Dickens taferelen in een luguber liefdesverhaal

De Poppenfabriek – Elizabeth Macneal – Vertaling: Erica Feberwee – The House of Books – 400 blz.

Elizabeth Macneal komt uit Schotland en studeerde Engelse letterkunde. In 2017 begon ze aan een master Creative Writing. De Poppenfabriek is haar debuutroman en werd aan 28 landen verkocht. Ze kreeg er de Caledonia Novel Award voor.

De zussen Iris en Rose werken in een poppenfabriek in Londen halverwege de negentiende eeuw. Onder erbarmelijke omstandigheden doen ze de hele dag niets anders dan poppengezichtjes beschilderen en kleertjes naaien. Iris wil dolgraag kunstschilder worden, maar dat vooruitzicht kan ze eigenlijk wel vergeten. Rose is getroffen door de pokken en is voor het leven verminkt en haar verloofde heeft haar in de steek gelaten. Voor haar is er ook geen beter leven meer in zicht.

Ten tijde van de bouw van het Crystal Palace in Hyde Park in London, dit vanwege de Wereldtentoonstelling in 1851, ontmoet de flamboyante kunstschilder Louis de mooie Iris en hij vraagt of ze model wil zitten voor hem. In die tijd was dat vergelijkbaar met prostitutie, dus nadat Iris heeft toegezegd wordt ze door haar familie verstoten. Ook Rose wil niks meer met haar te maken hebben. Van Louis krijgt Iris les in het schilderen en er komt een droom voor haar uit.
Silas is een taxidermist. Hij zet dode dieren op en verkoopt deze aan onder andere de kunstschilders, die ze gebruiken als model voor hun schilderijen. Via het straatschoffie Albie, die voor zowel Iris als Silas klusjes doet, leert hij Iris kennen en hij raakt geobsedeerd door haar. Hij doet er alles aan om haar voor zich te winnen, maar Iris ziet hem niet staan. Zij heeft alleen oog voor Louis. Wat volgt is een macaber spel van Silas om Iris in zijn macht te krijgen.

In het begin denk je nog dat Silas een sympathieke man is, die een slechte jeugd heeft gehad en hard werkt om rond te komen. De kunstschilders die hij van opgezette dieren voorziet zijn irritante, bekakte schreeuwers, die alleen maar de hele dag drinken en mensen als Silas voor schut zetten. Ze noemen hem Het Kadaver. Maar gaandeweg het verhaal zie je de ommekeer. Louis en zijn vrienden blijken aardige kerels en Silas is een vreemd, obscuur, stinkend mannetje met een lugubere afwijking. Leuk om zo op het verkeerde been gezet te worden.

Louis en zijn vrienden Millais en Hunt zijn aangesloten bij de PRB: de Pre-Raphaelite Brotherhood. Zij willen niet langer schilderen volgens de regels van de Royal Acadamy of Arts. Ze streven eenvoudige composities en een nauwkeurige, realistische werkwijze na, zoals in de tijd vóór Rafaël. Louis en Iris zijn verzonnen karakters van de auteur, maar Hunt en Millais zijn bestaande kunstschilders uit de negentiende eeuw, die samen in de PRB zaten. Het model dat Louis gebruikte voordat hij Iris leerde kennen heeft ook werkelijk geleefd: Lizzie Siddall.
De reden dat Macneal dit allemaal in haar boek heeft opgenomen, is omdat ze als kind onder de indruk was van een schilderij van Millais, The Story of Ophelia. In De poppenfabriek komt alles dan ook heel goed en realistisch over, Macneal heeft zich er duidelijk goed in verdiept. Ook de diverse schildertechnieken- en materialen worden uitermate accuraat uitgelegd.

