Op haar tiende maakte ze haar eerste stripboek
Tineke Honingh(Uitdam, 1977) is schrijver, nieuwsgierig, communicatieadviseur, ex-juf, behoorlijk chaotisch, af en toe blogger, moeder, fietser, eigenwijs, een beetje gek. Schrijven en ideeën bedenken, dat is wat ze het liefste doet. Dat zijn veelal verhalen, teksten of concepten voor jongeren en kinderen. Soms om ze in beweging te brengen, iets te laten beleven of te leren. Soms gewoon omdat ze het leuk vindt. Haar korte verhalen(10+) zijn uitgebracht bij uitgeverij Averbode. Haar debuut Robbie’s Songboek(11+) door Veltman Uitgevers. Ze bedenkt ook stripverhalen voor de Okki en die worden uitgegeven door Blink Uitgevers. Ze schrijft of bedenkt ook ideeën op bestelling. Alleen, of samen met bijvoorbeeld de Schrapfabriek.
Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?
Ik kom uit een piepklein dorpje (150 inwoners) aan het IJsselmeer. Mijn vader werkte in de bouw, maar was graag geschiedenisleraar geworden. Hij las (leest!) graag non-fictie, alles over de Romeinen, Etrusken, of over streken die hij gaat bezoeken. Mijn moeder, huisvrouw, was (is!) grootverbruiker van verhalen. Thuis werd er dan ook veel gelezen, vooral door mij. Vooral op eindeloos lange zondagen in de herfst, als alle kinderen in ons piepkleine dorpje aan het IJsselmeer in hun huizen bleven. Of op eindeloos lange zomermiddagen als ik en mijn vriendinnetje op een stretcher onder de Japanse bloesemboom lagen.
Mijn broertje was (net als ik overigens) dol op stripverhalen, mijn zus gaf niet zo veel om boeken. Ik herinner me dat ik wel eens haar boeken van ‘De Lijst’ pakte (ze is vier jaar ouder dan ik), als mijn boeken op waren. Er kwam een biebbus door ons dorp, maar soms duurde het me veel te lang voordat ie weer kwam.
Welke boeken waren in je jeugd favoriet?
Ik las van alles. Ronja de Roversdochter vond ik geweldig. Alle boeken van Jan Terlouw, Thea Beckman. Maar ook Dolf Verroen, ik las de serie over Snuf, stapels en stapels stripboeken (Storm, Franka, Blauwbloezen, Asterix) en af en toe een boek van mijn ouders of zus, als de voorraad op was.
Op welke leeftijd ontdekte je dat je aardig kon schrijven en had je toen al in je hoofd dat je schrijver wilde worden?
Toen ik tien jaar was, had ik mijn eigen stripblad, samen met mijn vriendinnetje. We hadden vier abonnees! Verhalen verzinnen zat er geloof ik altijd al in. Toen ik ging stagelopen als Marketing Assistant in Ottawa, Canada, ontdekte ik dat ik aardig kon schrijven. Alleen bleef het toen tien jaar bij commerciële teksten. Maar stiekem wilde ik heel graag kinderboekenschrijver worden.
Hoe ben je in zijn werk gegaan met dit boek? Heb je een schema gemaakt of schrijf je organisch?
Organisch. Ik begin altijd met een of meerdere personages. En die probeer ik dan heel goed te leren kennen en dan schrijf ik ze, heel gemeen, in de penarie. En blijf ik maar gewoon schrijven om te kijken hoe ze uit die penarie komen.
Wie zijn je grote voorbeelden op kinderboekengebied?
Mariken Jongman, vanwege haar prachtige woord- en beeldvondsten, humor. Edward van de Vendel, omdat hij niet alleen in verhalen maar ook in concepten denkt en Marjolijn Hof omdat zij een verhaal zo klein kan houden, dat alles eraan groots is.
Wat wil je met je boeken bereiken?
Lezers, haha! Ik heb geen groter doel met mijn verhalen dan dat ik hoop dat kinderen er helemaal in weg kunnen duiken, de wereld om hen heen vergeten en misschien verrast worden door mijn personages. Plezier in lezen staat altijd voorop.
Ben je al met een volgend boek bezig?
