Tweeling problemen

Hannah en ik – Pauline J. van Munster – In de Knipscheer – 218 blz.

Na haar debuut met novellen in 1990, is dit de vijfde roman van Pauline van Munster. Na haar derde roman Lied van Mod uit 2003 moesten we vijftien jaar wachten op de vierde, De zoektocht naar Madeleine Merano. Kennelijk heeft de auteur de draad weer opgepakt en heeft na twee jaar alweer een nieuwe roman het licht doen zien: Hannah en ik.

Op de flaptekst staat vermeld dat Van Munsters verhalen zich meestal afspelen in een geïsoleerde situatie. Dat is in deze roman beslist ook het geval. De hoofdpersonen Ada en Hannah, een eeneiige tweeling, leven in een niet bij name genoemde betrekkelijk grotere stad. Eeneiige tweelingen zijn op een paar zeer kleine details na lichamelijk identiek, maar de auteur laat zien dat de omstandigheden waarin ze opgroeien tot een groot verschil in geestelijke toestand kunnen leiden. Een knap staaltje beschrijving van psychologische ontwikkeling!

Het ultieme gevolgen worden al direct in het eerste hoofdstuk duidelijk: Ada zit in de gevangenis. Daar weten ze alles af van de tweeling. Het heeft in de kranten gestaan: “Moordzuchtige tweeling op oorlogspad? Is de nachtclub nog veilig?” “Ze hadden er alle reden toe om de man de keel door te snijden.” Maar Ada, de ik-verteller, zegt er meteen over dat dit een verkeerde afspiegeling van het gebeurde is. Nee, het “is gewoon het zielige verloop van een mislukt huwelijk met moeilijk opgroeiende kinderen, gebroken illusies … foute huwelijken, foute moeders, foute mannen”. Wat dus in aanzet een thriller lijkt – wie heeft de man vermoord – wordt door Van Munster omgezet in een psychologische ontwikkelingsroman.

Ada krijgt in de gevangenis van haar therapeute de opdracht om alle gebeurtenissen op schrift te stellen om haar geestelijke toestand te verbeteren. Hannah schrikt meteen en niet ten onrechte… We lezen dan ook direct dat het tussen de tweelingzussen tot een breuk is gekomen. Een breuk die vooral Ada pijn doet. Zij heeft altijd de innige verbintenis van het tweeling zijn het sterkst gevoeld. Zij stelt zichzelf volledig ten dienste van haar tien minuten oudere zus Hannah en denk dat het omgekeerd ook het geval is. In het begin van hun leven lijkt het ook daarop, maar Hannah gaat een steeds zelfstandiger leven leiden.

Van Munster heeft het verhaal een strakke structuur gegeven. Begin en einde tijdens het bezoek van Hannah aan Ada in de gevangenis. Tussen begin en einde het verhaal van de misdaad, zeer gedetailleerd weergegeven, soms bijna in ‘real time’. Achtereenvolgens dan steeds een hoofdstuk over die ellendige dag en een hoofdstuk over het opgroeien van de twee zussen, hun vader, hun moeder, oom Bob en Aisia, de bijrollen in het verhaal. Over die personen gesproken valt het op dat de auteur hen allen een naam geeft die een palindroom is: Ada, Hannah, Otto en Nellen Reinier, Bob, Suus, Lil, Reller, Aisia… De vraag is of dit een functie heeft of alleen maar een aardigheid is. De lezer oordele zelf.

Omdat Ada de ik-verteller is, kan de lezer het meest met haar meevoelen, haar gedachten begrijpen, maar tegelijkertijd de behoefte voelen haar eens stevig de waarheid te vertellen om zich weerbaarder op te stellen. Komt ze nog tot inzicht of blijft het bij wat ze zegt dat de breuk met Hannah voor haar betekent: “Het voelde als een losscheuren van iets wat van nature onafscheidelijk is. Rauw en diep, onherstelbaar.” De stijl van Van Munster mag broeierig, meeslepend en spannend worden genoemd, soms een klein beetje ‘overdone’ met woorden die te theatraal lijken om door een meisje en later jonge vrouw als Ada in haar gedachten te laten opkomen.

Ada wil zo graag iets kunnen wat Hannah niet kan. Dat lukt een keer als de auteur haar laat ‘toveren’. Met alleen haar focus op de fietsketting van een meisje (een concurrente), laat ze die knappen, zodat ze valt. Al snel wordt dit tenietgedaan in de winkel waar ze op verzoek van Hannah een flesje niet weet te bewegen. Gaat deze scène niet net iets te ver? Ook sloop er een foutje in de tijd met betrekking tot de komst van haar hond Omo (ook al een palindroom). Ze kreeg die van een meisje op haar middelbare school. Echter op ongeveer elfjarige leeftijd mag Omo mee voor een bezoek aan tante Eve.

De minimale tekortkomingen wegen in geen velden of wegen op tegen de pluspunten van de roman. Het proces van het opgroeien en de onontkoombare breuk zijn door de auteur in een directe stijl en met veel inlevingsvermogen neergezet. Zodanig zelf dat de lezer zich met de verteller kan en gaat vereenzelvigen. De opbouw van het verhaal wekt ruim voldoende spanning op, waaraan de afwisseling van het ‘coming of age’-verhaal en de gebeurtenissen op de dag van de moord, sterk bijdraagt.

Kees de Kievid

Interview met Pauline J. van Munster

Boek bestellen!

Andere recensies

Kip op je kop – Jowi Schmitz – Illustrator: Jeska Verstegen – Querido – 119 blz. Jowi Schmitz is auteur van zowel jeugdboeken als voor volwassenen. Zij studeerde Culturele studies en is naast auteur ook theaterrecensent. Zij heeft voor haar werk onder andere de...
Lees verder Categorie: Jeugdboeken
| Reageer!
SALOMON – Jacqueline Zirkzee – Nobel Boeken – 240 blz. Volgens de uitgever  is SALOMON een dystopisch verhaal over de wereld ná de Toeslagenaffaire, speculatieve fictie met thrillerelement. Wat mij betreft is het veel meer dan dat. De lezer duikt in het leven van...
Lees verder Categorie: Dystopie, Roman
| Reageer!
Wat ik allemaal zou kunnen zeggen – Tiny Fisscher & Katrin Laureijssens – Illustraties: Eva Neirynck – Samsara – 68 blz. Achttien hoofdstukken staan er in dit boek. Te beginnen met het hoofdstuk ‘De vraag’ en eindigend met het hoofdstuk ‘Het antwoord’. De hoofdstukken...
Lees verder Categorie: Filosofie, Kinderboeken
| Reageer!