Monument voor een tante
Tante Jo – Sander Donkers – Lebowski – 160 blz.
Sander Donkers (1967) is journalist, schrijver en columnist voor de Volkskrant. Hij schreef eerder een biografie over de zanger van The Golden Earring, Barry Hay, en het boek Lipstick Sunset, een boek vol reportages en interviews waarin Donkers op zoek gaat naar de wortels van de Amerikaanse popmuziek. Hij won zowel de Pop Media Prijs als de Jip Golsteijnprijs. Op de voorpagina van De Volkskrant schrijft hij, afgewisseld met Paulien Cornelisse, een minicolumn van 150 woorden. Heel opvallend waren de columns over zijn tante Jo. Reden voor uitgeverij Lebowski om de columns te bundelen.
In Tante Jo staan de columns, maar ze zijn aangevuld met extra informatie over tante Jo en wat foto’s. Tante Jo, Johanna Adriana Roelofs, werd geboren in 1909 in Rotterdam. De familie Roelofs was in het bezit van een sleepvaartbedrijf dat opereerde in de haven van Rotterdam. Tante Jo, die hoewel ze er in haar jonge jaren best aardig uitzag, kwam niet aan de man. Zij en haar zus Cor bleven ongetrouwd en verzorgden later hun vader Janus tot aan zijn dood. Toen in de jaren zestig haar nichtje Tineke zwanger raakte en halsoverkop moest trouwen, kwam tante Jo over uit Rotterdam om zich over het hippiegezinnetje te ontfermen. Na Sanders geboorte, nam zij een groot deel van de opvoeding voor haar rekening.
Sander, door zijn tante liefkozend ‘Goudkopje’ genoemd, bracht veel tijd met haar door. Ze maakten samen uitstapjes naar het strand en als peuter bracht zij hem naar de crèche. Ook toen Sander allang geen oppas meer nodig had, bleef ze komen. Vooral om het rommelige huishouden een beetje in het gareel te houden. Met stofdoek, zwabber, dweil en zeem ging tante Jo aan de gang om het huis aan kant te maken. Schoonmaken was haar lust en haar leven. De familie Donkers stelde dat zeer op prijs, hoewel tante Jo ook erg ver kon gaan in haar schoonmaakwoede. Toen de familie op een dag het punt stond om op vakantie te gaan naar Frankrijk, hadden ze last van tante die maar bezig bleef met het schoonmaken van de badkamer.
“In de badkamer liepen we elkaar steeds voor de voeten. We moesten erbij, en het gutsende zweet van een oude dame die geknield voor de douchecabine dingen deed waarvan het nut ons ontging, werkt op ons gemoed. Maar onmin op de valreep kon niemand gebruiken. ‘Je moet maar denken,’ poogde tante Jo dat wat sluimerde in de kiem te smoren, ‘het is altijd een prettig idee om schone emmers te hebben als je op vakantie gaat.’
Als de familie laat in de middag bij Parijs in de file staat, merkt iemand op: “’Maar gelukkig zijn thuis de emmers schoon.’”
Tante Jo is een voorbeeld van een bijna uitgestorven mensensoort; de ongetrouwde tante die zich vrijwillig opoffert voor andere familieleden. Met het boek Tante Jo heeft Sanders Donkers een klein, maar liefdevol monument voor zijn tante opgericht.
Boek bestellen!