Iedereen wil graag op de rode loper
De rode loper – Thomas Rosenboom – Querido – 252 blz.
Twee jongens komen in 1973 van de middelbare school in Arnhem, Lou Baljon en Eddie van Beek. Beiden hebben geen grote ambities, studeren zien ze niet zitten en ze besluiten om van school meteen de bijstand in te gaan. Een handige uitkering, die meer oplevert dan een studiebeurs en je bent ook meteen verzekerd tegen ziektekosten. Lou wil roadie worden bij popgroep Shout, een coverband uit Arnhem en dat lukt ook, en Eddie gaat de journalistiek in. Zo begint het boek van Thomas Rosenboom De rode loper.
De jaren zeventig, van de kleuren oranje en bruin, van de lange haren en de joints en van de eerste Engels uitdrukkingen die hun intrede deden in het taalgebruik onder jongeren.
Hoewel Lou en Eddie elkaar in het begin van het boek amper kennen, groeit er in de loop van de tijd een vriendschap tussen de twee. Lou is jarenlang roadie en chauffeur van Shout en begint later, als de groep stopt met optreden, een opnamestudio in Zevenaar, de woonplaats van Eddie. Erg goed loopt de studio niet, maar Lou’s bijbaantje als trouwfotograaf is heel succesvol en zo scharrelt hij zijn kostje bij elkaar.
Als de opnamestudio helemaal niet meer loopt, kraakt Lou een garage, waarin hij horrorbioscoop ‘Corona’ begint. Nou ja, kraken is een groot woord. Hij doet het met instemming van de wethouder en steun van de gemeente.
Wat doet Eddie al die tijd? Hij werkt als journalist bij een regionaal dagblad, waar hij een eigen pagina mag vullen, en schenkt daarop, waar nodig, aandacht aan de activiteiten van Lou.
Vond ik het taalgebruik van Rosenboom in zijn vorige romans vaak wollig en krullerig, in dit boek is zijn schrijfstijl versimpeld, met soms een prachtige vondst.
‘Als de stilte een spanlaken was, dan werd die een paar dagen later in tweeën gescheurd door het geluid van de bel.’
De inhoud van het boek is niet wereldschokkend. Je zou in de levens van Lou en Eddie een metafoor kunnen zien voor doorsneelevens die kabbelend, zonder veel hoogte- of dieptepunten verlopen.
Waar komt de titel De rode loper dan vandaan? Afgewisseld met de belevenissen van Lou en Eddie, lezen we over Eddies vrouw Riet en haar nicht Lena die in een limousine op weg zijn naar, wat een filmpremière lijkt, maar wat de uitkomst blijkt te zijn van een briljant idee van Lou. In werkelijkheid deed Rosenboom dit idee zelf op tijdens het filmfestival Film by the sea, toen hij werd gefilmd op de rode loper. Om dit idee is de hele roman gecomponeerd.
Die rode loper gaat pas aan het eind van de roman een grote rol spelen. Misschien is het een metafoor voor het leven. Voor weinigen wordt de rode loper uitgerold en dan ook nog zelden. Een rode loper moet bijzonder blijven, het is geen kokosmat waar je dagelijks overheen banjert en dat dreigt hij in dit verhaal wel even te worden.
Elke schrijver krijgt regelmatig een idee voor een boek. Het ene wat briljanter dan het ander. Het idee voor dit boek van Thomas Rosenboom is een leuke inval. Het is goed uitgewerkt en mooi opgeschreven. Je kunt het lekker lezen met een flesje Coronabier bij de hand, als je dan op de achtergrond ook nog het album ‘The Beatles’ draait, ook wel bekend als ‘The White Album’, dan hoor je het liedje Black Bird voorbij komen en zit je helemaal in de sfeer van De rode loper. Thomas Rosenboom weeft alle losse draadjes die door het boek lopen keurig tot een geheel, laten we zeggen tot een rode loper, waar hij dan zelf over heen kan lopen. Aan het eind ervan staat een ober met een blad vol champagneglazen. Proost op een geslaagd boek!
Boek bestellen!
One thought on “Iedereen wil graag op de rode loper”