Robert van Oirschot heeft de smaak te pakken

Robert van Oirschot (52 jaar) is organisatie- en innovatieadviseur. Hij werkt als boardroomadviseur, trainer en coach bij banken, overheid en andere non-profit instellingen. Hij begeleidt startups en pionierde zelf met zijn adviesbureau in New York. Na de verkoop van zijn adviesbureau in 2015 richtte hij MidlifeExperience op. Door te genieten van de ervaringen en door (meer) te experimenteren wil Robert laten zien hoe ‘ouder worden’ steeds leuker wordt. Natuurlijk experimenteert hij zelf ook. Hij werkte als stagiair-chef in een restaurant en als leerling-meubelmaker in een atelier. Daarnaast werd hij uitgever van stripboeken en van de Leidse Durrrie Oktoburrr adventskalender en hoopt hij met BrandsUnited de wereld mooier te maken. Ook zijn roman is één groot experiment, waar hij met volle teugen van geniet. Hij houdt van voetbal, lezen, sporten, koken en zijn twee kinderen en vindt zichzelf een getalenteerd keeper; briljant zelfs, ook vanwege zijn onnavolgbare blunders.

Je zou Droog een politieke misdaadroman kunnen noemen, maar omdat er ook een belangrijke liefdeslijn in speelt, dekt die term misschien net de lading niet. Hoe kijk je daar zelf tegenaan?

Dat is gelijk een fijne vraag, ik heb er vanaf het begin namelijk best mee ‘geworsteld’. Is het een historische roman? Een politieke thriller? Of een historisch politieke misdaadthriller? Ik heb het eerlijk gezegd op een gegeven moment losgelaten. Ik wilde vooral een spannende roman schrijven, gebaseerd op historische feiten binnen een waargebeurde politieke sociaaleconomische context, met als twist een drooglegging die ik vanuit de Verenigde Staten naar Nederland breng. Best ambitieus, als ik dit zo teruglees. Wat wel vanaf het begin duidelijk was, is dat Antonie Donkers, mijn hoofdpersonage, tegenwicht moest krijgen van een vrouw, Helena, zijn grote liefde. Zij sensitief en intelligent, hij een rauwdouwer en ‘straatslim’. Helena is de enige die Antonie aankan en misschien wel het sterkste personage uit Droog. Dus ja, politiek, misdaad, historie, spanning maar zeker ook liefde.

Hoe lang heb je aan dit boek gewerkt, inclusief de research? Heb je met dit boek moeten leuren bij uitgevers, of was het meteen raak en hoe ben je bij The House of Books terechtgekomen?

Eigenlijk heb ik er in twee fasen aan gewerkt. De eerste fase was waarin het idee ontstond, ik de eerste drie bladzijdes schreef (op het strand in Griekenland) en aan de structuur puzzelde. Daarna heb ik, gestimuleerd door literair agent Paul Sebes, met tussenposes aan de eerste 100 pagina’s gewerkt die hij vervolgens aan drie uitgevers heeft aangeboden. Dat was waanzinnig spannend, omdat er dan wel een idee, structuur en eerste opzet lag, maar geen volledig manuscript. De eerste ronde ging naar drie literaire uitgevers, Hollands Diep, Querido en Bezige Bij. Hun reactie was, ondanks de afwijzingen, positief omdat ze het weliswaar niet bij hun eigen uitgeverij vonden passen maar wel voorstelden om het bij andere uitgevers te proberen. Dat klinkt nu mooi, maar toen was het zeker een teleurstelling. Gelukkig bleek m’n werk toch goed genoeg; ik werd in een tweede ronde bij zowel Ambo|Athos als The House of Books uitgenodigd, waarna ik zeer bewust voor Tomás Kruijer van de laatste heb gekozen. Hij was van meet af aan erg enthousiast en wilde dit samen aangaan. Voor mij was dat erg belangrijk omdat ik het ook echt als een samenwerking zag waarin er voor mij nog veel te leren viel. Alles bij elkaar duurde deze fase vier jaar; in mei 2013 had ik ‘het idee’ en in juni 2017 tekende ik mijn contract. Lang, maar logisch, ook vanwege mijn ‘andere’ werk als organisatieadviseur en de aandacht die ik aan mijn eigen adviesbureau moest geven.
De tweede fase duurde ruim een jaar, tot de boekpresentatie van 8 november. In die fase heb ik veel met Tomás gespard, de structuur omgegooid, de overige 250 bladzijdes geschreven en heel, heel veel redactiewerk verricht. Ik heb in die fase mezelf echt aangeleerd om ‘productie te draaien’, om te streven naar een vast aantal te schrijven pagina’s per week. Soms wat monomaan en eenzaam, maar tegelijkertijd ontstond er op een gegeven moment ook een flow die me door die periode heentrok. En alles in de nauwe samenwerking met de uitgever zoals ik voor ogen had. De keuze voor The House of Books en Tomás was heel bewust en -gelukkig- ook de juiste. Het hele proces van vormgeving, marketing en verkoop dat daarop volgt vind ik net zo leuk en interessant. En als je dan uiteindelijk je boek aan ‘het grote publiek’ mag presenteren… dat is echt een magisch moment waar ik met volle teugen van genoten heb.

