“Biefstuk is rauw, net als mijn boek”
Judith Eykelenboom (1983) wilde na haar studie journalistiek geen journalist worden, maar schrijver. Ze belandde op de schrijversvakschool en voelde zich meteen als een vis in het water. Met haar debuutroman Biefstuk bewijst Eykelenboom dat ze de goede keuze gemaakt heeft.
Over Biefstuk: Om grip te krijgen op de werkelijkheid legt de vijftienjarige Levi Storm haar omgeving vast met de oude camera van haar moeder. De foto’s zijn, net als haar familie, verre van alledaags: de ribben van haar zusje, een gat in het houtwerk, haar moeder die hoogzwanger een sigaret rookt, de hamer onder haar bed.
In een wereld die steeds meer afbrokkelt, waarin de grens tussen realiteit en waanzin flinterdun is, levert Levi het bewijs hoe de dingen echt zijn door ‘de essentie’ te fotograferen. De vraag is of ze weerstand kan bieden aan haar vader, een labiele fantast. Om zichzelf en haar familie te redden, zet ze alles op het spel. De inzet: de onschuld van haar zusje en die van haarzelf.
Uit wat voor gezin kom je? Was er een leescultuur?
Ik kom uit een gezin waar kunst en cultuur hoog in het vaandel stonden. We gingen regelmatig naar het museum en met mijn moeder ging ik iedere week naar de bibliotheek. Ik kan me die bibliotheek nog precies voor de geest halen, zelfs de geur in het trappenhuis kan ik oproepen. De kinderafdeling was helemaal boven. Mijn moeder liet me daar achter om voor zichzelf een boek uit te zoeken op de literatuurafdeling en haalde me een na een half uur weer op. Ik wilde nooit mee. Verder vond ze het belangrijk dat we eens per week met het gezin naar de natuur gingen. Afwisselend bos en strand. Kunst en nadenken daarover was meer de invloed van mijn vader.
Las je zelf veel en wilde je als meisje al schrijver worden?
Ik las veel, maar had niet de ambitie om schrijver te worden. Wat ik wilde worden verschilde per levensfase en varieert van dierenarts tot rechter.
Schreef je als kind al verhalen en gedichtjes? Herinner je er een?
Ik heb ooit een boek geschreven in groep 8, dat is helaas verloren gegaan. Bij die eenmalige uitspatting is het gebleven.
Na de middelbare school heb je journalistiek gedaan. Heb je daar ook werk in gevonden?
Ik had niet de ambitie om voor reguliere media te gaan werken, want ik vind de hele dag op een redactie doorbrengen benauwend, alsof ik in een gevangenis zit. Wel ben ik voor Straatnieuws gaan werken – hier werk ik nog steeds voor – en les gaan geven op basisscholen, wat ik ook nog steeds doe. Ik vind het voorop staan dat ik in mijn werk vrijheid en autonomie ervaar, anders functioneer ik niet. Zowel bij Straatnieuws als tijdens het lesgeven ervaar ik die vrijheid.
Heb je een schrijfcursus gevolgd?
Ja, ik heb de schrijfopleiding aan de Schrijversvakschool Amsterdam afgerond.
Wie zijn je grote voorbeelden?
Arnon Grunberg in zijn absurdisme, Niccolo Ammaniti in zijn rauwe realisme, Valeria Luiselli in haar grensopzoekend en -overschrijdend proza, Isabel Allende in haar magisch realisme en haar vaart, Jonathan Franzen in zijn vermogen de tijdsgeest in zijn proza weer te geven.
Liep je allang met het idee voor Biefstuk rond?
Ja en nee. Ik heb meerdere korte verhalen en scènes geschreven waarvan je achteraf kunt zeggen dat die de blauwdruk waren van dit boek.
Hoe heb je het schrijven aan Biefstuk aangepakt? Had je een schema of werkte je organisch?
Ik wist waar ik naartoe schreef, waar het moest eindigen dus, maar hoe ik daar ben gekomen is op een organische manier tot stand gekomen.
Kun je de titel uitleggen?
De titel is multi-interpretabel. Biefstuk is rauw, net als mijn boek. Het woord stuk zit erin, omdat in mijn boek de dingen stuk gaan. Het staat voor de moeder, die uit een slagersgezin komt, waar het credo is: ‘als je aan moest sterken, at je biefstuk’. Het staat voor Hanna, die een eetstoornis heeft, maar vooral is het een metafoor voor de band die Levi heeft met haar vader Max. Hij schildert het hele gezin terwijl ze biefstuk eten en zichzelf daarnaast in een andere kleurenstelling. Dit contrasteert met wat hij Levi voorhoudt: dat zij beiden uit hetzelfde hout gesneden zijn. Als Levi hier achter komt, is dat voor haar de zet om voor zichzelf te kiezen.
Vond je makkelijk een uitgever?
Ja, ik ben voorgedragen door iemand dus ik heb verder met geen andere uitgever contact gehad.
Debuteren met een literaire roman is dapper, want het aantal lezers van literaire boeken neemt af. Zie je nog toekomst voor literaire boeken?
Ik vind het niet zo dapper, want je doet uiteindelijk waar je het beste in bent in en wat jij gelooft dat je de wereld kunt geven. En verhalen zullen altijd wel blijven bestaan en gelezen worden denk ik, er zijn altijd tegenbewegingen.
Zie je voor jezelf een toekomst als schrijver?
Ik hoop het wel, al zal ik er andere dingen naast moeten blijven doen om de huur te betalen, wat ik ook niet erg vind. Lesgeven geeft weer op een andere manier voldoening.
Ben je met een volgend boek bezig?
Nee, maar het idee rijpt wel. Nu is natuurlijk mijn boek net uit, dus ben ik meer daar mee bezig. Ik hoop wel over een paar weken te kunnen beginnen met schrijven, want ik mis het proces.
Vragen: Jan van Rijsingen en Pieter Feller