Bijzondere reizen van een IJslandse dominee
De reizen van Ólafur Egilsson – Vertaald uit het Engels door Joris van Os – De Brouwerij – 176 blz.
Het boek De reizen van Ólafur Egilsson gaat over twee onvrijwillige reizen die de IJslandse dominee maakte in 1627 en 1628. De eerste reis in 1627 van IJsland naar Algiers. De tweede is de terugreis in 1628 naar Denemarken en uiteindelijk naar IJsland.
In 1627 maakten enkele schepen met moslimkapers een rooftocht naar IJsland. De kapers waren een gemengde groep moslims uit Noord-Afrika. Het doel was om IJslanders gevangen te nemen om ze te kunnen verkopen als slaven. Van 17 tot 20 juli 1627 beroofden en plunderden de kapers het stadje Heimaey op de Westmaneilanden bij IJsland. Volgens Kláus Eyjólfson, een overlevende, die een verslag maakte over die dagen, werden er 242 mensen ontvoerd en aan boord van de kaperschepen gebracht en 34 eilandbewoners gedood. Onder de 242 mensen bevonden zich dominee Egilsson, die 63 jaar oud was, en zijn tweede vrouw en twee kinderen.
In Algiers werden de meeste IJslanders verkocht als slaven. Dominee Egilsson die kennelijk wat gezag uitstraalde, en zijn vrouw en de jongste kinderen werden gespaard. Zijn 11-jarige zoon werd wel meteen verkocht. Egilsson werd naar het paleis van de toenmalige heerser, de Pasja, een Ottomaanse gouverneur, gebracht. Hier ontving hij een vrijbrief die in verschillende talen was opgesteld en die hem uit handen van andere Turkse piraten moest houden. Met dit papier moest hij naar Denemarken reizen. Het was de bedoeling om de koning van Denemarken te bewegen tot het betalen van een losgeld om de gevangen IJslanders, die onderdanen van Denemarken waren, vrij te kopen.
Beide reizen waren vol ontberingen en heftige emoties. Egilsson moest, toen hij naar Denemarken vertrok, vrouw en kinderen achterlaten in Algiers en bijna zonder geld naar Denemarken zien te reizen. Hij treft uiteindelijk een Nederlandse kapitein met de vreemde naam, Caritas Hardspenner, die hem naar Enkhuizen brengt en later ook in Kopenhagen afzet. Na de onderhandelingen met de koning keert hij terug naar IJsland. Daar wacht hij af hoe en wanneer er losgeld betaald gaat worden en of er IJslanders terugkeren.
De opbouw van het boek is als volgt:
Eerst een voorwoord door Professor Doctor Hans Renes, historisch-geograaf en hoogleraar erfgoedstudies. Dan een proloog van Karl Smári Hreinsson en Adam Nicols die het verhaal, dat voor het eerst in 1741 verscheen in het IJslands, in 2008 omzetten in een Engelse vertaling. Dan volgt een verslag van Kláus Egilsson over de dagen van de plunderingen op 17 tot 20 juli 1623. De reizen van de dominee beslaan 106 bladzijden met veel noten en illustraties. Aan het einde is er nog een epiloog.
De reizen van Ólafur Egilsson is door De Brouwerij prachtig uitgegeven in hardcover met een leeslint en verlucht met tientallen illustraties. Jammer dat nergens vermeld wordt van wie de illustraties zijn.
Dominee Egilsson schreef zijn verhaal nadat hij was teruggekeerd in IJsland. Hij deed dat op verzoek van Oddar Einarsson, een lutherse bisschop en vriend van Egilsson. Omdat hij tijdens zijn reis geen aantekeningen had gemaakt, moest hij alles vanuit zijn geheugen opschrijven. Daarbij gaat de dominee nogal eens in de fout in zijn beschrijvingen, fouten die door de vertalers moesten worden gecorrigeerd en in de vele noten worden vermeld. In de epiloog staat nog wat opmerkelijke informatie die ik hier niet prijsgeef, omdat het voor de lezer spannender is om verrast te worden.
De reizen van Ólafur Egilsson is ondanks de soms wat onnauwkeurige beschrijvingen van de dominee toch een uniek document over de kapers en slavenhandel in Noord-Afrika. Het is een spannend en interessant verhaal dat in dezelfde categorie valt als De overwintering op Nova Zembla. De reizen van de dominee zijn zeker een verfilming waard!