Spreekbuis van een sprakeloze vader
Kader Abdolah- Spijkerschrift- Uitgeverij de Geus- 384 blz.
Het boek Spijkerschrift vertelt over Aga Akbar en zijn zoon Ismael. Aga Akbar is doofstom geboren en heeft nooit leren lezen of schrijven. Het boek begint met een tekst uit de koran (Spelonk) over een groep mannen die toevlucht zoekt in een grot, in slaap valt en driehonderd jaar later weer wakker wordt. Als de mannen weer naar buiten gaan, is alles veranderd. Ook eindigt het boek hiermee. Ismael is de verteller in het boek, hij vertelt over zijn vader, hoe deze een vrouw krijgt en hoe zijn leven eruit ziet. Ismael is de oudste en enige zoon in het gezin en van jongs af aan de spreekbuis van zijn vader. Aga Akbar heeft een zelf verzonnen spijkerschrift gemaakt en Ismael probeert deze te vertalen. Hierdoor krijgt hij een beeld hoe zijn vader was en wat hij gedaan heeft.
Toch gaat het boek niet specifiek over dit schrift en hoe Ismael dit ontcijfert. Het boek gaat veel meer over de band tussen de vader en de zoon. Door de handicap van Aga Akbar is Ismael, vooral in zijn jonge jaren, meer een verlengstuk van zijn vader dan een individu. Langzaam probeert hij zich hiervan los te maken, maar blijft toch steeds verbonden aan zijn vader. Het verhaal speelt af tegen de achtergrond van Perzië, het huidige Iran. Waar het bewind van de sjah overgenomen wordt door geestelijken onder leiding van ayatollah Khomeini. Ismael komt vanuit zijn studie in het verzet en maakt zich hierdoor los van zijn eenvoudige familie, maar valt toch regelmatig terug op zijn vader voor hulp of als zijn vader hem nodig heeft. Uiteindelijk moet Ismael vluchten en in Nederland gaat hij aan de slag met de verhalen van zijn vader. Niet alleen om een beeld van zijn vader te krijgen maar ook om zich te bevrijden van de band tussen beiden: “Als ik mijn boek af heb,” riep ik naar Louis, “ben ik niet meer in dienst van mijn vader. Ik zal voor mezelf leven.”
Ik moest in het begin erg wennen aan de schrijfstijl van Kader Abdolah. Hij schrijft in korte zinnen met eenvoudig taalgebruik, dit leidt soms af van het verhaal. Maar hoe verder je in het boek komt, hoe meer het je gaat aanspreken. Je voelt mee met het gezin; met de vader die zich alleen met zeer eenvoudige handgebaren kan duidelijk maken, met de zoon die lang de spreekbuis van zijn vader moet zijn, maar ook met de moeder die er tussen in zit en met een van de zussen die net als haar broer in het verzet gaat. Langzamerhand worden banden, die lijken doorgesneden, duidelijk en wil je meer weten over Aga Akbar, Ismael en hun omgeving. Kader Abdollah blijft in dit boek nauwlettend bij de hoofdfiguren en laat bewust personages weg die voor het verhaal van vader en zoon niet belangrijk zijn, zoals Ismaels vrouw, die eigenlijk maar kort genoemd wordt. Hierdoor blijft het zijn sterkte houden en wordt het veel meer dan een verhaal over een familie.
Jeanine Notten