Strijd om de macht in Engeland
Gevecht om de troon. De Rozenoorlogen en de opkomst van de Tudors – Dan Jones – vertaling: Rudolf Posthuma – Omniboek – 426 blz.
Waren er geen gevechten om de troon geweest (vijftiende en begin zestiende eeuw), dan had William Shakespeare heel wat minder stof gehad om zijn historische toneelwerken te schrijven. Geen beroemde werken als The Tragedy of Richard the Third (1592/1593) en The Life of Henry the Fifth (1599). We zouden deze strijd ook niet hebben kunnen vergelijken met de Game of Thrones, hoewel die zich in een mythische wereld afspelen, maar waar evenveel bloed vloeit, voortkomend uit het belust zijn op macht. Dan Jones maakt de lezers duidelijk hoe die gevechten om de troon, de Rozenoorlogen (1455-1487), zijn ontstaan. De naamgeving heeft te maken met de roos die de huizen van Lancaster en York in hun banier hebben opgenomen. Het huis York, afstammelingen van Richard van York hadden de witte roos, terwijl het huis Lancaster onder Hendrik VII de rode roos voerde. In het huis Tudor zijn beide kleuren als symbool van verzoening samengevoegd in een rode krans en een wit hart (de zogeheten tudorroos). Jones maakt duidelijk dat het ontstaan niet goed te duiden is zonder de voorgeschiedenis die in het boek in 1420 begint.
In dat jaar, tijdens een plechtig evenement in de parochiekerk van Saint-Jean-au-Marché in Troyes, wordt het huwelijk gesloten tussen Catharina van Valois (jongste dochter van de Franse koning Karel VI) en de Engelse koning Hendrik V. Hij bracht rust in de chaos die zijn vader, Hendrik IV had veroorzaakt door koning Richard II af te zetten. Hendrik overleed (waarschijnlijk aan dysenterie) al in 1422 en werd opgevolgd door zijn nog geen jaar oude zoon Hendrik VI. Catharina treedt later opnieuw in het huwelijk met Owen Tudor. Een van hun kinderen, Edmund, is de vader van de latere koning Hendrik VII. Zie hier de link tussen de huizen Lancaster en Tudor. Hendrik VI is een zwakke koning en brengt zijn land in een steeds vervallener staat, zo vertelt Jones in het eerste deel van zijn boek.
Een zwakke koning die eigenlijk niet zelf regeert, maar het overlaat aan adviseurs en zijn vrouw, is natuurlijk een situatie die problemen oproept. Die kwamen er dan ook. Richard van York zet de koning af. Dit gaat gepaard met verwoesting alom. Ook de competentievraag komt aan de orde: de Yorkisten voerden aan “dat het recht om te heersen niet alleen een kwestie van competentie was, maar ook van hun bloedlijn”. In dit tweede deel van het boek wordt ook de oplossing in de persoon van koning Edward IV beschreven, die het land weer een goed bestuur heeft verschaft.
Het derde deel verhaalt over het ‘indringen’ in de lijn van troonopvolging, waarvan Jones zegt dat het huis Tudor eigenlijk “nooit ook maar in de buurt van de troon [had] mogen komen”. Ook hier was sprake van buitensporig geweld. De auteur verstrekt de lezers de werkelijkheid van de vroege geschiedenis van de Tudors en schuift hun eigen sterk gekleurde verhalen terzijde.
Hoe bleven de Tudors na de Rozenoorlogen aan de macht? Jones stelt in deel vier, dat de familie een zeer positief beeld van de vijftiende eeuw creëerde. Een beeld dat in de zestiende eeuw en zelfs tot nu is blijven voortleven. Positief dat Jones niet ophoudt bij het einde van de Rozenoorlogen, maar ook inzicht geeft hoe die strijd uiteindelijk heeft geleid tot een nieuw begin: het aantreden van koning Hendrik VIII die zowel banden had met het huis York als dat van Lancaster. De strijd met Frankrijk en in feite de strijd tussen katholiek en protestant zal misschien een volgde deel opleveren.
Niet meer dan logisch dat Jones veel feiten verstrekt. Hij doet dat echter op een aantrekkelijke manier, zonder te vervallen in gortdroge opsommingen. Tussen al die feiten duiken aansprekende anekdotes op, waar je als afwisseling op al het geweld best eens om kan glimlachen. De strijd tijdens de vele veldslagen laat Jones heel soepel, maar ook thrillerachtig, verlopen. Zonder te denken aan effectbejag beschrijft hij de oorlogshandelingen, hoe gruwelijk ook, maar het was bittere realiteit. Hoewel goede bronnen op dit gebied schaars zijn, heeft de auteur toch de krenten uit de pap van recent onderzoek eruit weten te halen.
De lezer neemt kennis van loyaliteit en verraad. Hoe de macht dan weer bij de een en dan weer bij de ander ligt, kun je volgen als ware het een pingpong balletje. Wie is de beste veldheer, wie de beste bestuurder. En als er dan weer een nieuwe machthebber is, dan wil dat nog niet zeggen dat het de beste koning is, laat Jones zien.
Heel plezierig dat Jones zich niet laat afschrikken door propagandistische literatuur, zoals die van de Tudors – waar ook Shakespeare aan bijdroeg – maar zoekt naar de realiteit binnen deze stormachtige periode. Hij maakt gehakt van incompetentie en verwelkomt ingetogenheid en bestuurskwaliteiten. Zijn personages krijgen vanuit de neutrale positie die hij inneemt, wat hen toekomt. Met dit werk zijn hun imago’s vastgesteld! Daarom zal dit werk vaak geraadpleegd worden door studenten, maar door zijn stijl zullen ook leken het met veel plezier lezen.
Van deze periode, die Jones geheel chronologisch behandeld, bestaat geen totaal overzicht in het Nederlands, zodat dit werk een welkome aanvulling is. De auteur heeft zich voorbeeldig georiënteerd op wat een tijd van hebzucht, macht en wraak werd. Niet alleen zijn literatuurlijst wijst daarop, maar ook het notenapparaat – waarnaar in de vele citaten wordt verwezen – zorgt ervoor dat geïnteresseerden zijn bronnen kunnen natrekken en detailstudies kunnen opzoeken. Samen met de zeer duidelijke kaarten, stambomen (zou een uitvouwbaar totaal overzicht niet handig zijn?) en het kleurenkatern, kunnen we van een technisch en inhoudelijk uitmuntend werk spreken.
Kees de Kievid
Boek bestellen!