Liever tekenen dan musiceren
Van Margot Senden(Kerkrade, 1968) dacht iedereen uit haar klas op de basisschool – ook de meester uit groep acht – altijd dat ze na de middelbare school iets met tekenen of schilderen zou gaan doen. Maar ze ging eerst naar het conservatorium om muziek te studeren. Aan het einde van de muzieklessen stonden de notenbladen echter nooit vol met muziek, maar met schetsjes van medestudenten, gekke doodles en fantasiebeesten. Na twee jaar driftig schetsen was het wel duidelijk dat haar passie voor tekenen groter was dan muziek maken. Toen is ze illustratieve vormgeving gaan studeren en heeft van tekenen haar beroep kunnen maken. Ze is grafisch vormgever, maar illustraties maken voor kinderboeken doet ze het liefst.
Was je als kind ook altijd al aan het knutselen en tekenen?
Al zolang ik me kan herinneren heb ik getekend en geknutseld. Ik kan me nog heel goed herinneren dat we op de kleuterschool (nu groep 1 en 2) een tekenwedstrijd hadden in het kader van Koninginnedag. Ik heb toen een kasteel getekend met daarbovenop – toen nog – prins Willem Alexander en ik als zijn prinses. Ik heb die wedstrijd toen gewonnen en kreeg een prachtig groen etui met kleurpotloden.
Wanneer kwam je er achter dat je met tekenen en schilderen geld zou kunnen verdienen?
Dat is nooit mijn doel geweest. Natuurlijk wil ik graag genoeg geld verdienen om rond te komen, maar het is nooit mijn prioriteit geweest. Ik heb gekozen voor het dit vak omdat ik het leuk vind en het mijn passie is. Het maakt me gelukkig. Ik ben ook heel erg blij dat mijn ouders me nooit belemmerd hebben in deze keuze.
Welke keuze ik ook maakte, beroepshalve.
Las je als kind veel en wat waren toen je favoriete schrijvers. Had je zelfs al een illustrator die je bewonderde?
Ik was een echt leesbeest en ben dat nog steeds. Wipneus en Pim en Pinkeltje waren favoriet toen ik een jaar of zeven was. Later heb ik de boeken van De olijke tweeling en De Vijf verslonden. Elk zakcentje dat ik kreeg ging op aan die boeken. Paul Biegel, Jan Terlouw en Thea Beckman las ik ook heel erg graag en niet slechts één keer…
Terwijl iedereen dacht dat je een tekenopleiding zou volgen, ging je naar het conservatorium. Een dubbeltalent dus. Welk instrument studeerde je en waarom stopte je toch na twee jaar?
Ik kom uit een muzikale familie, iedereen bij ons speelt een instrument. Mijn moeder, een oom en tante hebben ook aan het conservatorium gestudeerd. Het leek daarom een logische stap om voor die richting te kiezen.
Aan het conservatorium studeerde ik Schoolmuziek en piano. Ik heb altijd graag piano gespeeld, doe dat nog steeds graag, maar toen ik op het conservatorium kwam, voelde ik me beperkt in mijn creativiteit. Ik denk dat ik beter voor Compositie had kunnen kiezen, dan had ik de opleiding wellicht afgemaakt.
Binnen het jaar haalde ik mijn propedeuse en ik had de opleiding waarschijnlijk gewoon af kunnen maken, maar besefte dat ik daar niet gelukkig van zou worden. Bovendien stonden mijn notenbladen tijdens harmonieleer meestal vol met schetsjes van medestudenten. Toen kwam ook het besef dat ik het roer om moest gooien.
Je bent grafisch vormgever en illustrator. Hoe is de verhouding in tijd tussen die twee en wat vind je toch wel leuker om te doen.
Ik werk 20 uur als grafisch vormgever bij een bedrijf in Heerlen, die andere 20 uur (of meer) werk ik als kinderboekenillustrator. Naar het Illustreren gaat mijn passie uit, maar ik heb als vormgever heel veel voordelen met betrekking tot het maken van illustraties voor kinderboeken. Beide zijn complementair.
