Waar of niet waar?
Finse dagen – Herman Koch – Ambo-Anthos – 308 blz.
Herman Koch geeft twee motto’s mee aan zijn roman Finse dagen. Het eerste is een kort gedicht van Aatto Aalto: “Finse dagen. Finse nachten. Het is vooral dat lange wachten.” Het tweede is van Ralph Waldo Emerson: “Every man alone is sincere. At the entrance of a second person, hypocrisy begins.”
De lezer is ‘a second person’, de tweede persoon die het verhaal van Herman Koch krijgt voorgeschoteld. Hij geeft meteen al aan dat verzinsels zeker niet uitgesloten zijn. Nogal logisch, want het is een roman. De hoofdpersoon in Finse dagen heet Herman en is schrijver.
Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel lezen we voornamelijk over Hermans verblijf van een jaar in Finland dat begint in de winter van 1973. Zijn moeder is kort daarvoor overleden. Hij krijgt er via via een baantje op een boerderij. Dit deel wordt afgewisseld met een verslag van zijn bezoek aan een boekenbeurs in Turku in 2012, als hij voor het eerst sinds 1973 weer voet zet op Finse bodem.
In deel twee gaan we een stapje terug in de tijd naar voor 1973. Hermans moeder leeft nog en we krijgen een beschrijving van zijn relatie met haar. Ook vertelt hij over zijn relatie met zijn vader die een buitenechtelijke relatie heeft met een oudere vrouw. Herman ziet haar op een dag samen met zijn moeder in de Beethovenstraat in Amsterdam.
“De vrouw voor de etalage van Eichholz was in de eerste plaats een oude vrouw, of misschien nog eerder een oude dame, van het soort dat je zou kunnen aanbieden om ze te helpen met oversteken. Een stuk ouder dan mijn moeder in elk geval, die nog zo jong was en die je met de beste wil van de wereld geen dame kon noemen.”
In deel twee lezen we ook over de dood van zijn moeder en de dood van zijn vader en stiefmoeder. Herman is dan een jaar of 25.
Ook in deel drie maken we weer een paar tijdsprongen. We lezen over Hermans keuring voor militaire dienst (hij is negentien), de reis naar zijn zus in Amerika (hij is vijftien) en daarna gaat het over een reisje naar Finland in deze eeuw, deze keer met zijn vrouw. Zo meanderen we door het leven van hoofdpersoon Herman. Een lijntje is zijn relatie met de Finse Anna, op wie hij tijdens zijn jaar in Finland verliefd wordt. Hij kent haar in 1973 slechts drie dagen, maar denkt nog vaak aan haar en wat er had kunnen gebeuren als ze samen… Op de boekenbeurs in Turku in 2012, waarover we in deel een lazen, denkt Herman zelfs dat hij een dichtbundel van Anna’s hand ziet waarin zijn naam voorkomt…
Voor veel lezers is het belangrijk dat een boek gebaseerd is op een waargebeurd verhaal. Op de een of andere manier spreekt dat meer tot de verbeelding dan een compleet verzonnen verhaal. Koch speelt een paar keer met dit gegeven. Hij noemt een voorbeeld van een voorval dat hij in Baltimore meemaakte. Hij gaat alleen naar een film en besluit na afloop terug te lopen. Iets dat zijn zus hem ten stelligste heeft ontraden. Hij verdwaalt en vraagt de weg aan een man die hem meelokt naar een steeg waar de man Herman wil verkrachten. Koch vertelt dat hij de man met een klap op zijn hoofd heeft uitgeschakeld, maar dat hij niets aan zijn zus en zwager heeft verteld. Bang als hij was dat hij niet meer alleen op stap zou mogen gaan.
Later komt hij op dit voorval terug tijdens een interview. De journalist vraagt zich af of dit echt gebeurd is.
“’Je vraagt je eigenlijk af of het misschien helemaal niet gebeurd is. Of ik het heb verzonnen.’
‘Nou, het is dat je het zelf zo zegt,’ zei de journalist, ‘maar inderdaad vroeg ik me dat af. Er waren geen getuigen in die steeg. Je hebt het verhaal aan niemand verteld, zei je zelf.’
‘Je hebt gelijk,’ zei ik. ‘Het zou heel goed kunnen. Maar waarom zou ik zoiets doen?’
‘Nou gewoon. Het is natuurlijk gewoon een goed verhaal.’”
Tja, waarom zou een schrijver iets verzinnen? Natuurlijk omdat hij denkt dat het een goed verhaal is, beter dan de werkelijkheid. Het moet de lezer eigenlijk worst wezen of iets echt gebeurd is of niet. Als Koch aan vrienden vertelde over zijn Finse tijd reageerden ze lacherig. Jaja, wat is er van die verhalen waar? Is de Finse Anna een verzinsel? Liet de boer hem, een onhandige jongen uit Nederland, hele dagen zijn gang gaan om met een tractor een stuk land om te ploegen of in de bossen bomen om te zagen met een motorzaag? Finse dagen is een roman en zo moeten we het boek beoordelen. Het is een onderhoudend boek en Koch speelt met de lezer een spel over wat echt gebeurd is en wat niet en wat zijn geheugen ervan gemaakt heeft. Koch laat expres dingen weg om ruimte te laten voor de fantasie. Zo krijgt de lezer meteen een les in hoe een schrijver een autobiografische roman in elkaar zet. Dus niet aan een schrijver vragen wat er echt gebeurd is en wat niet. Dat doet er niet toe. Gewoon lezen.
Boek bestellen!