Zon en schaduw over een koninklijk kasteel
Versailles – Johan Op de Beeck – Horizon – 447 blz.
Het kasteel van Versailles is onlosmakelijk verbonden met zijn bouwheer Louis XIV, de Zonnekoning. Hij gebruikte het bouwwerk om de hoge adel in het gareel te houden na de chaotische periode van de Fronde. Het kasteel overleefde de afbraakplannen tijdens de Franse Revolutie maar het gebouw werd zwaar verminkt en gerenoveerd. Uiteindelijk werd Versailles het podium van een sterk staaltje psychologische oorlogsvoering tussen de aartsvijanden Frankrijk en Duitsland. Johan Op de Beeck dompelt de lezer volledig onder in de opkomst, het verval en de renovatie van het huis van de Zonnekoning.
Louis XIV begon niet van nul. Zijn vader had in Versailles, een gehucht te midden van bossen en moerassen, een jachtslot laten bouwen. Het was niet meer dan een uit de kluiten gewassen herenhoeve met een verdieping. Louis XIV zal uiteindelijk beslissen om het gebouw te laten uitgroeien tot een schitterend paleis. Duizenden bouwlieden togen aan het werk in soms abominabele omstandigheden onder het algemene toezicht van architecten Le Vau, d’Orbay en Hardouin-Mansart. De plaatselijke plassen volstonden niet om de 2.000 waterpartijen te voeden. Een indrukwekkende machine van de Luikse broers Sualem pompte water uit de Seine en bracht het met behulp van 250 pompen naar het reservoir van Marly. Het kasteel wordt de etalage van de Franse smaak en de luxe-industrie. Uiteindelijk groeit het uit tot een indrukwekkend complex van 120.000 m2 daken, 2.000 ramen, 77 trappen, 110 binnenplaatsen en 2.500 kamers.
Louis XIV zorgt ervoor dat Versailles de plaats is waar je moet zijn indien je iets wilt betekenen. Letterlijk gezien worden is de boodschap om toegang te krijgen tot interessante (lees: goed betaalde) voordelen en titels. De koning ontwikkelt een heel systeem van inhoudsloze en futiele functies – zoals het dragen van de nachtkaars – die uitgroeien tot statussymbolen. Etiquetteregels bepalen ieder tijdstip en elke beweging.
Naast deze hofstress is het verblijf in het kasteel zelf niet altijd even gezellig. Er is een chronisch plaatsgebrek voor de meer dan 5.000 edelen. Sommige appartementen zijn even luxueus als die van de vorst maar veel edelen verblijven in kleine vensterloze kamertjes met lage plafonds. Toiletten zijn er nauwelijks. De beerputten liggen onder de koninklijke residentie en de edelen kieperen de inhoud van kamerpotten door de ramen. De stank is dan ook vaak niet te harden. Lakeien struinen de ganse dag door de gangen met emmers in de hand.
Wie wat vertrouwd is met het werk van de auteur zal zeker in de eerste 170 bladzijden van het boek regelmatig een ‘déja-lu’-effect ervaren. De grote lijnen van de bouw van Versailles en het hofleven met zijn uitgebreide feesten kwamen reeds aan bod in zijn vorige publicatie over de Zonnekoning.
Na het overlijden van Louis XIV verdwijnt ook de glorie van het kasteel. Op de Beeck weet de sfeer die gepaard gaat met het verval treffend weer te geven. Al moet hij zijn verhaal hier en daar wat opvullen met wat smeuïge episoden (zoals over het halssnoer van koningin Marie-Antoinette) of met paginalange opsommingen van de verschillende functies aan het hof. Tijdens de Franse Revolutie wordt Versailles van de sloophamer gered door de hoge kostprijs voor de afbraak. Het kasteel wordt wel volledig uitgekleed. Meer dan 17.000 objecten veranderen van eigenaar. De mooiste komen in Engelse kastelen terecht. Het Grand Canal transformeert in een koeienweide.
Koning Louis-Philippe zal uiteindelijk Versailles schenken aan Frankrijk en laten ombouwen tot een museum waarbij kosten noch moeite worden gespaard om de Franse glorie van a tot z uit te beelden. Het leidt tot een nooit geziene afbraak en verminking van gangen, salons, appartementen en vertrekken. De huidige toerist krijgt dus zeker niet het Versailles van de Zonnekoning te zien.
Versailles groeit uit tot een niet zo fraaie bühne voor de Europese politiek. In 1871 weten de Duitsers er niets beter op dan in het kasteel Wilhelm de eed te laten afleggen als eerste keizer van Duitsland. De revanche is zoet: in 1919 moeten de Duitsers hun handtekening plaatsen onder het vernederende Verdrag van Versailles. De kiemen van een nog grotere wereldbrand zijn gezaaid.
Met Versailles voegt Johan Op de Beeck weer een deel toe aan zijn ondertussen indrukwekkende lijst publicaties van het Frankrijk vanaf de Zonnekoning tot en met de Franse Revolutie met uitlopers naar de Belgische Revolutie en de latere koning Leopold II. Versailles is zonder twijfel een boeiend boek maar de auteur plukt vrij veel uit zijn vroegere werken. Hopelijk durft Johan Op de Beeck zijn comfortzone verlaten om nieuwe historische horizonten op te zoeken en personen en tijdperken de eer te geven het onderwerp te vormen van zijn meeslepende vertelstijl.
Kris Muylle
Boek bestellen!