Vluchtverhaal en integratie in Nederland
Yaad: Het meisje zonder geschiedenis – Sarwar Joanroy – Nobelman – 316 blz.
Sarwar Joanroy is geboren in 1962 in de stad Slemani in Koerdistan (Noord-Irak). Hij werkte daar als basisarts en kwam in aanraking met slachtoffers van de chemische gifgasbombardementen van de drie jaar durende Anfaal-campagne van het Iraakse regime tegen de Koerden. Joanroy woont sinds 1989 in Nederland, waar hij nu in Groningen werkt als psychiater. Yaad: Het meisje zonder geschiedenis is zijn debuutroman. Joanroy heeft zich voor dit boek laten inspireren door zijn eigen ervaringen, maar het boek bevat ook waargebeurde elementen uit de verhalen van anderen.
Yaad: Het meisje zonder geschiedenis begint in 1987 in Slemani. Namo, de politiek actieve boekhandelaar, treft voorbereidingen om zijn huwelijk te redden na een ruzie met zijn vrouw Nesrin. Ondertussen is Nazdat thuis aan het repeteren voor haar trouwfeest dat de volgende dag zal plaatsvinden in haar geboortedorp. Friba, de zwangere Koerdische Peshmerga uit Iran, is met haar man Kamaran onderweg naar het ziekenhuis in de stad. De drie weten niets van elkaars bestaan, maar het lot zal hen samen brengen. De dood en het leven zal hen binden: baby Yaad. Wie is zij? En wat weet ze van haar eigen geschiedenis?
Het boek bestaat uit vier delen: de situatie in Koerdistan, de vlucht van Namo en zijn familie, het begin van hun nieuwe leven en de integratiepogingen in Nederland en tenslotte de waarheid over Yaad en haar persoonlijke geschiedenis. Ieder deel is een stap in het heftige leven van een vluchtelingen.
” ‘Een goed verhaal,’ vond iemand die hij niet eens kende.
‘Mazzel om zo’n interview te hebben,’ meende een ander.
‘Daar kun je snel een verblijfstatus mee krijgen.’
‘Nou, eerst een afwijzing is normaal hoor. Blijf gewoon maar bij je verhaal.’
‘Heb je al een advocaat, die is er vast blij mee.’
‘Ja, Koerden, Palestijnen en Somaliërs, die maken vaak een goede kans’
‘Nou, die Roemeense vrouw en die uit Estland maken ook wel kans. Daar is het ook rampzalig onder de dictaturen.’
Dit was de plek waar mensen uit gruwelijke en catastrofale landen een soort status hadden gekregen. Mensen uit die landen werden benijd vanwege hun ellende. Namo kreeg het gevoel dat hij, in hun ogen, zijn verhaal verzonnen had om zo aan een verblijfsvergunning te komen. Zou de man van justitie, die hem geïnterviewd had, ook zo gedacht hebben?”
En Namo’s mede-asielzoekers in het AZC in Slagharen hebben gelijk: een goed vluchtverhaal is het zeker!
Het verhaal drukt je als lezer met de neus op de feiten. Yaad: Het meisje zonder geschiedenis is een goed boek voor iedereen, maar vooral een absolute mustread voor alle Nederlanders die iets willen leren over het vluchtproces en de persoonlijke dilemma’s waarvoor iedere individuele vluchtelingen komt de staan. Iedereen gaat anders om met hun eigen situatie, en iedereen reageert anders op bepaalde gebeurtenissen. Namo heeft een meer genuanceerde kijk op het aanpassen in Nederland dan zijn vrouw Nesrin. Ze leren Nederlanders kennen, maar ook andere koerden die juist heel extreem zijn in hun opvattingen. Ook is het goed zichtbaar hoe de kinderen van Namo en Nesrin opgroeien in een tweestrijd met zichzelf: houden ze zich aan hun ouderlijke tradities of kiezen ze voor een meer Westerse standaard?
Felice Beekhuis