Bij kinderen verandert Gerard Sonnemans in een bevlogen verteller
Gerard Sonnemans werd in 1959 geboren in het Zuid-Limburgse Eygelshoven, maar hij groeide op in Boxmeer, Noord-Brabant. Jarenlang studeerde en werkte hij aan de universiteit van Nijmegen, waar hij zich vooral bezighield met spannende verhalen uit de Middeleeuwen. Bijvoorbeeld over zijn favoriete ridderheld, koning Arthur.
Toen hij er later voor koos om meer voor zijn kinderen en het huishouden te gaan zorgen, was hij dan ook blij verrast dat hij gevraagd werd om een jeugdboek over ridders te schrijven. Dat werd in 1999 Mannen van staal – Het leven van de ridders in de Middeleeuwen(12+). Eenmaal in aanraking gekomen met de wereld van de kinder- en jeugdboeken, was Gerard meteen verkocht: hij wilde nog veel meer boeken voor de jeugd schrijven. Door hard werken en de kansen die anderen hem boden, is hem dat gelukt.
Ook nog in 1999 verscheen het boek Een Limburgse onderwijzer in het verzet; Het levensverhaal van Fons Mertens(14+) in opdracht van het Verzetsmuseum in Amsterdam. Tegelijkertijd werkte hij toen al – samen met het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon – aan een verhalenbundel over de Tweede Wereldoorlog voor de jeugd. De boeken van Gerard Sonnemans gaan over helden en slachtoffers, maar vaak worden helden slachtoffers, of omgekeerd. De wereld is niet zomaar op te delen in goede en slechte mensen.
Sinds 2013 runt hij samen met Wilma Degeling en Theo Engelen uitgeverij Menuet, waar ze hun eigen boeken uitgeven, maar ook ruimte bieden aan andere kinderboekenschrijvers.
Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?
Ik ben de jongste van vijf kinderen uit een ‘gewoon’ gezin. Mijn vader was ambtenaar en werd van de ene kant van het land naar de andere overgeplaatst. Wij volgden hem vanuit Zuid-Limburg, via Zuid-Holland naar het Oost-Brabantse Boxmeer. Lezen is me met de paplepel ingegeven. De boekenkast van mijn ouders pronkt nu in mijn woonkamer. Hij staat vol met oude vertrouwde en nieuwe verrassende boeken.
Wat waren je favoriete boeken in je jeugd?
Mijn favoriete schrijvers waren Jaap ter Haar (vooral zijn boeken over koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel) en Tonke Dragt met natuurlijk Een brief voor de koning, maar ook het prachtige De blauwe boekanier.
Wat wilde je als kind worden?
Ik was een dromerig, speels kind en dat ben ik in zekere zin nog steeds. Met ‘later’ was ik niet zo bezig.
Je schrijft veel over geschiedenisonderwerpen. Waar komt die interesse vandaan?
Met ‘later’ was ik niet zo bezig, maar met ‘vroeger’ des te meer. Mijn broer besmette me met dat virus. Hij vertelde me de Griekse en Romeinse legenden, de heldenverhalen van Leonidas, Lancelot en d’Artagnan en de bizarre hoogmoed van wereldveroveraars als Alexander de Grote, Napoleon en Hitler. En hij maakte er de mooiste tekeningen bij.
Je komt uit Brabant, land van carnaval en gezelligheid. Is het bij het schrijven een voordeel om Brabander te zijn?
Ik vind het lastig om die karaktertrekken in mijn werk te herkennen. Dat is zo eigen. In mijn eerste boeken speelde mijn afkomst amper een rol, maar de laatste jaren verschenen er verschillende boeken die zich ‘bij ons’ afspelen. Daar krijg ik ook verrassend veel leuke reacties van ver over de provinciegrenzen op. Kennelijk wordt de Brabantse sfeer in deze verhalen breed gewaardeerd.
Je schrijft voor kinderen van alle leeftijden en ook voor volwassenen. Wat heeft je voorkeur?
Een voorkeur bij het schrijven heb ik niet. Het is heerlijk om voor zoveel verschillende doelgroepen te kunnen werken. Elk boek is een nieuw project waar ik mijn horizon weer mee kan verbreden. Zo ben ik voor mijn publiek misschien onvoorspelbaar, maar ik voel me er happy bij. Als het gaat om presentaties heb ik trouwens wel een duidelijke voorkeur voor kinderen (van peuters tot pubers). Dan verandert de eigenlijk verlegen Gerard Sonnemans in een enthousiaste verteller, die de kinderen mee zijn verhalen in lokt.
Geschiedenisboeken vragen vaak research en dat kost tijd. Heb je wel eens een beurs gekregen voor een boek?