Hoeveel kinderboeken heb je tot nu toe geïllustreerd en als je moet kiezen, op welk boek ben je dan het meest trots?
Alles bij elkaar heb ik nu vijftien kinderboeken geïllustreerd, waarvan een paar nog ongepubliceerd. Ik ben nog steeds heel erg trots op mijn eerste Willewete boek Sterren en planeten, al zie ik een heleboel dingen die ik nu anders zou willen doen en zelfs opnieuw zou willen doen. Ik blijf kritisch naar mijn werk kijken en blijkbaar ben ik niet de enige illustrator die dat doet. Ook ben ik best trots op Elfje Floriene en de Wiebeltand. Ik heb naast de illustraties ook de vormgeving verzorgd en het totaalbeeld van het boek klopt gewoon.
De serie met Draakje Donatius is erg leuk. Hoe ziet de samenwerking met Li Lefebure er uit?
Li heeft ooit via facebook contact met me opgenomen. We hebben een keer afgesproken en het klikte meteen. Als je als auteur en illustrator wil samenwerken, moet die klik er ook wel zijn. Inmiddels zijn we goede vrienden en ik zou haar voor geen goud meer uit mijn leven willen missen. Na goedkeuring van de tekst stemmen Li en ik tekst en beeld op elkaar af. Meestal doen we dat tijdens een lunch bij haar favoriete stekje – Coffeelovers – in Maastricht.
Vaak moeten we dan hardop lachen om de beelden die we samen bedenken voor een prenten- of voorleesboek. We voelen elkaar heel erg goed aan. Of het nu gaat om een workshop, een nieuw prentenboek verhaal of een voorleesbundel. Op dit moment werken we aan een voorleesbundel en die wordt– al zeg ik het zelf – verrassend leuk.
In welke technieken werk je?
Dat ligt er helemaal aan. Voor de Willewete reeks werk ik vaak met acrylverf, maar combineer ook verschillende technieken. Ook digitaal. Het nieuwste Willewete boek, geschreven door Jozua Douglas, waar ik op dit moment aan bezig ben, wordt helemaal digitaal uitgewerkt. Voor de Draakje Donatius serie werk ik met Aquarel en grafietpotlood.
Daarnaast werk ik heel graag met collages en wil ik voor een volgend project – dat in 2016 gaat lopen – werken in een grafische techniek waarmee ik ook afgestudeerd ben namelijk: etsen en gravures.
Welke illustratoren bewonder je?
Oh, dat zijn er een heleboel, maar om een paar te noemen die hoog om mijn lijstje staan: Carll Cneut, Kaatje Vermeire, Rébecca Dautremer, Thé Tjong Khing (de “king” onder de illustratoren), Philip Hopman, Mark Janssen, Marit Törnqvist, en Fiep Westendorp.
Welk bestaand boek(klassieker) zou je graag opnieuw willen illustreren en waarom?
Er zijn zoveel mooie boeken gemaakt, zoveel klassiekers. Ik zou me aan geen van deze klassiekers willen en/of durven wagen, omdat ik vind dat ik ze niet kan evenaren. Veel liever zou ik zelf of samen met Li een eigen klassieker willen maken. Een klassieker waar in de toekomst auteurs en illustratoren bij wegdromen en denken: had ik dat maar gemaakt. En… dromen mag altijd, hè.
Welke boeken vind je zelf mooi en raad je de bezoekers van onze website aan?
Een greep uit een paar heerlijke humoristische boeken die ik heel vaak aan mijn kinderen heb voorgelezen zijn: Ridder Florian van Marjet Huiberts & Philip Hopman, Wiplala Van Annie M.G Schmidt met tekeningen van Philip Hopman, De koning en zijn schat van E. van Os & Elle van Lieshout met tekeningen van Mark Janssen.
Boeken die ik echt prachtig vind en die ik echt iedereen kan aanraden zijn: Eén miljoen vlinders van Edward van de Vendel & Carll Cneut, Kodo de weg van de boog van Bert Kouwenberg & Mark Janssen, Een Bijbel van Philippe Lechermeier & Rébecca Dautremer.
Vragen: Pieter Feller