Bouquetreeks detective
Een schim in de nacht – De Waal & Baantjer – Lebowski – 172 blz.
In de jaren dat ik als tweedehands boekhandelaar werk, heb ik diverse exemplaren van Baantjer in mijn handen gehad, maar ik heb er nooit één gelezen. De televisieserie sprak me ook helemaal niet aan, omdat ik niet van slecht geacteerde, snel afgeraffelde Nederlandse series houd. Toen ik deel 12 in de serie van De Waal & Baantjer ging lezen, hoopte ik dat het misschien allemaal wel mee zou vallen en dat het gewoon een heel goed boek zou zijn. Helaas.
Van Opperdoes en Vincent, beiden werkzaam bij bureau Raampoort in Amsterdam, onderzoeken een zaak waarin een man op straat wordt doodgeschoten en die met zijn laatste adem nog tegen van Opperdoes weet te zeggen: “Ik was het zelf”. Vanaf hier komen alle clichés voorbij: de dode man die ineens het bureau binnen komt lopen, maar waarvan blijkt dat het de tweelingbroer van de dode is; een niet al te snuggere, nog bij zijn moeder wonende verdachte met de originele naam “Henkie”; een hele stoere, niet zo spraakzame undercover agent die alles van iedereen in het criminele wereldje weet; een geniale ingeving van de held die leidt tot de oplossing van de moord.
Wat me vooral erg stoorde, waren de redactionele fouten. Als er een tweeling in je boek voorkomt, waarvan het slachtoffer Freddie heet, en zijn broer James, moet je niet op pagina 40 schrijven: “De Lindenstraat lag in het verlengde van de plek waar James was doodgeschoten.”
De onderbuurvrouw wordt ingelicht over de dood van Freddie, en reageert met: “Hij is dood. Hij is vermoord. Hij zal het wel verdiend hebben.” Maar niemand in dit stukje tekst heeft haar verteld dat hij is vermoord, alleen dat hij dood is.
Ook mis ik de chemie tussen van Opperdoes en Vincent. Voor zover ik het lees, kunnen het ook twee totaal onbekenden voor elkaar zijn, die toevallig aan dezelfde zaak werken.
Ik snap wel dat er veel liefhebbers voor dit genre zijn. Het is net als bij de bouquetreeks romannetjes voor vrouwen: kort verhaal (slechts 175 pagina’s), jezelf als hoofdpersoon kunnen zien (van Opperdoes is een rustige huisman die van spaghetti houdt) en alle gebeurtenissen verlopen in een snel tempo, zonder ingewikkelde complicaties.
Toch moet ik ook een positief ding noemen: uiteindelijk bleek de dader niet diegene te zijn die ik gedacht had. Dus toch nog een verrassende wending aan het eind, maar ik ga geen andere delen meer lezen.