Interview met Eva Moraal
Eva Moraal (Schiedam, 1982) groeide op in Maassluis. Na het Stedelijk Gymnasium te Schiedam studeerde ze geschiedenis aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Vervolgens begon ze aan het NIOD te Amsterdam haar, inmiddels bijna afgeronde, promotieonderzoek naar de beleving van en herinnering aan doorgangskamp Westerbork (194201945) in egodocumenten. De toekomstroman Overstroomd (Lemniscaat, 2012) is haar debuut. Daarnaast publiceerde ze enkele korte verhalen. Een leven zonder (zelfgeschreven) boeken kan ze zich echt niet voorstellen.
Waarom wilde je jeugdboeken gaan schrijven? Heb je dat altijd gewild?
Zolang ik me kan herinneren gaan mijn verhalen over jongeren en kinderen. Ik heb nog nooit iets geschreven met een volwassen hoofdpersoon, op een enkel kort verhaal na. Dat is niet een bewuste keuze; de verhalen die zich aan mij opdringen zijn nu eenmaal de verhalen van twaalf, dertien of zeventienjarigen. Ik ben vooral gefascineerd in de leeftijden waarop er veel in het leven van een kind verandert. Zo rond je twaalfde ben je ineens kind af en ga je de puberteit in. En vier à vijf jaar later sta je wederom op een grens, maar dit keer met de volwassenheid. Die plekken in het leven van een kind onderzoek ik graag, misschien ook wel omdat ‘het’ moment van volwassen worden, dat ik als adolescent verwachtte, nooit echt heeft plaatsgevonden. Want wat is dat eigenlijk, volwassenheid? Volwassen worden is een heel geleidelijk proces, waarbij idealiter de verschillende delen van je ‘zelf’ uiteindelijk op hun plaats komen. Maar dat gaat eigenlijk nooit zonder slag of stoot.
Las je in je jeugd veel en wat dan zoal?
Ik was het schoolvoorbeeld van een boekenwurm. Vanaf dat ik in groep drie het lezen ontdekte, lag er altijd een stapeltje boeken naast mijn bed. Daar heb ik de meeste herinneringen aan: lezen in bed, vooral ’s avonds, als ik eigenlijk moest slapen en het extra spannend was. Hoor ik nu de eerste tree kraken? Komt papa al uit de nachtdienst? Ik las van alles. Ik vond Annie M.G. Schmidt fantastisch, vooral Otje en Minoes, maar hield ook van Paul Biegel, Roald Dahl en Astrid Lindgren. Ik las strips, Suske en Wiske en de Donald Duck, en zelfs katholieke kinderboeken, zoals Mariska van Sandor Kis, dat mijn buurvrouw mij had gegeven. En natuurlijk las en herlas ik als geschiedenisgek Thea Beckmans historische jeugdromans, vooral die over de Honderdjarige oorlog.
Je bent historica; is de keuze voor een toekomstroman dan vreemd of juist niet?
‘Overstroomd was een vlucht naar de toekomst,’ vertelde ik in het praatje dat ik bij de presentatie van mijn debuut hield. Op het moment dat ik het boek schreef wilde ik alles behalve in het verleden zijn. De toekomst leek een logische keuze. Maar, zoals dat dan gaat, haalde het verleden mij in. Want Overstroomd zit boordevol geschiedenis. In de parallellen met mijn historisch onderzoek naar kamp Westerbork, zoals de thematiek van in- en uitsluiting en de morele vragen die de personages krijgen voorgeschoteld. Maar ook mijn eigen verleden kwam om het hoekje kijken, vooral in het personage van Max die met zijn voor mij zeer herkenbare woede worstelt.
Hoe kwam je op het idee van Overstroomd?
Er is niet één idee waar ik ‘opkwam’. Overstroomd bevat meerdere ideeën en thema’s, die allemaal wel ergens in mijn leven tot nu toe te vinden zijn. Zo is de klimaatthematiek – hoe gaan we met onze aarde om? – iets wat me al jaren bezighoudt. Het is een extra reden voor mij om vegetarisch te eten en één van de redenen om geen auto te rijden. De extremen van de samenleving in De Vijf Gewesten zijn weer te herleiden tot de extremen die ik tegenkwam in mijn onderzoek naar Kamp Westerbork, evenals de morele vragen (wat is ‘goed’ en wat is ‘fout’?) die uit zo’n soort samenleving voortkomen. En bepaalde lastige emoties van de (hoofd)personages spelen ook een rol in mijn eigen leven. Alleen die tweedeling ‘nat’ versus ‘droog’, die was er echt opeens. Heel gek, zoiets. Je kunt wel stellen dat Overstroomd vanuit die twee concepten is ontstaan.
Wat heb je als moeilijk/ mooi ervaren tijdens het schrijfproces?