Diverse boeken zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met erfgoed- en andere organisaties die een belang bij het onderwerp hadden. De ene keer wisten ze mij te vinden, de andere keer ik hen. Onderdeel van de afspraken is dan ook een beurs voor het onderzoek dat ik moet verrichten.
Je boeken zijn bij diverse uitgeverijen uitgegeven, maar toch ben je samen met Wilma Degeling en Theo Engelen een eigen uitgeverij begonnen, Menuet. Waarom?
Omdat dat in onze ogen de toekomst heeft. De gouden tijd van de boekenmarkt ligt achter ons. Er worden minder boeken gekocht en gelezen. Het is niet meer vanzelfsprekend dat je volgende juweel van een boek wordt uitgebracht. De resterende uitgevers spelen op safe, zetten minder titels in de markt en kiezen daarbij liefst voor bewezen succesformules. Door voor onszelf te beginnen, krijgen we meer grip op onze eigen fonds. Niet alleen met wat er uitgebracht wordt, maar ook hoe lang de titels beschikbaar blijven. Mijn creatieve vrijheid is nu groter dan ooit.
Is het niet riskant om in deze tijd een uitgeverij te beginnen?
Schrijvers als risicodragende ondernemers! Dat was voor ons ook een hele stap, maar die hebben we gezet omdat we ervan overtuigd zijn dat ons initiatief kansrijk is. We hebben een kleine overhead en kunnen de kosten met behulp van ons goedgezinde partners laag houden. Ja, er gaat nu veel meer tijd zitten in de productie en lancering van een boek, maar we hopen en verwachten dat dat de komende jaren steeds efficiënter wordt. Zeker als de coöperatie groeit en de werkzaamheden verder verdeeld kunnen worden. In dat opzicht onderscheiden we ons duidelijk van collega’s die hun boeken in eigen beheer uitgeven.
Wat maakt een boek geschikt om bij Menuet uitgegeven te kunnen worden?
Kwaliteit staat bij ons voorop. Je bewijst jezelf én de coöperatie geen dienst door een slecht boek in de markt te zetten. Natuurlijk is het uitgangspunt om financieel succesvol te zijn, maar dat betekent niet dat we geforceerd proberen bestsellers te schrijven. Vooralsnog brengen we alleen kinderboeken uit, maar onze statuten geven de ruimte om publicaties in de breedste zin van het woord in de markt te zetten.
Boeken moeten ook geredigeerd worden. Hoe gaat dat bij Menuet?
Voor de hele boekproductie hebben we procedures opgesteld om de kwaliteit te waarborgen. Daar is veel tijd in gaan zitten, maar het staat nu goed op de rails. Wat betreft de redactie: iedereen is vrij om een externe redacteur in te huren, maar we hebben – ook met ons nieuwe coöperatie-lid Anneriek van Heugten – veel ervaring op het gebied van redigeren in huis. Elke titel ondergaat minimaal een inhoudelijke redactieronde en een eindredactie.
Wordt alles door jullie drieën gezamenlijk gedaan of heeft ieder zo zijn eigen taak?
Theo Engelen is onlangs rector magnificus geworden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zijn bijdrage aan de coöperatie is daarom tot zijn emeritaat beperkt. Wilma Degeling en ik houden het schip op koers. Overigens heeft ook Anneriek van Heugten zich bij ons aangesloten en we zijn in gesprek met meer collega’s. De kracht van ons concept schuilt voor een belangrijk deel in de samenwerking.
Ben je tevreden over de eerste anderhalf jaar van de uitgeverij?
Zeker. Het is hard werken om alle kneepjes van het uitgeversvak onder de knie te krijgen, maar we zijn enorm trots op onze eerste titels, we hebben verschrikkelijk veel geleerd over het maken van boeken, we spelen onszelf in de kijker bij steeds meer mensen uit het boekenvak en zijn erg te spreken over de coöperatieve samenwerking.
Hier kun je nog iets zeggen dat je graag kwijt wilt.
Hoeveel voldoening ik ook uit ons avontuur in het uitgeversvak haal, uiteindelijk gaat het natuurlijk om het maken van boeken. Deze zomer verscheen De geest van Beaumont, een vrolijk vakantieverhaal, een griezelboek, een spirituele ontdekkingstocht en ook nu weer in zekere zin een historisch jeugdboek. Omdat er over de achtergrond van dit verhaal zoveel te vertellen valt, vind je achter elk hoofdstuk een QR-code die verwijst naar een verborgen webpagina. Kijk hier voor meer informatie op
Vragen: Pieter Feller
One thought on “Bij kinderen verandert Gerard Sonnemans in een bevlogen verteller”