Hoe heb je de research aangepakt?

Grondig. Het was vooral heel leuk, ook omdat het een fijne afwisseling met het hardcore schrijven bood. Ik kon uren online ronddwalen in sites die van alles vertellen over de politieke geschiedenis, de historie van Amsterdam, over de Olympische Spelen. Ga maar eens grasduinen op Mokum.nl, of Onsamsterdam.nl. Wikipedia niet te vergeten, en parlement.com om de Nederlandse politieke geschiedenis te duiden. Ik zocht op wat de populaire namen in de jaren twintig van de vorige eeuw waren en had de etymologiebank tot mijn beschikking als ik zeker wilde weten of een woord überhaupt wel bestond in die tijd. Voorbeeld: van het woord überhaupt kan je daar teruglezen dat het in 1901 al werd gebruikt en dus in Droog op zijn plaats was. Of Topotijdreis.nl, ook zo’n mooie site van het Kadaster; hier kan je tot 1850 terugkijken hoe de plattegronden van Nederlandse gemeenten waren (en veranderden). Als een soort historische Google Maps kon ik zo traceren of de looproutes van Antonie ook echt mogelijk waren. En niet te vergeten Delpher, de site van de Koninklijke Bibliotheek waarin miljoenen kranten- en tijdschriftartikelen zijn gedigitaliseerd, ik verdwaalde er regelmatig in tijd.
Natuurlijk ben ik ook veel in Amsterdam geweest om de stad en haar geuren op te snuiven. Ik vind het een heerlijke stad, kom er graag en vaak, dus de lokale research was zeker geen straf. En als ik het met de bewoners van de stad over mijn roman had dan kwamen er vaak fantastische anekdotes los die de verhaallijnen in Droog weer verder voedden. Ik had mijn mentale notitieblokje altijd bij de hand.

Komt er een volgende roman? Zo ja, wordt dat een vervolg op Droog of een heel nieuw verhaal?

Ja, primeur! Ik heb de smaak absoluut te pakken. Hoe zwaar het proces van schrijven ook kan zijn, ik heb er met volle teugen van genoten. Natuurlijk helpt het dat de reacties op Droog tot nu toe erg positief zijn, maar al voor het uitkomen heb ik Droog als deel I van een trilogie gezien. Elk deel behandelt 30 jaar, deel II de periode van de crisis, de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw en deel III gaat dan van de sixties richting de jaren negentig. Tijdens de research kwam ik feiten, ideeën en wetenswaardigheden tegen die ik zo in deel II en III kan opnemen. Fijn vooruitzicht is dat.
Los van de (eventuele) trilogie heb ik ook een paar andere ideeën die ik nu aan het uitwerken ben. Het gaat ook hier weer een mix van fictie en non-fictie, maar actueel en verwerkt in een internationale rechtbankthriller. Het gaat al met al best druk worden.

De Nederlandse politiek in die tijd wordt nogal gedetailleerd beschreven, waardoor het misschien minder geschikt is voor buitenlandse uitgaven, terwijl het boek wel internationale potentie heeft. Hoe kijk je daar zelf tegenaan?