Het mooiste van het schrijfproces was de kracht die er voor mij van uitging. Toen ik Overstroomd schreef zat ik in nogal zwaar weer met mijn proefschrift, maar in het schrijven van fictie hervond ik mijn stem. Zo heb ik dat ervaren. Het was voor mij een echt keerpunt: dit is wat ik kan en wil doen. Moeilijk vond ik het verwoorden van bepaalde emoties, omdat die dicht bij die van mijzelf stonden. Als ik sommige passages teruglees, dan kost me dat nog steeds moeite.
De personages werd wel het een en ander aangedaan, verkrachting, geweld e.d.; had je daar moeite mee?
Dit is een vraag die ik mijzelf ook vaak heb gesteld en niet alleen met betrekking tot dit boek. In 2006 ben ik begonnen met mijn proefschrift over de Holocaust en ik merkte gaandeweg dat ik zowel afstompte als gevoeliger werd voor verhalen en gebeurtenissen waarin mensen extreem geweld werd aangedaan. Ik heb een paar honderd brieven, dagboeken en memoires gelezen van vervolgingsslachtoffers; om die als historica te verwerken, moet je wel enige afstand nemen. Maar tegelijkertijd heb ik jaren geen enkele oorlogsfilm kunnen zien. Toen ik Overstroomd schreef was er een enorme drive om te laten zien tot welke dingen mensen in staat zijn tegenover elkaar, hoe gruwelijk dit ook kan zijn, en hoe moeilijk die scènes soms waren om te schrijven.
Het valt als debutant niet mee om een uitgever te vinden. Hoe ging dat bij jou?
Ik had heel veel geluk! Tot 2010 had ik wel verschillende verhalen van novellelengte geschreven, maar nooit langere. Het was de National Novel Writing Month, ieder jaar georganiseerd in november, die mij ertoe aanzette een heel boek (minimaal 50.000 woorden) te schrijven. Daarna wist ik dat ik het in me had; het volgende project was Overstroomd. Vervolgens heb ik proeflezers gezocht, mijn manuscript flink herschreven (onder andere 25.000 woorden geschrapt) en het in februari 2012 naar vier verschillende uitgevers opgestuurd, eigenlijk vooral om te kijken waar ik stond met mijn schrijven. Drie weken later kreeg ik een mailtje van Lemniscaat dat ze meer wilden lezen. Zo’n moment vergeet je van je leven niet meer. Tien dagen daarna belden ze me op: we willen je boek uitgeven en wel nog dit jaar!
Wat zijn de reacties en recensies tot nu toe? Hoe is het om daar als debutant mee om te gaan?
Er zijn ontzettend veel reacties op Overstroomd gekomen! Dat is overdonderend, spannend, leuk, eng en fantastisch, allemaal tegelijk. Ik merkte in het begin dat ik erg moest wennen aan het feit dat het verhaal dat al die tijd alleen in mijn hoofd leefde, nu ook daarbuiten een eigen leven ging leiden. Zoveel mensen, zoveel meningen. Soms waren die meningen best wel even slikken. En ik ben zo iemand bij wie de negatieve commentaren veel langer blijven rondspoken dan de positieve, helaas. Maar verreweg de meeste reacties en recensies zijn gelukkig heel positief. De mooiste reacties zijn van de lezers zelf, zoals laatst een meisje dat op mijn website een berichtje achterliet met de vraag: ‘Komt er een vervolg?’ Dan weet je: ik heb die persoon geraakt met wat ik heb geschreven. En dat is één van de mooiste dingen die er zijn.
Wat wil je schrijvers die aan hun eerste boek werken meegeven?
Zoek proeflezers op die je werk van goed en opbouwend commentaar voorzien. Niets is zo funest voor je schrijven als kritiek krijgen die niet constructief is, maar alleen maar aanwijst wat er verkeerd is. Een verhaal schrijf je voor een belangrijk deel alleen, maar het wordt pas een boek door de goede samenwerking met anderen. Als je je openstelt voor (opbouwende kritiek van) anderen, kunnen er zulke mooie dingen ontstaan!
Kunnen we meer boeken van je verwachten? Weer Young Adult of ook voor kinderen of volwassenen?
Mijn volgende boek, werktitel Scherven, is wederom een YA. Het is een psychologische jeugdroman die zich afspeelt in Maassluis, Hoek van Holland en Rotterdam, de plekken waar ik ben opgegroeid. Daarmee hoop ik weer een heel andere kant van mijzelf (als schrijfster) te laten zien. Mijn ideeën voor romans zijn sowieso heel divers. Wel begint het altijd met een persoon/personage, of dit nu in een overstroomde toekomst is, een land in oorlog of gewoon in het nu. Zo wil ik ooit nog een roman (voor jongeren) over de Tweede Wereldoorlog schrijven, schrijf ik graag korte verhalen en ben ik bezig met een historisch non-fictie boek over mijn twee grootmoeders.
Wil je je favoriete boeken noemen? Mag alles zijn van kinderboek tot roman!
Regeneration trilogie Pat Barker
Paper Towns John Green
His Dark Materials trilogie Philip Pullman
Why be happy when you could be normal? Jeanette Winterson
Een groene bloem trilogie Floortje Zwigtman
De vragen werden gesteld door Hanneke de Jong en Pieter Feller