“Ik wil ooit de weg van mijn opa volgen”

Valentijn de Heer (1986) is schrijver en zorgmedewerker. Hij schrijft voor Het Parool en publiceerde korte verhalen in onder andere De Optimist en Papieren HeldenBeste mevrouw Eva is zijn debuut en is nu overal verkrijgbaar.

Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel (voor)gelezen?

Mijn opa was componist/artiestenmanager/producer. Hij schreef het nummer Comment ça va (The Shorts) dat in 1983 een wereldhit werd. Mijn moeder is auteur van school- en jeugdboeken. Mijn vader schoot een beetje alle kanten op, maar binnen ons gezin was er altijd muziek, er was veel ruimte voor literatuur, voor alle kunstvormen eigenlijk. Voorlezen was een vanzelfsprekendheid. Ik denk wel eens dat kunst zo nadrukkelijk bij ons aanwezig was om andere kleuren aan de realiteit te geven.

Was het vroeger een droom van je om schrijver te worden?

Ik heb altijd de behoefte gehad om dingen te maken. Als kind schreef ik verhalen over dieren die in het verkeerde lichaam geboren waren. ‘De leeuw die een zebra wilde zijn’ dat soort dingen. Ik denk dat je als maker een bepaalde frictie in jezelf of het dagelijks leven moet ervaren om tot productie te komen. Althans, voor mij is dat zo. Ik ben begonnen met schrijven uit angst dat alles zou blijven zoals het toen was.

Je debuut is uitgekomen bij uitgeverij Pluim. Waarom daar?

Pluim is een jonge, betrokken en niet in de laatste plaats een zelfstandige uitgeverij. Niets ten nadele van oud en gebonden, natuurlijk, maar ik voel me er thuis.

Was er een reden om ‘Beste mevrouw Eva’ te schrijven?

Beste mevrouw Eva is het eindproduct van vele eerdere versies. Ik wilde meerdere dingen vertellen: bijvoorbeeld over het lot dat veel gezinnen wacht wanneer een kindje met een beperking geboren wordt. Maar ook welke invloed verstoorde relaties binnen een gezin kunnen hebben. Wat doet het met een kind dat noodgedwongen kruipt in de rol van de ouder?

Lijkt jouw jeugd op die van Elias (de hoofdpersoon uit ‘Beste mevrouw Eva’)?

Er zitten zeker autobiografische elementen in het verhaal. Het decor, het houten huis, veel personages en scenes zijn waarheidsgetrouw. Toch is het boek absoluut een roman. Fictie. Al twijfel ik zelf nog wel eens aan de grens tussen fictie en waarheid en of die ontegenzeggelijk bestaat.

Zou je zelf in het houten huis willen wonen en zo ja is dat dan omdat het van Maarten Biesheuvel en zijn vrouw was of omdat jij je er prettig voelt?

Ik ben er laatst nog binnen geweest en het is geweldig opgeknapt. Toch zou ik er zelf niet willen wonen. Voor mij is en blijft het het huis van de Biesheuvels. Misschien wat kinderlijk, maar sommige dingen wil je graag blijven zien zoals ze waren. Ik hoop ook nog steeds op een dag naar de hemel te verhuizen, al lijkt de kans daarop nihil. Ach, het gaat erom wat je jezelf wijsmaakt.

Hoe schep je voor jezelf en ieder die jou lief is een veilige en fijne wereld?

Een veilige wereld scheppen lijkt me – zelfs met mijn achternaam – een onmogelijke taak. Het lijkt er soms op dat we er als mens alles aan doen om het tegendeel te bereiken. Het kan geen kwaad om af en toe je ogen te sluiten en het fijn te hebben. Te denken dat de wereld is zoals je zou wensen dat hij is. En dat bedoel ik niet zwartgallig. Ik ben ervan overtuigd dat wij als ‘soort’ aan het begin van onze evolutie staan. Als we onszelf en de planeet niet gaandeweg opblazen, zijn we tot veel moois in staat.

Als je moest kiezen, zou je dan liever columnist zijn of schrijver?

Ik hoop me op een dag met beiden fulltime bezig te kunnen houden. Maar als ik echt moet kiezen? Dan schrijver. Ik vind het heerlijk om aan iets groters te werken, een wereld te scheppen waaraan je jaren schaaft. Waarin je gaat geloven. Een verhaal dat mensen bereikt en dat wellicht een kiezel in de stroom van de rivier mag zijn.

Ik las ergens dat je in groep 4 van de lagere school promoveerde op een proefschrift over identiteitswanen bij zeedieren. Hoe komt een kind uit groep 4 aan die wijsheid en hoe verhield die wijsheid zich met de rest van de klas (en misschien de wereld)?

Je had de leeuw die een zebra wilde zijn. Een jaar later was er de rivierkreeft die in de reflectie van het water een zalm zag bewegen. Er was dat rare jongetje achterin de klas die zoveel onzin uitkraamde. Het proefschrift en het promoveren heb ik er later maar bij verzonnen. Gewoon, om te geloven dat het was zoals ik wilde dat het was.

Over welk onderwerp zou je ooit nog graag een boek willen schrijven?

Ik wil ooit de weg van mijn opa volgen. Te voet. Van de bunkers in Noordwijk waar hij in de oorlog valse paspoorten voor joden liet drukken en verraden werd. Door naar Amersfoort en de strafkampen in Duitsland, waar hij op een dag – op transport – uit de trein sprong en in vrouwenkleren terug naar de bunkers liep. Maar misschien toch liever over de jongen die iets wilde zijn, maar nog niet wist wat. Ik weet het gewoon nog niet.

Vragen: Susanne Koster en Pieter Feller

Andere recensies

Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Zo voelt het om een vogel te zijn – Tim Birkhead – Illustraties: Catherine Rayner – Vertaling: Steven Blaas – Lemniscaat – 48 blz. Informatieve boeken zijn bijna nooit heel geschikt om voor te lezen. Zo voelt het om een vogel te zijn is...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Non-fictie
| Reageer!