Krachtige vertelstem laat adoptieleed zien

De onbedoelden – Cobi van Baars – Atlas Contact – 222 blz. 

Cobi van Baars debuteerde in 2017 met de roman Schipper & Zn., over de spanning die op alle fronten ontstaat wanneer een hoveniersbedrijf aan het werk is bij het nieuwe huis van Ad en Eef. ‘Als iemand mij vooraf had verteld dat Schipper & Zn., de debuutroman van Cobi van Baars (1976), ging over de aanleg van een tuin, ergens bij een bosrand, was ik hem misschien wel niet gaan lezen. Tuinaanleg klinkt niet erg opwindend. Maar gelukkig had niemand mij iets verteld’, schreef recensent Janet Luis in de NRC (2 juni 2017). Ook andere recensenten reageerden lovend op het romandebuut. Daarna volgden in respectievelijk 2019 en 2021 de romans Over het krakende ei en Branduren, beide eveneens positief ontvangen. En nu is er De onbedoelden, het vierde boek van Van Baars, die schrijven combineert met schilderen (cobivanbaars.nl).

De onbedoelden gaat over de tweeling Aaf en Annemarieke, die in de jaren zestig van de vorige eeuw in het door nonnen geleide Doorgangshuis, dependance van de Vroedvrouwenschool te Heerlen, is geboren. Hun biologische moeder is afkomstig uit een streng katholiek Limburgs gezin; hun Griekse vader was toentertijd werkzaam in de regio. De twee meisjes zijn vier maanden na hun geboorte geadopteerd en terecht gekomen in verschillende gezinnen. Dat ze een tweelingzus hebben, horen ze pas op hun 21ste, zoals destijds is afgesproken met de Raad voor de Kinderbescherming. Aaf is de eerste die op de hoogte wordt gesteld. Haar ouders Fons en Ineke vertellen het haar. Die hebben altijd geweten dat hun dochter een tweelingzus had en zij hadden destijds ook graag dit meisje in hun gezin willen opnemen. De wachtlijst voor adoptiekinderen was echter lang en door de tweeling te scheiden kon nog een ouderpaar blij worden gemaakt, zo redeneerde de Raad. Fons en Ineke hebben echter altijd een zeker schuldgevoel hierover gehouden. Een tweeling hoor je niet te scheiden, is hun standpunt. Aaf wil weten hoe het allemaal precies is gegaan en vooral ook wil ze weten wie haar tweelingzus is. Ze schakelt hiervoor het FIOM in.

Fien en Koos, de ouders van Annemarieke, hebben nooit iets geweten over een tweeling. Zij herinneren zich de overdracht van hun adoptiedochter vooral als kil en harteloos. Ze zijn geschokt als ze van het FIOM horen dat hun dochter een tweelingzusje heeft. Ze weten er geen raad mee en het duurt dan ook enkele weken voordat ze het nieuws aan Annemarieke vertellen.

Al gauw volgt een ontmoeting tussen de beide jonge vrouwen. Ze zien gelijkenis en ervaren die ook, maar er zijn ook grote verschillen, mede doordat ze in uiteenlopende sferen zijn opgegroeid. Aaf samen met haar twee jaar oudere, eveneens geadopteerde, zus Brecht in een warm, hecht gezin en Annemarieke als enig kind bij eenvoudige ouders die niet in staat zijn gevoelens te delen. Haar leven lang heeft Annemarieke het gemis van een zusje gevoeld. Geborgenheid en liefde vindt ze bij haar man Niek en bij dieren.

De beide vrouwen besluiten op zoek te gaan naar hun afkomst, naar hun biologische ouders, hun geboorte en naar de vier maanden voorafgaand aan hun adoptie. Vooral ook dat laatste houdt hen bezig. Waren ze samen? Wie verzorgde hen? En hebben ze elkaar gemist nadat ze werden gescheiden. Aaf heeft immers twee weken gehuild na haar adoptie.

Het wordt een zoektocht van jaren. Tal van hindernissen moeten worden genomen, deels zijn die bureaucratisch van aard. Maar er is ook onwil en onmacht. Toeval speelt eveneens een grote rol. Ondanks alles zijn de vrouwen vastbesloten door te gaan met hun speurtocht. Teleurstelling en succes wisselen elkaar af, evenals hoop en wanhoop, boosheid en verdriet, opwinding, en soms blijdschap en trots. Aaf en Miek, zoals Aaf haar zusje op zeker moment noemt, ervaren een wirwar aan emoties en situaties, daarbij elkaar zo veel mogelijk steunend. De zussenband lijkt steeds sterker te worden.

Ondertussen heeft een en ander ook invloed op hun (adoptie)ouders en in het geval van Aaf op haar zus Brecht. De verschillende relaties worden gecompliceerder, zoals die tussen Miek en haar ouders en die tussen Aaf en Brecht. Die laatste toont zich bijvoorbeeld jaloers als ze merkt dat de band tussen Aaf en Miek steeds hechter wordt.

Terwijl de ‘weerbarstige’ waarheid over het verleden van de tweeling stukje bij beetje ontrafeld wordt, doemt een schrijnend beeld op van hoe in de jaren zestig over adoptie werd gedacht, over ongehuwd moederschap, over de band tussen tweelingen, en vooral ook hoe daarmee om werd gegaan. Empathie stond op een heel laag pitje. Vernedering, hardvochtigheid, willekeur en straf voedden gevoelens van immense schaamte en schuld. Aan het belang van de kinderen en hun vaak wanhopige moeders werd amper gedacht. Een schoongeveegd paadje was belangrijker net als wachtlijsten die moesten worden weggewerkt.

Het is niet alleen door het verhaal over Aaf en Miek dat het genoemde beeld ontstaat. Daaraan draagt zeker ook de manier bij waarop dat verhaal wordt verteld. ‘Hier, in de kier tussen motto en verhaal, meldt zich de verteller, de schrijver zo je wilt’, luidt de openingszin van het boek. Het is deze verteller die ‘in dienst gesteld van dit verhaal’ als het ware verslag doet van alles wat gebeurd is in het leven van Aaf en Miek en de andere personages. De soms nadrukkelijk aanwezige verteller is daarbij zeker niet hinderlijk, maar heeft een duidelijke functie. Er wordt een zekere afstand mee gecreëerd, waardoor het verhaal nergens sentimenteel wordt. Via de verteller krijgen bovendien alle betrokkenen een stem en is sprake van een voortdurend wisselend perspectief. Slechts een enkele keer levert de verteller summier commentaar of laat iets zien wat op een verantwoording van een gemaakte keuze lijkt. Alles bij elkaar een ijzersterke constructie die samen met prachtig, beeldend taalgebruik bijdraagt aan de kracht van deze in alle opzichten boeiende  roman. De onbedoelden laat op messcherpe wijze adoptieleed zien, leed dat tot nadenken stemt en dat weinig lezers onberoerd zal laten.

Janneke van der Veer

Boek bestellen!

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!