Met de paus in bad
Badkamers voor pausen en prelaten – Leny Louise Waarts – Eburon – 402 blz.
Dit cultuurhistorisch werk is het doctoraatsonderzoek waarmee kunsthistorica Leny Louise Waarts promoveerde aan de Universiteit Groningen. Het eerste deel van dit werk kadert het pausdom en het pauselijk hof in de tijd. De pauselijke hofhouding breidt tijdens de renaissance sterk uit en bestaat voornamelijk uit familieleden en intimi van de paus. Deze heeft de beschikking over een aantal persoonlijke lijfartsen. De zogenaamde humorenleer bepaalt in zeer sterke mate de toenmalige medische praktijk. Deze ligt niet alleen aan de basis van de behandelingen op lichamelijk vlak maar poogt ook de verschillen in temperament en karakter te verklaren. Heel interessant is de tekst over de zes niet-natuurlijke zaken die effect kunnen hebben op de gezondheid van de mens en diens manier van leven.
De niet-natuurlijke zaken klinken ons vandaag bekend in de oren: de lucht die men inademt (of het leefklimaat), eten en drinken, lichaamsbeweging en rust, slapen en waken, gevoelens en emoties en inwendige en uitwendige lichaamsreiniging. De diëtiek of leefregelkunde vormt een belangrijk onderdeel binnen de medische wetenschap. Deze is gericht op de handhaving van de gezondheid, het bevorderen van de conditie en het herstel in het geval van ziekte.
Maar er is niet alleen de leefregelkunde. Ook het besef dat baden in een functioneel ingerichte en mooi gedecoreerde badkamer in belangrijke mate bijdraagt tot een goede gezondheid leidt uiteindelijk aan het pauselijk hof tot het inrichten van een privébadkamer. Twee ontwikkelingen dragen verder bij tot een versnelling van de aanleg. Eerst en vooral is er een groeiend besef van besmetting onder de klanten in openbare badgelegenheden. Zo doet de uitbraak van syfilis paus Alexander VI beslissen een privébadkamer te installeren. Ten tweede ontwikkelt men door gebruik te maken van planten- en kruidenextracten of mineralen ‘kunstmatig’ geneeskrachtige baden. De pausen moeten zich niet meer verplaatsen naar kuuroorden bij natuurlijke bronbaden (zoals in Viterbo).
Nieuw is dat de badkamers worden aangebouwd bij de privévertrekken van de paus en niet langer toegankelijk zijn voor derden (met uitzondering van intimi en lijfartsen). Deze badkamers worden prachtig versierd door kunstenaars zoals Rafaël en medewerkers. Dikwijls gebruikt men mythologische onderwerpen bijvoorbeeld uit de mythen rond Venus. Deze zijn niet erotisch bedoeld benadrukt de auteur: het creëert voor de pausen een sfeer die moet bijdragen tot het herstel van de balans in de humores. Omwille van een aantal redenen verdwijnen de privébadkamers bij de pausen reeds in de zeventiende eeuw. Het dragen van een onderhemd komt in zwang. Dit neemt de ongezonde lichaamssappen op. Aldus dient men enkel nog dit kledingstuk blinkend wit te reinigen en niet langer meer het eigen lijf. In bepaalde hogere kringen en Koninklijke hoven blijft het gebruik van de badkamer evenwel nog lange tijd bestaan.
In een tweede deel volgt een gedetailleerde beschrijving van de zeven nog resterende renaissancebadkamers in Rome. De auteur heeft deze plaatsen daadwerkelijk bezocht. Het boek bevat honderdtwintig afbeeldingen die een goed beeld schetsen van wat er nog overblijft van deze badkamers en van de decoraties. Achterin het onderzoek zijn nog een zeer uitgebreide bibliografie en register met namen opgenomen.
Het werk is zeer sterk onderbouwd. Er wordt een sterk academische schrijfstijl gebruikt. Door middel van voetnoten wordt in de tekst telkens de bron weergegeven. De belangrijkste stelling die de auteur verdedigt, is dat de decoraties in de pauselijke badkamers niet louter decoratief waren. Zij droegen juist bij aan het welzijn van de beschouwende bader en hadden daarom een persoonsgebonden betekenis.
Dit boek is vrij gespecialiseerd en richt zich vooral naar kunsthistorici. Maar de lezer die meer wil te weten komen over de gezondheidsleer tijdens de renaissance of over het pausdom tijdens deze periode zal hier zeker zijn gading vinden. In ieder geval een origineel onderwerp.
Kris Muylle