Van tuinbouwschool naar kunstacademie

Sanne te Loo (Waddinxveen, 1972) schrijft prentenboeken en is illustratrice. Ze woont momenteel in Utrecht met haar man en twee kinderen. In 1995 studeerde ze af aan de Academie voor Beeldende Kunsten Sint-Joost in Breda. Ze tekende voor verscheidene tijdschriften, vakbladen en jeugdboeken. Andere culturen, andere tijden en sprookjesachtige werelden hebben haar voorkeur. Ze maakte een aantal eigen prentenboeken, waaronder Kleine Vis, Een hoofd om op te staan en Gewoon Fien. Bij De schoenen van de zeemeermin maakte ze zelf een app. Daarin zijn bewegende delen, muziek, een voorlezer en een spelletje aan het verhaal toegevoegd. Ze schreef hiervoor ook zelf de tekst. In 2014 illustreerde ze De duik van Sjoerd Kuyper. Ze ontvingen hiervoor gezamenlijk de Glazen Globe en de Jenny Smelik-IBBY prijs.

Was je als kind al vaak aan het tekenen en wist je al snel dat je beter kon tekenen dan anderen?

Tekenen was voor mij zo vanzelfsprekend en niet zo moeilijk als rekenen en taal en dat viel wel op! Gelukkig was daar op mijn lagere school ruimte en aandacht voor.

Maakte je zelf ook boekjes?

Ja, dat zegt mijn moeder tenminste! Zelf herinner ik het mij niet zo goed, maar wel dat ik graag mijn schriften versierde en gek was op werkstukken maken. Dat werden echte boekwerkjes.

Van wie heb je je talent geërfd, denk je?

Dat zou ik niet weten. Het zit niet in de familie, mijn ouders tekenen niet. Toch hebben ze mij mijn gang laten gaan en gezien wat ik kon.

Op welke leeftijd kwam je erachter dat je van tekenen je beroep kon maken?

Eerst durfde ik niet te denken dat ik van tekenen mijn beroep zou kunnen maken en koos voor de tuinbouwschool. Daar merkte ik pas hoe erg ik het tekenen miste en stapte ik alsnog over naar de kunstacademie. Het was geen kwestie van een kiezen, maar meer niets anders kunnen.

Hoe ben je tot deze stijl gekomen?

Het is een ontwikkeling van jaren schilderen, begonnen met acrylverf, daarna olieverf en nu met aquarel en gouache. Telkens iets nieuws uitproberen en je door anderen laten inspireren. Het werken met aquarelverf verrast mij het meest, je hebt het niet helemaal in de hand en dat vind ik fijn.

Zijn er ook onderwerpen die je lastig vindt op te tekenen?

Ja, een klaslokaal, te saai, alleen de kinderen maken het leuk.

Welke materialen hebben je voorkeur?

Op dit moment werk ik met aquarelverf, gouache, met pen op papier.

Is illustreren een fulltime baan of doe je nog ander werk?

Eigenlijk ben ik fulltime bezig met mijn illustratiewerk, maar ik wissel het af met scholenbezoeken en probeer soms een nieuw verhaal te schrijven.

Doe je ook andere commerciële opdrachten?

Eenmaal de Academie afgerond ben ik begonnen met illustreren voor tijdschriften, maar toen ik de kans kreeg een eerste prentenboek te maken ben ik daarmee gestopt.

Waar komt je specifieke voorkeur voor andere culturen vandaan?

Ik verwonder me graag en dat kan heel goed als je kan ronddwalen in andere cultuur. Helaas ga ik niet zo vaak op reis, maar wel in mijn hoofd. Het is geweldig om je in een ander land te verdiepen en te proberen de sfeer te vangen op papier.

Is er een auteur waarmee je graag een keer zou samenwerken?

Er zijn er zo veel! Maar het verhaal is voor mij het belangrijkste, daar moet ik enthousiast van worden, ik moet er meteen mooie beelden bij zien.

Hoe kom je aan je verhalen voor een prentenboek?

Meestal is het iets uit mijn leven, een idee wat al lang licht te sluimeren. Na heel veel proberen, vallen soms de stukjes in elkaar en lijkt het verhaal zo logisch, dat ik zelf niet begrijp waarom het zo lang moest duren.

Welke illustratoren bewonder je en hebben je misschien zelfs beïnvloed?

De illustratoren die mij als kind zeer aanspraken waren John Bauer, Walt Disney en N.C. Wyeth, en later Charley Harper, Annemarie van Haeringen, Tom Schamp en Carson Ellis.

Laatst heeft Charlotte Dematons Alleen op de wereld opnieuw geïllustreerd. Welk boek zou jij graag opnieuw van illustraties willen voorzien?

Peter Pan, als dat zou mogen!

Vragen: Nelly Hofman en Pieter Feller

Andere recensies

Historische atlas van de Lage Landen 1257-1439 – Sieg Monten – Omniboek – 415 blz. De Belgische historicus Sieg Monten (1972) pikt in zijn nieuwe boek de draad weer op van de politieke geschiedenis van de Lage Landen. In 2022 verscheen het eerste deel,...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Het bos – Sebastián Ilabaca – Querido – 24 blz. Dit boek zal niet in de boekenkast passen. Maar ik weet ook zeker dat het veel gebruikt zal worden. Kinderen vanaf een jaar of twee kunnen heerlijk rustig liggend op de grond dit boek...
Lees verder Categorie: Kleuterboeken, Peuterboeken
| Reageer!
Buitendijks – Toine Heijmans – Pluim – 336 blz. Hoe komt een schrijver op het idee om een verhaal te schrijven over een man die in de uiterwaarden bij Nijmegen woont? Het verhaal van zijn oom Henk Verkaart zette Toine Heijmans op het spoor....
Lees verder Categorie: Boek van de week, Literatuur, Roman
| Reageer!