Mooie roman van winnaar Constantijn Huygensprijs
De opgang – Stefan Hertmans – De Bezige Bij – 412 blz.
De twee hoofdingrediënten van deze roman zijn het leven van Willem Verhulst, die bij de SS in dienst trad en het verhaal van een huis aan de Drongenhof in Gent. In dat huis heeft Hertmans jarenlang gewoond zonder zich bewust te zijn dat daar vroeger de SS’er woonde. Hij is het te weten gekomen uit een boek Zoon van een »foute« Vlaming van Willems zoon, Adriaan Verhulst, een voormalige docent, van wie Hertmans ooit geschiedenisles heeft gehad. Deze Verhulst vertelt daarover: “In de herfst van 1940, in oktober of november, verhuisden we … naar de Veerdamstraat nr. 24. Deze straat … aan de rand van het Patershol, werd later Drongenhof genoemd … (zo) bewaar ik aan dit huis, waar thans de dichter Stefan Hertmans woont, mijn herinneringen aan de oorlogsjaren …”. Hoewel Hertmans in de inleiding aangeeft de geschiedenis van het huis te vertellen, lijkt zijn verhaal een mengeling daarvan en van een biografie van Willem Verhulst.
Veel vertellers kijken van boven af neer op hun protagonisten. Dat doet Hertmans zeker niet. Hij maakt als het ware deel van hen uit. Het zijn geen ‘bevroren’ figuren van wie de auteur biograaf is, maar worden ‘echte’ mensen. Je ziet niet alleen hun uiterlijk, maar ook de innerlijke drijfveren bereiken het netvies van de lezer. Dat betreft zeker niet alleen de SS’er, want die verdwijnt tijdelijk uit beeld. Mientje (Mien, Harmina) blijft achter in het huis en zeker niet tot haar genoegen. Zij is een bescheiden, zachtaardige vrouw van Nederlandse afkomst. Ze wil niet dat de kinderen hun vader in dat zwarte uniform zien. Zijn verraderlijke gedragingen veroorzaken een onherstelbare breuk in het huwelijk. Laat het duidelijk zijn: Hertmans verwoordt de teloorgang van de familie aan de oorlog.
Er is een parallel te trekken tussen het huis en Willem Verhulst. Het huis verkeert bij aankoop door Hertmans in vervallen staat. Het wordt opgeknapt en is weer prima bewoonbaar. – Hertmans heeft er twintig jaar gewoond. – De Duitsers en de collaborateurs zoals Willem Verhulst verliezen de oorlog, maar Willem leidt na een oorlog beslist geen armoedig leven. Na een tijd in gevangenschap te hebben doorgebracht, rijdt hij na drie jaar alweer rond in een Mercedes. Daaraan kan nog worden toegevoegd de rol van de Vlaamse nationalisten (het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) van Staf Declercq), waarvan er zeker groepen hebben gevochten aan het Oostfront en in de concentratiekampen, terwijl na de oorlog de Volksunie een poos niet onbelangrijk was in de Belgische politiek.
Vóór de oorlog hield Willem Verhulst wel eens wat dagboekbladen bij. Maar van zijn doen en laten tijdens de oorlog zijn geen directe getuigenissen. – Hij moet overigens behoorlijk in de hiërarchie zijn opgeklommen. – Bij zijn vlucht naar Duitsland in 1944 heeft hij zijn archief verbrand. Hertmans heeft wel andere bronnen: de dagboeken in handschrift van Mientje en ook gesprekken met hun dochters Letta (Aletta) – heeft een boek over haar moeder geschreven – en Suzy (Suzanne) , zoals de auteur in zijn dankwoord vermeldt. En dan is er natuurlijk nog het boek van zijn zoon Adri(aan). Mientje heeft hem toestemming gegeven de gerechtelijk stukken in te zien en ook de Rijksarchieven van Gent en Brussel hebben bijdragen aan de bronnen van Hertmans geleverd.
Alle bronnen tezamen leveren geen doorlopend verhaal op, dus dan komt Hertmans zelf op de proppen. Vanuit zijn fantasie en inlevingsvermogen vult hij het verhaal op tot een roman, waarin fictie en realiteit elkaar ontmoeten. Dit blijkt ook uit het gebruikte perspectief. De auteur vertelt vanuit zichzelf in de eerste persoon, maar dat doet Willem ook. Het is daar waar Hertmans in de huid van zijn personage stapt. Gevolg hiervan is een duidelijke versterking van de authenticiteit. Wat verderop in de roman ligt de nadruk veel meer op Mientje. Zij is wars van het nazi-gedachtegoed, hun branieschopperij en de zwarte uniformen. Tot overmaat van ramp wordt ze ook nog eens door Willem bedrogen met zijn ‘liefje’ Griet – Door Bart de Wever een “kranige dame die haar leven in dienst stelde van de Vlaamse ontvoogding” genoemd. – Bij de klachten die Mientje uitspreekt over haar echtgenoot horen we Hertmans duidelijk op de achtergrond. Mooie vertelling is de versplintering van de kop van Hitler. Willem was er trots op, maar Mientje slaat hem in stukken. De kop komt later nog aan de orde als de auteur de maker ervan heeft opgespoord, die schaamteloos heeft geprofiteerd van dit stuk kitsch. De auteur schrijft dus duidelijk niet een verhandeling over de SS’er, maar vervaardigt een totaalplaatje uit de hem bekende en verzonnen gegevens.
Schokkend is het leven van Willem na de oorlog, Alsof er niets gebeurd is, pakt hij zijn oude baan weer op en hij blijft getrouw geloven in het gedachtegoed van de nazi’s. De Vlaamse toekomst ziet hij stralend voor zich: Vlaanderen als een provincie van Duitsland. Speciaal hier ligt ook de kracht van de roman, die niet is afgelopen met de beëindiging van de oorlog. Griet, “de tweede mevrouw Verhulst” heeft memoires geschreven die een belangrijke bron zijn bij deze periode van Willems ‘biografie’.
Het huis, waaraan Hertmans met de notaris een aankoopbezoek aflegt en naar boven loopt tot de derde verdieping, “de opgang” en waar nog steeds de blauwe regen staat is de aanleiding tot de roman. Het proberen te begrijpen wat Willem bezielde, vanaf de vroege jeugd van de éénogige, veel gepeste jongen, via zijn collaboratie, tot en met zijn bohemienachtige bestaan na de oorlog. De auteur observeert, onderzoekt en memoreert, zelfs met in de roman afgedrukte foto’s om de realiteit te benadrukken, maar oordeelt niet. Dat is aan de lezer.
Kees de Kievid
Boek bestellen!