De ster van de revue – Danny van Zuijlen
De opkomst en ondergang van een vedette
Louisa van Gijtenbeek, dochter van een eenvoudige huishoudster uit de Nes wordt ontdekt door Chrétienni, een komiek en zanger uit België die rond 1900 enige faam had en hij neemt haar op sleeptouw. Hij steekt veel tijd in spraak- en zanglessen en later ook nog in acteer- en danslessen. Het musje uit de Nes moet een nachtegaal worden en dat wordt ze uiteindelijk ook. Haar artiestennaam wordt Louisette. Ze hebben de tijd mee. Revues bloeien als nooit tevoren en ze krijgen van de directeur van Circus Carré (nu theater Carré), Frits van Haarlem, volop de ruimte om de ene revue na de andere op de planken te zetten. Ze krijgen, vooral Louisette, lovende recensies. Maar zoals het vaak gaat, de artiesten verlangen naar een groter publiek en er wordt een reis met optredens naar Nederlands Indië georganiseerd. Ook daar rijgen ze de successen aaneen.
Amerika
Terug in Nederland bedenkt Chrétienni iets nieuws, iets sensationeels, een combinatie van film (die erg in opkomst is) en een revue. Ze nemen een filmpje op in Volendam genaamd The two Hollanders, waarin Chrétienni accordeon speelt en Louisette zingt. Als er een impresario langskomt die Louisette wil strikken, gaat zij er vandoor, achtervolgd door Chrétienni. In Carré wordt de achtervolging geprojecteerd met als laatste shot de ingang van het theater. Louisette en Chrétienni rennen het theater in, waardoor het lijkt of ze zo uit de film het toneel opkomen. Een noviteit die erg aanslaat bij het publiek. Maar Nederland wordt te klein voor de twee en het lukt ze om een theatertour door de VS te boeken. Op 28 november 1911 vertrekken ze en op 6 december bereiken ze New York.
De tournee is georganiseerd door impresario Martin Beck. Chrétienni, zijn vrouw Frederika en Louisette reizen heel Amerika door, waarbij telkens opnamen moeten worden gemaakt van het theater waar The two Hollanders zullen optreden. De film begint weer in Volendam en na een achtervolging eindigt die in het theater waar gespeeld wordt. Ook in Amerika zijn de successen groot. Ze spelen voor uitverkochte zalen en de recensies zijn lovend. Dan slaat het noodlot toe. Ongeveer halverwege de tournee, in de stad Spokane, wordt Frederika ziek. Beck sommeert Chrétienni om de tour voort te zetten, maar Chrétienni kiest ervoor om bij zijn vrouw te blijven die na een paar weken overlijdt.
Haagman
Ondanks alles houden de artiesten aardig wat geld over aan de tournee, maar de contractbreuk zorgt natuurlijk voor problemen met Beck. Het loopt met een sisser af. Intussen breekt de Eerste Wereldoorlog uit als ze zijn teruggekeerd in Europa. Op een gegeven moment breekt Louisa met Chrétienni die zijn beste tijd gehad heeft en gaat samenwerken met de Joodse Nederlander Armand Haagman, een componist van populaire muziek op wie ze ook verliefd was. Louisette vernieuwt haar repertoire en oogst weer successen in de jaren twintig en dertig. Dan volgt de crisis in de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Haagman wordt opgepakt en verdwijnt via Westerbork naar Auschwitz waar hij wordt vergast.
Na de oorlog komt Louisette niet meer aan de bak. Ze verarmt, gelooft in complotten die andere artiesten tegen haar smeden en uiteindelijk krijgt dementie vat op haar. Vervuild en dementerend wordt ze in 1962 opgenomen in Noodziekenhuis Zeeburg. De laatste jaren van haar leven brengt ze door in een verzorgingstehuis in Laren. De stralende ster is gedoofd.
Opzet en conclusie
Dit boek is geen gewone biografie over Louisa Augusta van Gijtenbeek (1882 – 1965). Van Zuijlen houdt er een bijzondere manier van schrijven op na, waardoor dit boek kan worden onderverdeeld in drie verschillende delen die elkaar afwisselen. Allereerst volgen we de schrijver op de voet tijdens zijn zoektocht door de archieven die het leven van Louisette moet bloot leggen.
Ten tweede treedt de schrijver in het hoofd en het lijf van Louisette door haar gevoelens en ervaringen te beschrijven in situaties die hij verzint. Van Zuijlen beschrijft de bijeenkomst waarbij wordt onderhandeld over haar eerste contract. Waarbij haar moeder Paula, Louisa, Chrétienni en zijn vrouw Frederika aanwezig zijn.
“Louisa zag haar moeder hoopvol kijken. Thuis hadden moeder en dochter de situatie besproken. De vragen aan het echtpaar hadden ze goed voorbereid.”
Ten derde is er de ‘normale’ beschrijving zoals je die doorgaans in biografieën vindt, dus een weerslag van de feiten die boven water zijn gehaald.
Deze werkwijze maakt het boek wel levendig, maar de verzonnen scènes zijn niet echt nodig. Toch boeiend om te lezen.
Meer Biografie & Autobiografie
Boek bestellen!