Wachten op de barbaren – Olivier Tallec
Spitsvondige en humorvolle hervertelling
In dit meesterlijk geïllustreerde, groot formaat prentenboek, heeft Olivier Tallec het gedicht ‘Wachten op de barbaren’ van de Griekse dichter Konstantinos Kaváfis als uitgangspunt genomen. Kaváfis schreef dat gedicht in 1898, en gaat over het Romeinse Rijk waarin de decadente Romeinen bijna verlangend uitkijken naar de komst van de barbaren. Die blijken tot de grote teleurstelling van de Romeinen uiteindelijk niet te komen en Kavafis eindigt zijn gedicht met: ‘En wat moeten wij nu zonder barbaren. Die mensen waren tenminste een uitweg.’ Die laatste zin is voor verschillende uitleg vatbaar, en Olivier Tallec neemt in zijn spitsvondige en humorvolle hervertelling overduidelijk de invloed van populisme op onze maatschappij als uitgangspunt. Het woord barbaar komt namelijk van het Griekse woord barbaros en de Grieken gebruikten die term voor volkeren die ze niet konden verstaan of wier cultuur op hen vreemd overkwam. Pas veel later heeft het woord een andere, veel negatievere betekenis gekregen.
Sullig soldaatje
Op de titelpagina word je het verhaal ingetrokken door de afbeelding van een sullig aandoend soldaatje dat met een fronsende blik en een hand boven zijn ogen in de verte tuurt en lijkt te denken: wie komt er nu weer aan? Op de openingsspread zien we vervolgens een sfeervolle illustratie van een stad op een vroege ochtend, met op een van de daken een soldaatje met een megafoon voor zijn mond. De vier regels tekst vertellen over dat de stad ineens in rep en roer is, want: ‘De barbaren komen, zeggen ze.’ De kiem voor angst en wantrouwen is hiermee meteen al gelegd.
Humor
De volgende spread: drie soldaatjes die elkaar iets in het oor fluisteren. ‘Ze zullen hier zijn nog voor de dag voorbij is. Ze zijn klaar voor de aanval!’
Algauw ontspint zich een verhaal waarin er wordt gespeculeerd over het hoe en waarom van deze barbaren, uit welke hoek ze tevoorschijn zouden kunnen komen, en dat ze sowieso anders zijn, dus niet te vertrouwen. In allerijl worden voorbereidingen getroffen om de aanval van dit ‘vreemde volkje’ af te slaan. Tallec verbeeldt dat nog veel meer in de prenten dan in de tekst: er zit veel humor in verscholen en nergens is werkelijk gevaar te zien, niet één barbaar komt op de proppen, en het zogenaamde gevaar zit kennelijk alleen in de hoofden van de mensen.
Filosoferen met kinderen
Het eind van het liedje is natuurlijk dat er geen aanval komt. De kanonnen, de vlaggen en de medailles mogen weer opgeruimd worden en dan moeten de soldaatjes zien uit te knobbelen hoe ze nu de tijd kunnen doden. De laatste spread geeft daar een mooi antwoord op, hoewel je die ‘eind goed, al goed-illustratie’ wat mij betreft ook als een open einde zou kunnen zien: want wat zou het volgende zogenaamde gevaar zijn dat van buitenaf op ze af zou kunnen komen…? Kortom, ik vind dit niet alleen een voor het oog schitterend prentenboek, maar ook een met een enorm belangrijk thema om met kinderen over te filosoferen, zowel op school als thuis!
Boek bestellen!