Ik ben altijd bezig met een paar verhalen! Soms is dat heel lastig, omdat mijn personages altijd in mijn hoofd zitten. Ik kan het niet goed uit zetten. Ik heb geen uitknop, geloof ik. Maar ik heb nu besloten welk verhaal ik het eerst ga afmaken en de eerste versie wil ik 1 maart af hebben. Stress!
Lees je zelf veel en welke boeken hebben indruk op je gemaakt?
Ik lees – nog steeds – heel veel. Bijna allemaal jeugdliteratuur of Young Adult. Heel soms piept er een volwassen exemplaar tussendoor en zo af en toe koop ik een poëziebundel. Eigenlijk maakt elk boek wel indruk op me, op een of andere manier. Misschien het personage, of het perspectief, de stijl, vaak de verhaallijn. Lastige vraag dus! Nou, vooruit, uit elke categorie 1
Jeugd: Kiek & Liefde, liefde, nog eens liefde van Mariken Jongman om bovengenoemde redenen.
Young Adult: Jandy Nelson’s Ik geef je de zon. Waanzinnige explosie van prachtige zinnen. Jaloersmakende opbouw. Geweldige personages.
Volwassen: Griet op de Beeck. Kom hier dat ik u kus was prachtig, maar haar debuut Vele hemels boven de zevende is misschien wel een van de mooiste boeken, punt. Hoe rauw ze schrijft, het komt zo hard bij me binnen, ik ben echt dagen van slag geweest. Wat een stelletje onnozele onnozelen kunnen mensen toch zijn in hun zoektocht naar liefde. Zoals Griet het beschrijft, zo zijn we. Allemaal.
Poëzie: Hannah van Wieringen, met haar debuutbundel Hier kijken we naar. Of toch Het moest maar eens gaan sneeuwen van Tjitske Jansen? Voor het eerst sinds lange tijd dat ik gedichten zo vaak las, dat ik ze uit mijn hoofd kende…
Vragen over Robbie’s Songboek:
Robbie’s Songboek is je debuut. Hoe is het idee ontstaan zelf een boek te schrijven, en dan specifiek over talentenjachten?
Ik wilde altijd al een kinderboek schrijven, maar had een stok achter de deur nodig. En nog wat techniek, zo bleek toen ik me aanmeldde bij Script Plus voor de opleiding ‘Proza voor Kinderen’. Voor die opleiding moest ik elke twee weken weer nieuwe stukken verhaal inleveren. Perfect om door te blijven schrijven.
Robbie is ontstaan tijdens een schrijfopdracht. Ik was al lange tijd verslaafd aan auditiefilmpjes. Ik vroeg me altijd al af wat voor kinderen (of volwassenen) daar aan mee zouden doen. Waarom? En hoe zou je je voelen vlak voordat je opging?
In het boek maken de vaders van Robbie rock, maar hijzelf speelt folkmuziek. Waar luister jij zelf naar?
*Lacht * Country ,Folk & Americana. Grote fan van alle oudere muziek, zoals Johnny Cash, Neil Young, James Taylor en de hedendaagse Daniel Romano en Israel Nash. Natuurlijk zou Robbie daar ook van houden!
Droomde je er ooit zelf van om mee te doen aan een talentenshow of om rocksterren als ouders te hebben?
Absoluut niet! Dat heb ik met Robbie gemeen: ik zou het in mijn broek doen van angst! En ik heb niks tegen rocksterren, maar het lijkt me niet altijd leuk als je ouders beroemd zijn, zoals Robbie ook af en toe merkt.
Hoe is je hoofdpersonage Robbie ontstaan? Is hij gebaseerd op een bestaand persoon?
Robbie is helemaal verzonnen, maar misschien wel een combinatie van een aantal kinderen die ik in al die honderden auditiefilmpjes heb gezien. Ik dacht bij mezelf: wat zou voor Robbie nu de vreselijkste situatie zijn waarin hij het podium op moest? Zo ontstonden de eerste 500 woorden. Een verschrikkelijke scène waarin Robbie zichzelf had opgesloten in de wc vlak voordat hij het podium op moest. Tja, dat was eigenlijk zo zielig, dat ik hem daar natuurlijk niet kon laten zitten, zo alleen. Toen schreef ik maar door.
Vragen: Felice Beekhuis en Pieter Feller