Vermakelijke klassieker
De wind in de wilgen – Kenneth Grahame – Illustraties: Ernest H. Shepard – Vertaling: A.C. Tholema – Ploegsma – 252 blz.
Dit is een versie van De wind in de wilgen uit 1993. Het is een kinderboek dat ook volwassenen moeiteloos weet te boeien. Met zijn subtiele Britse humor en tijdloze thema’s is het een verhaal over vriendschap, avontuur en het rustige leven langs de rivier. Niet voor niets wordt het al generaties lang beschouwd als een echte klassieker. Hoewel het verhaal aanvankelijk rustig begint, wordt het later avontuurlijk en spannend, vooral tijdens de Slag om Paddenburg. Wat dit boek bijzonder maakt, is dat het iets biedt wat weinig romans uit zijn tijd durfden of konden: het spreekt lezers van alle leeftijden aan. De kracht van vriendschap, trouw en de moed om een verschil te maken vormen de rode draad in dit charmante verhaal.
Mol en Rat
Het verhaal opent met Mol, een vriendelijk en wat naïef diertje dat tijdens de lenteschoonmaak besluit de wijde wereld in te trekken. Hij ontmoet Rat, die dol is op varen met zijn bootje over de rivier. Samen brengen ze zonnige dagen door met picknicken en roeien, tot ze besluiten een vriend van Rat op te zoeken: Pad.
Pad is een energieke maar roekeloze figuur, die op dat moment bezeten is van zijn nieuwste hobby; het rijden met paard-en-wagen. Wanneer ze samen op pad gaan, worden ze onderweg bijna van de weg gereden door een auto. Auto’s waren destijds het nieuwste speeltje van de elite. In plaats van geschrokken of boos te zijn, raakt Pad juist geobsedeerd door auto’s – een fascinatie die hem uiteindelijk in de problemen brengt.
Wilde avonturen van Pad
Na het stelen van een auto wordt Pad gearresteerd en opgesloten. Gelukkig krijgt hij hulp van de dochter van de gevangenisbewaarder, die medelijden met hem heeft. Vermomd in de kleren van een wasvrouw weet hij te ontsnappen. Er volgt een lange reeks bizarre avonturen die Pad met bluf en leugens tot een goed einde brengt.
Bij zijn terugkeer hoort Pad dat zijn huis, Paddenburg – zijn grote landhuis – is overgenomen door de hermelijnen en wezels uit het Wilde Woud. Samen met zijn trouwe vrienden Rat, Mol en de wijze Das bedenkt hij een plan. Via een geheime tunnel dringen ze het huis binnen en slagen erin de indringers te verjagen. Paddenburg is weer van Pad. Aan het einde van het verhaal lijkt hun rustige leven langs de rivier zich te hervatten. Wel blijft Pad vatbaar voor nieuwe obsessies – al weet hij zich beter in te houden dan voorheen.
Een echt Engels boek
De ware charme van De wind in de wilgen ligt in de liefdevolle beschrijving van het Engelse plattelandsleven, vooral dat van de hogere klassen aan het begin van de twintigste eeuw. Roeien, picknicken, croquet spelen en luieren – het zijn bezigheden van personages die alle tijd en geld van de wereld lijken te hebben. Dankzij het succes van dit boek kon Grahame zijn gehate baan bij een bank achter zich laten en zelf een leven leiden zoals hij dat in zijn roman idealiseerde: met thee en taartjes op het grasveld in de zon met het rustgevende kabbelen van de rivier en het geruis van de bladeren van de wilgen op de achtergrond.
De personages dragen in grote mate bij aan het succes van het boek. Pad is opgeblazen en potsierlijk, maar ook ontwapenend in zijn enthousiasme. Das is streng maar wijs, een vaderfiguur voor de rest. Er is iets kneuterigs aan De wind in de wilgen. Het verhaal is nostalgisch, vaak heel knus en gezellig, en leest als een warm bad. Het is geen wonder dat dit boek tot de beste kinderboeken aller tijden wordt gerekend – maar eigenlijk is het gewoon een van de beste boeken.