Verweven levens
Een urn vol kinderdromen – Cilja Zuyderwyk – Uitgeverij Aspekt – 196 blz.
Cilja Zuyderwyk (1949) doceerde sociale vaardigheden en heeft een zelfstandig adviesbureau. Daarnaast runt ze een kunstgalerie, ontwerpt glasobjecten en sieraden, schrijft gedichten en proza. Ze publiceerde in tal van literaire tijdschriften, e-zines en bloemlezingen. Met haar man Jan Zwaaneveld publiceerde zij twee dichtbundels: Smeltwater in 2004 en Een duiventil te paard/Mijten in een hemelbed in 2009.
In 2011 kwam haar solobundel Exotisch verblijf uit in de Windroosserie van uitgeverij Holland. Het titelgedicht werd opgenomen in De 100 beste gedichten voor de VSB poëzieprijs 2012. Een urn vol kinderdromen is haar debuutroman.
Het begin van het boek zette mij meteen in het verhaal. Het hoofdpersonage Cecilia is tien jaar oud, maar “ze vindt tegen poppen praten te kinderachtig worden”, wat duidelijk maakt dat ze op de grens van de puberteit is. Haar moeder is een zorgzame, hardwerkende vrouw en haar vader werkt op zee en ze ziet hem soms een langere tijd niet, wat ze erg jammer vindt, want ze is nogal dol op haar vader, de ‘waterfilosoof’ zoals ze hem noemt. Dan wordt de oma geïntroduceerd: een statige dame die een moeizame relatie heeft met haar dochter, Cecilia’s moeder. Ze kunnen maar een paar dagen in elkaars gezelschap zijn, het wordt al snel teveel en dan moet oma weer naar haar eigen huis. Dan is er tante Maria, die bij oma woont en ook een dochter van haar is. Ze wordt ook wel tante Vlek genoemd, omdat ze vaak rode vlekken krijgt van de zenuwen.
We lezen de beschrijving van de volwassenen door de ogen van Cecilia en dat is verfrissend; hoe kijkt een tienjarige naar de wereld om haar heen? Ze probeert te begrijpen waarom haar moeder zo moeilijk met haar oma om kan gaan, waarom er nooit over opa gesproken wordt, waarom tante Maria ‘de zenuwen’ heeft, waarom haar moeder is weg gegaan uit haar geboortedorp. Af en toe vangt ze wat op of krijgt een kort antwoord, maar daardoor wordt haar nieuwsgierigheid alleen maar groter. Ze is graag bij haar oma en tante Vlek, daar voelt ze zich vrij. Ze is niet alleen de wereld om zich heen, maar ook zichzelf en haar lichamelijkheid aan het ontdekken. Later komen we er als lezer achter dat Cecilia in de jaren zestig leeft.
Boven oma en tante Vlek woont de familie Appeljan. Dan maken we een sprong terug in de tijd, de jaren ’30. Greetje en Henk Appeljan proberen zich staande te houden in de moeilijke crisisjaren en de jaren ’40 die volgen. Maria, die zich bij haar eigen familie niet zo prettig voelt, komt graag bij hen over de vloer.
De hoofdstukken wisselen elkaar af in perspectief: we volgen Cecilia op kostschool, met nieuwe vriendinnen, spannende uitjes en jongens om naar te lonken. Tegelijk blijft ze nieuwsgierig naar haar familiegeschiedenis. Tussendoor volgen we Henk en Greetje Appeljan, die laveren tussen bevriende Joodse mensen helpen en zichzelf staande houden in het toenemende geweld van de Duitse bezetting. En de familie Bals, die twee zoons naar Duitsland afgevoerd zien worden en met de overige acht kinderen het hoofd boven water probeert te houden, wat erg moeilijk wordt als de vader verdwijnt.
Dan wordt Willem geïntroduceerd, de vader. Je vraagt je als lezer, net als Cecilia, af hoe het zit, waar hij is gebleven. Door de nazi-sympathieën van de twee zoons en de ritjes die Willem Bals naar Duitsland maakt, denk je al snel dat hij de verkeerde kant heeft gekozen. Het blijkt toch verrassend anders te zitten.
De levens van de familie Appeljan en de Bals blijken behoorlijk verweven geraakt te zijn in de oorlogsjaren en beetje bij beetje komen we te weten welke impact bepaalde beslissingen hebben gehad op hun levens. Een erg mooi stuk in het boek vond ik het moment dat Cecilia iemand ontmoet die haar vader van zeer dichtbij heeft gekend. Ze weten van elkaar niet hoe en wat en het moment gaat voorbij. Dan zit je als lezer op het puntje van je stoel.
Aan het einde van het boek wordt alles duidelijk en snappen we hoe het zit. De uitleg van de titel geeft hier nog een extra toevoeging aan: in de urn van de as van opa zitten vele onuitgekomen kinderdromen gevangen, zowel van Maria als van Cecilia.
Het boek is ingetogen en met veel directe rede geschreven. Het is nergens zwaar of dramatisch, terwijl er toch ingrijpende dingen gebeuren. Het is het relaas van twee families die hun weg zoeken in een moeilijke tijd waarin eerst de kerk en daarna de Duitse bezetting een grote stempel drukken op het leven. Omdat we ook vanuit het perspectief van Cecilia kunnen kijken, ga je voelen waarom veel dingen niet te begrijpen zijn.
Klinkt als een interessant boek. Bedankt voor de recensie!