Tragikomisch verhaal over een goochelende vader
De grootste truc aller tijden – Theodor Holman – Nieuw Amsterdam – 172 blz.
De grootste truc aller tijden gaat over Joop Ising en zijn vader. Joop heeft in de oorlog in Indië in een Jappenkamp gezeten met zijn moeder, en zijn vader heeft aan de Birmaspoorweg gewerkt, althans dat zegt hij. Na de oorlog wordt het gezin gedwongen om naar Nederland te vertrekken, want in Indië is voor hen geen plaats meer. Vader voelt zich op en top een Indo. Het is een soort schild waarachter hij zich verschuilt. Het geeft hem een alibi om geen ‘normaal’ werk te verrichten. Omdat hij, volgens hemzelf, als Indo toch niet wordt geaccepteerd. Hij scharrelt de kost bij elkaar als goochelaar en bedenker van ‘illusies’ die hij verkoopt aan een goochelwinkel. Hij verdient te weinig en gaat op een gegeven moment bijverdienen door zakken te rollen in de drukke winkelstraten van Amsterdam.
Enkele jaren na hun terugkomst overlijdt moeder en vader en zoon blijven achter. Vader weet zich geen raad met de zoon, die hij altijd wil betrekken bij zijn goocheltrucs maar die daar geen aanleg voor, en geen zin in heeft. Uiteindelijk gaat Joop studeren en krijgt een saaie baan als boekhouder. Vader is dan allang uit beeld verdwenen. Niet helemaal, want hij stuurt zoon regelmatig filmpjes met ‘geheime’ boodschappen.
Holman baseerde zijn roman grotendeels op zaken uit zijn eigen verleden. Zijn ouders zaten tijdens de oorlog in Indië, vader werkte aan de Birmalijn en moeder zat in een Jappenkamp. Alleen maakte Theodor dat niet mee, want hij is van 1953. Eigenlijk verkeerde Holman in zijn jeugd in dezelfde situatie als Adriaan van Dis. Geboren uit ouders met een Indisch kampverleden. Ouders die niet met elkaar over de verschrikkingen konden of wilden praten.
De vader van Van Dis werd een gestoorde, strenge man. De vader van Holman zocht zijn heil o.a. in het maken en uitvoeren van goocheltrucs. Van Dis schreef een paar prachtige boeken – Nathan Sid en Indische Duinen – over zijn jeugd. Holman heeft, lijkt me, ook genoeg stof om een indringende roman te schrijven over twee mensen die niet kunnen praten over hun verdriet en een naoorlogse zoon die in dat spanningsveld overeind moet zien te blijven. Holman vond het dagboek dat zijn vader schreef in Birma, dat vol bleek te staan met goocheltrucs en grappen. Hij koos er voor om die elementen uit dat dagboek te gebruiken en er een tragikomische roman van de maken. Ik vind dat hij daar maar ten dele in is geslaagd. Soms is het verhaal tragikomisch, maar soms ronduit flauw. En je kunt natuurlijk wel als schrijver de hele tijd roepen dat namen, grappen en trucs flauw of slecht zijn, maar dat maakt het verhaal nog niet grappig of beter.
Ook het lezen over hoe trucs worden gemaakt en in zijn werk gaan, is net als het lezen van een kookboek, geen opwindende literatuur.
Soms zijn situaties waarin zijn vader zich begeeft tenenkrommend, en de lezer voelt dat heus wel aan, maar dan gaat Holman dat nog eens uitleggen.
Aan het eind van het boek duikt de volwassen Joop in bed met het dertienjarige meisje Freija. Probeert Holman ons te schokken? Ook de therapie die Joop volgt bij professor Bastiaans om zijn oorlogsverleden te verwerken hoort bij het belachelijk maken van het slachtofferschap, maar maakt geen diepe indruk. Het boek heeft nog een verrassende ontknoping waar ik niets over mag zeggen, omdat die met de grootste truc aller tijden te maken heeft.
Een aardig boek dat soms verveelde door langdradige dialogen of uitweidingen over Egyptologie of priemgetallen. Als we de tekst op de achterflap mogen geloven heeft Holman het schrijven van een indrukwekkend boek wel in zich. De citaten zijn van Karel van het Reve en Willem Wilmink, beiden overigens allang overleden. Holman moet met een volgend boek nog maar eens aantonen dat hij ‘een schijnbaar luchtige, maar in wezen hartverscheurende roman’ kan schrijven. Dit boek vind ik alleen maar (k)luchtig.
Pieter Feller
De grootste truc aller tijden is o.a. te koop bij Bruna.
One thought on “Tragikomisch verhaal over een goochelende vader”