Musmeisje

Regensoldaten – Kristien De Wolf – In de Knipscheer – 150 blz.

“Ik, in die verpakking van mijn ziel die ik niet meer ben en nooit meer zal zijn…” Die eerste zin plaatst je meteen voor een voldongen feit: de ik-figuur behoort niet meer tot deze wereld. Een feit dat ze al op de eerste bladzijde beaamt. Maar het verhaal is geschreven in de ik-vorm. Dat kan dus maar één ding betekenen. Magda Vonck (Mus) kijkt vanuit een andere wereld terug op haar voltooide leven.

Mus is de bijnaam van Magda, omdat ze na haar geboorte niet huilde maar piepte. Dat weerhoudt haar moeder er niet van zielsveel van haar te houden. Overal in huis hangen de door haar moeder gefotografeerde portretten. Moeder vertelt ook verhalen over haar dochter aan iedereen die het maar horen wil (of niet). Daaraan komt een einde na de geboorte van haar broertje Ben.

“Voor mij hoeft die kleine paling niet te komen”, zegt Mus. Haar portretten worden ingewisseld voor die van Ben en hij is nu het middelpunt van de verhalen. “Ben was intussen getransformeerd van een kruipdier tot een rechtopstaand minimensje.” Inmiddels heeft ze kennis gemaakt met buurjongen Andy Callens en zijn moeder Bertien. Beide worden vrienden voor het leven. Dan is het tijd geworden om uit te vliegen: “Het was alsof ik een slagveld achterliet, een front waar ik jaren in de loopgraven had doorgebracht”. Hierover vertelt het eerste deel van het boek.

Mus blijft haar hele leven snakken naar verhalen, maar in haar studententijd duiken er vele op waar aan zij zelf part noch deel heeft, tot haar grote ergernis. Met een groep studenten in Gent, waar ook Andy – hij noemt haar zijn musmeisje – toe hoort, feest, zuipt en sekst zij er lustig op los, maar toch is zij een meer serieuze student dan de meesten uit haar groep en behaalt zij de universitaire dokterstitel als neurologe. Ze drijft steeds verder af in haar alcoholverslaving en vraagt zich soms af of haar patiënten niets daarvan merken. Daarover verhaalt het tweede boekdeel.

In het derde en kortste slotdeel lijkt ze de moed te hebben gevonden een nieuw leven te beginnen als ze haar fles met sterke drank in de gootsteen leeg gooit. Ze heeft een afspraak met Andy en gaat op weg naar hem toe. Wat ze onderweg ziet, brengt haar min of meer in vervoering: “Zo liep ik daar, met het verleden, heden en de toekomst gelijktijdig in mijn hoofd, alsof ze heel even samenvielen in dit moment”. Maar dan slaat het noodlot toe, dat ze direct relativeert met de opmerking: “Los daarvan was het een prima dag, de dag waarop ik heel even voelde hoe het leven zou kunnen zijn als je het laat stromen”.

Inhoudelijk beschrijft De Wolf een diep tragisch leven, dat ook nog eens vroegtijdig ten einde komt. Is dit een ontwikkelingsroman vanuit een zeer bijzonder perspectief? De diepgang in het karakter van Mus is ontegenzeglijk groot, maar dat van de andere personages niet. Dit wordt veroorzaakt door alles in het perspectief van Mus te schrijven. Van een verwend kleutertje tot alcoholist die met het hoofd in de wolken geen gevaar ziet en dat moet bekopen. Magda’s onuitgesproken en onmogelijke verliefdheid op Andy. Kent zij zichzelf wel echt? Maakt zij verkeerde keuzes? Nergens in haar ontboezemingen stelt zij de ‘wat-als-vraag! Zij accepteert de feiten, uitgezonderd in het derde boekdeel. Hier had mogelijk nog meer in gezeten. Is de inhoud voor De Wolf misschien minder belangrijk dan de vorm?

Stilistisch is dit boek namelijk een juweeltje. Als waren het de “legomasters” zelf, zo bouwt de auteur een panorama van taaltempels. Kijkend naar haar moeder bij de bevalling zegt zij: “Daar lag moeder, overgeleverd aan de elementen, van man en God verlaten, en met alleen maar een frêle verpleegster die eruitzag als een blozende tiener en een visser zonder vislijn om haar bij te staan”. Tragiek verwoordt De Wolf met een milde humor en zelfspot, die ertoe leiden dat ook wrange passages lichtvoetig worden beleefd. Voeg daarbij nog eens haar woordkeus (“koffiekletsen”, smoutebollen”), waaraan het Vlaams niet vreemd is, en we kunnen niet anders dan dit een sublieme vorm-roman te noemen. Het boek sluit ook nog eens aan op haar eerdere publicaties: de verhalenbundel Rotgeluk (2017) en haar debuutroman Ava Miller en ik (2019). Ook haar inbreng in de website ‘Iksplosie’, waarvan zij samen met theatermaakster Nelle De Maeyer de eigenaar is, verraadt invloed op deze roman.

Regensoldaten, dikke regendruppels spatten op een harde ondergrond in groten getale omhoog, maar vloeien daarna terug in de waterplassen. Treffend symbolisch voor Magda’s leven! Probeer jezelf hierna nog maar eens te overtreffen Kristien!

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Ik, Octopus – Magdalena Rutová – NBC Parade – 32 blz. Er zijn al heel wat boeken over octopussen geschreven, er is echter maar één octopus die een boek over mensen heeft geschreven! Zij wil weten waarom de mens zoveel mooie spullen afdankt en...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Coco en het gekke ding – Loes Riphagen – Gottmer – 36 blz. Coco, het kleine vogeltje dat iedereen natuurlijk al kent van de vorige delen is in dit boek weer lekker aan het spelen met haar vriendjes. Eekhoorn, kikker, egel en Coco zien...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!