De tijdsgeest en de sfeer in het Victoriaanse tijdperk komen goed naar voren. Veel armoe en ellende vallen ons ten deel en het is maar net in welke familie je toen geboren werd. Albie – een Dickensiaanse Oliver Twist- moet het doen zonder gebit en woont met zijn zus in een huurkazerne (een soort armoedzaaiers bordeel, waar Albies zus prostitueert om geld te verdienen), Iris en Rose hebben een dak boven hun hoofd, maar moeten keihard werken onder slechte omstandigheden en Louis heeft het goed voor elkaar met een mooi huis en bediendes. Door deze mooi ingekleurde karakters komt het verschil in stand extra goed naar voren en waan je je het hele boek door in de negentiende eeuw. Wel worden er veel woorden gebruikt die ik niet zo snel herken, zoals fideel, daguerreotypie, billet-doux, staketsel, vitriool en ponjaard. Het zijn woorden die in de negentiende eeuw voorkwamen vermoed ik, maar ik ben er niet over uit of de vertaalster dit zo heeft bedacht, of dat de auteur soortgelijke woorden ook gebruikte in het originele Engels.

De poppenfabriek is niet alleen een donker verhaal over obsessies, vrouwenonderdrukking en standenverschillen, het is ook een liefdesverhaal. Louis en Iris draaien om elkaar heen, maar Louis blijkt een vrouw en een zoon te hebben, ook al leven ze niet meer bij elkaar. Een gecompliceerde situatie dus, want in de negentiende eeuw was het echt ondenkbaar dat Iris en Louis een verhouding zouden krijgen. Silas is de jaloerse derde, hij wil niets liever dan de liefde van Iris winnen. Waar in een normale liefdesgeschiedenis de geijkte paden worden gevolgd, wordt het in De poppenfabriek een luguber verhaal. Hoe ver gaat taxidermist Silas om Iris voor zich te winnen? En wat is er gebeurd met de andere vrouwen waar hij een zwak voor had, Flick en Bluebell, die plotseling zijn verdwenen? Dit alles zorgt ervoor dat er een flinke spanningsboog in het verhaal zit -ik vond de boog bijna té lang, het had van mij wel iets eerder tot een slot mogen komen- en dat je geen idee hebt welke kant het verhaal op zal gaan. Het einde is dan ook uiterst spannend.

Macneal heeft een prettige schrijfstijl. Het Victoriaanse tijdperk is goed beschreven (“Geen kinderen in vodden die schuilen voor de wind, en het verkeerslawaai is op dit uur van de dag oorverdovend, alleen al door de ijzeren rijtuigwielen die over de Strand ratelen.”), de afkeer die Iris voor Silas heeft voel je bijna zelf (“Ze krijgt geen lucht, ze kan zijn kille, klamme greep niet verdragen, maar ze dwingt zichzelf kalm te blijven. Haar zicht is vertroebeld, haar keel wordt dichtgesnoerd door de stank die hij verspreidt.”) en met alle nauwkeurige geschiedenisfeiten is De poppenfabriek een mooi, historisch, spannend liefdesverhaal geworden.

Erica Ganzevles

Boek bestellen!

Andere recensies

Jefferson, een geheim geurtje – Jean-Claude Mourlevat – Vertaling: Lies Lavrijsen – Lannoo – 256 blz.  Weer een heerlijk boek over Jefferson, geschreven door Jean-Claude Mourlevat, winnaar van de Astrid Lindgren Memorial Award. Het verhaal speelt zich af in een land waar de dieren...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Ach freule – Elena Beelaerts van Blokland – Pluim – 320 blz.  Elena’s oude grootmoeder moet steeds maar weer denken aan de zo maar verdwenen vader van haar moeder. “… Mijn moeder had altijd iets droevigs in haar ogen,’ zegt ze. ‘Ze was wees....
Lees verder Categorie: Boek van de week, Familiegeschiedenis, Mens & Maatschappij, Non-fictie
| Reageer!
Zie de zon schijnt –  Mohana van den Kroonenberg – Illustraties: Jeske Engels – De Vier Windstreken – 32 blz. Er zijn al heel veel prentenboeken over Sinterklaas verschenen, maar zo’n leuke als dit boek heb ik nog nooit in mijn handen gehad. Ik...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!