Dick neemt zich voor om het boek Carrières voor jongens te kopen waarin lessen staan om te kunnen ontsnappen aan zijn saaie, eerste baan. Mary beleeft een vakantieliefde en ontdekt dat ze weinig te vertellen heeft en een saaie indruk maakt op de man met wie ze een kleine romance beleeft. Minder overtuigend vond ik de ontmoeting op het strand met een goede klant van de firma waar meneer Stevens al dertig jaar werkt. Het is de heer Montgomery, een snoepjesfabrikant, die het hele gezin uitnodigt om een middagje op de thee te komen in zijn protserige nieuwe villa. De beschrijving van de theevisite, dat gerust aardige stukjes bevat over de ongemakkelijkheid van het bezoek, is toch te lang en ook niet heel boeiend. Het bezoek legt wel een kleine schaduw over de vakantie. Meneer Stevens wil een goede indruk maken, want stel je voor dat door hun gedrag Montgomery als klant vertrekt?

Twee weken weg is een boek vol grote en kleine zorgen en ontwikkelingen dat na negentig jaar als een parel is opgevist uit de zee van voorbije boeken. Er komen natuurlijk wat gebruiken (kruier) en voorwerpen (knapzak) die wij niet meer kennen, maar dat went snel. Al met al een onderhoudende roman, die je ook doet beseffen dat onze vakanties tegenwoordig aanzienlijk luxueuzer zijn dan destijds.

Pieter Feller

 

 

Boek bestellen!

Andere recensies

Kip op je kop – Jowi Schmitz – Illustrator: Jeska Verstegen – Querido – 119 blz. Jowi Schmitz is auteur van zowel jeugdboeken als voor volwassenen. Zij studeerde Culturele studies en is naast auteur ook theaterrecensent. Zij heeft voor haar werk onder andere de...
Lees verder Categorie: Jeugdboeken
| Reageer!
SALOMON – Jacqueline Zirkzee – Nobel Boeken – 240 blz. Volgens de uitgever  is SALOMON een dystopisch verhaal over de wereld ná de Toeslagenaffaire, speculatieve fictie met thrillerelement. Wat mij betreft is het veel meer dan dat. De lezer duikt in het leven van...
Lees verder Categorie: Dystopie, Roman
| Reageer!
Wat ik allemaal zou kunnen zeggen – Tiny Fisscher & Katrin Laureijssens – Illustraties: Eva Neirynck – Samsara – 68 blz. Achttien hoofdstukken staan er in dit boek. Te beginnen met het hoofdstuk ‘De vraag’ en eindigend met het hoofdstuk ‘Het antwoord’. De hoofdstukken...
Lees verder Categorie: Filosofie, Kinderboeken
| Reageer!