Verhelderend verslag van een ambivalente verhouding
Het bedwongen bos – Dik van der Meulen – Noordboek – 392 blz.
Auteur Dik van der Meulen schreef meerdere boeken over mens en natuur. Zijn boek De kinderen van de nacht. Over wolven en mensen, werd in 2017 bekroond met de Jan Wolkers Prijs. Ook schreef hij een biografie over Jac. P. Thijsse. Natuurbeschermer en schrijver.
Ik moet bekennen dat ik tot nu toe niets van Van der Meulen had gelezen en dat hij mij onbekend was. Het bedwongen bos, oorspronkelijk in 2009 verschenen, was mij ontgaan. Met deze gewijzigde en geactualiseerde herdruk uit 2022, kon ik mijn verzuim alsnog goedmaken.
De ondertitel van dit werk luidt “Nederlanders en hun natuur” en dat is een prima karakterisering. Het betreft de verhouding mens natuur in Nederland door de eeuwen heen. Een hoogst actueel onderwerp, gezien de huidige discussie omtrent stikstof, de rol van de agrarische sector in het landelijk gebied en in het algemeen de toenemende spanning tussen een hoge bevolkingsdichtheid, sterke economische ontwikkeling en de wens tot natuurbehoud.
De dichtregels van J. C. Bloem: “En dan, wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, een heuvel met wat villaatjes ertegen”, waren destijds en zijn dat nu nog, illustratief voor de strijd om de ruimte in ons drukke verstedelijkte land. Ruimte voor natuur moet hier worden bevochten, meer dan elders in Europa.
Van der Meulen maakt in dit werk heel inzichtelijk dat deze discussie in een bepaalde context al eeuwen wordt gevoerd. Hij maakt hierbij dankbaar gebruik van allerlei literaire bronnen uit Bijbelse, Romeinse en Middeleeuwse tijden.
Wat wij nu natuur noemen, zoals hei en moeras, waren de voormalige “woeste gronden”, die men lelijk, gevaarlijk en nutteloos vond en waarvan men de ontginning zeer waardeerde en bevorderde. Bossen werden geëxploiteerd en omgezet in akkerland, zodat Nederland in de negentiende eeuw bijna geen bos meer had. De sloop van het laatste stukje oerbos, het woud bij Beekbergen, markeerde min of meer een kanteling in het denken over natuur en natuurbehoud.
Frederik Willem van Eeden (vader van de bekende schrijver F. van Eeden), schreef naar aanleiding van de ontginning:
“Dit bosch had als monument van de voormalige natuur van ons land niet minder waarde dan oude gebouwen voor de geschiedenis der vaderlandsche kunst, en het redden van zulke merkwaardige plekjes uit sloopershanden moest aan de Koninklijke Akademie van Wetenschappen worden opgedragen”.
Doordat Nederland heel lang een voornamelijk agrarische samenleving bleef, waar de industriële revolutie relatief laat op gang kwam, ontstond er ook pas laat een beweging tot behoud van natuurschoon. Andere landen waren ons in dit opzicht voor. Pas na 1870 begon hier een beweging op gang te komen die de waarde van ongerepte landschappen en wildernis ging inzien en positief leerde waarderen. Frederik van Eeden was zo’n pionier die over de natuur schreef (hierbij geïnspireerd door zijn grote voorbeeld, de Amerikaan Henri David Thoreau, die in zijn boek Walden, het leven in de wildernis verheerlijkte).
Aan het einde van de negentiende eeuw trad een duo naar voren die we gerust de grondleggers van de “moderne” natuurbescherming in ons land mogen noemen: Eli Heimans en Jac. P. Thijsse, oprichters van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, redders van het Naardermeer en voor de popularisering van de natuurbeleving van grote betekenis door het schrijven van een grote reeks Verkade albums.
In de twintigste eeuw werden vervolgens Jeugdnatuurorganisaties opgericht, studie van de natuur in al haar facetten werd populair, de overheid kreeg steeds meer oog voor het belang van natuur, met name ook voor de mogelijkheid tot recreatie, en regelgeving werd aangescherpt. Snelle bevolkingsgroei, industrialisatie, intensivering van de landbouw en uitbreiding van het wegennet, zorgde er voor dat het onderwerp actueel en urgent bleef.
Het bedwongen bos is bepaald geen dorre opsomming van allerlei feiten en jaartallen, maar een uiterst levendig geschreven verslag van deze maatschappelijke ontwikkeling die vele ups en downs heeft gekend en nog kent. Het boeiende van dit werk is ook dat de auteur steeds switcht tussen de omvangrijke literatuur die hij tot zijn beschikking heeft en zijn eigen waarnemingen in het hier en nu:
“De eerste warme voorjaarsdag loopt ten einde. Boven de Waal komt de trein naar het noorden langzaam in beweging. Vanaf de plek waar Nescio de Uitvreter van de spoorbrug liet stappen, zien we groepen fietsers op de dijk bij Lent. Vrouwen in kniebroeken, mannen met witte petten en vooral
veel oude witte benen. In de uiterwaarden wandelen mensen op bergschoenen. Even druk was het vanmiddag in de Millingerwaard en op het terrein van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, waar groepen schoolkinderen zich verdrongen tussen de geïdealiseerde miniatuurprovincies. Elders in het land zal het op zo’n dag niet anders zijn geweest”.
Welke opvatting over natuur in Nederland men ook heeft: iedereen met interesse voor, en een mening over dit onderwerp, moet dit boek gaan lezen!
Dick Huitema
Boek bestellen!