Ik ben al heel blij dat jullie Droog internationale potentie toekennen, dankjewel! De potentie is me natuurlijk wel al vaker door het hoofd geschoten en met de drooglegging als rode draad en Amsterdam met z’n bijna filmische decor denk ik dat die er inderdaad is. De lokale politieke context is daarbij geen probleem, tenminste dat denk ik. Het gekonkel, de misstanden, het geweld, de machtspellen en de wellust; het zijn allemaal ingrediënten die we in welk land dan ook terugvinden. Misschien moeten de namen van de historische figuren enigszins aangepast worden. Ruys de Beerenbrouck, Baron Schimmelpenninck van der Oye; het zijn inderdaad geen soepel in het gehoor liggende internationale namen, maar die uitdaging ga ik, mocht het zover komen, graag aan. Mocht de internationale editie er daadwerkelijk komen dan kom ik daar ook over vertellen, goed?

Hoe combineer je je baan als ondernemer en organisatieadviseur met het schrijverschap? Zou je fulltime schrijver willen zijn of vind je de combinatie zoals die nu is ook prima?

Eigenlijk vind ik die combinatie en de afwisseling tussen de twee heel fijn. Ik kan mijn creativiteit zowel in mijn organisatieadvies als in het schrijven kwijt, waarbij ik steeds meer merk hoe ze elkaar voeden. Tegelijkertijd is het ook heel anders, ook wat uitvoering betreft. Als adviseur werk je met collega’s bij klanten met wie je kennis uitwisselt, samen luncht en grappen maakt. Schrijven doe je alleen, in je eigen wereld en die van je boek. De afwisseling is mij dan ook zeer welkom. Ik vind het enerzijds heerlijk om in de auto te zitten en uit te kijken naar weer een dag met de klant en anderzijds net zo fijn om me de volgende dag weer in mijn roman terug te trekken. Het vraagt wel een goede planning; het heeft namelijk geen zin om ‘om de dag’ te schrijven. Ik zoek naar aaneengesloten periodes van minstens drie dagen per week. Inclusief de weekenden.

Wie zijn je voorbeelden in de literatuur en welke boeken moeten we volgens jou absoluut eens lezen?

Heel divers eigenlijk. Ik hou van de boeken van Dennis Lehane, de manier waarop hij de schimmige zelfkant van de Amerikaanse samenleving beschrijft spreekt me aan. En de verfilmingen van zijn boeken (The Drop, Shutter Island, Mystic River) zijn echt aanraders. Van een heel andere categorie is Philip K. Dick. Hij is niet heel erg bekend bij het grote publiek (denk ik, sorry voor de aanname), maar als je de veelal bijzondere films op een rij zet die op zijn (vaak sciencefiction) boeken zijn gebaseerd dan besef je pas hoe groot hij is. Minority Report, Bladerunner, Total Recall of de serie Man in the high castle; het zijn allemaal pareltjes. Ook Tom Wolfe en Philip Roth lees ik graag, met name The right stuff en Plot against America hebben indruk op me gemaakt. Net als Kapitein Corelli’s mandoline trouwens, van Louis De Bernières. Wat een heerlijk boek was dat. Ik las het ‘op rantsoen’; slechts enkele pagina’s per dag om het einde zo lang mogelijk uit te stellen. Nu ik dit zo schrijf, denk ik dat ik het boek maar weer eens open ga slaan.

Vragen: Tiny Fisscher en Pieter Feller

Andere recensies

Lied van de profeet – Paul Lynch – Vertaling: Tjadine Stheeman en Lidwien Biekmann – Prometheus – 318 blz. De Ierse auteur Paul Lynch (1977), ontving voor zijn eerdere romans verschillende prijzen waaronder de Kerry Group Irish fiction Award en een Franse prijs voor...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Literatuur, Roman
| Reageer!
Kleine Aap – Mies van Hout – Hoogland & Van Klaveren – 32 blz. Je zal toch maar iets geweldigs hebben beleefd en het aan iedereen willen vertellen! Dat is de reden dat Kleine Aap ‘s morgens heel vroeg, op haar stepje, van blijdschap...
Lees verder Categorie: Kleuterboeken, Peuterboeken, Prentenboek, Voorleesboek
| Reageer!
Hoe Parijs de revolutie maakte & de revolutie Parijs – Jacques R. Pauwels – EPO – 383 blz. In het hart van de Franse Revolutie klopte de stad Parijs als een vurige motor van verandering. De straten van Parijs vormden niet alleen het toneel...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!