Dromen zijn bedrog, of toch niet?
De kamer waar alle verhalen beginnen – Wouter Godijn – Atlas Contact – 324 blz.
De dichter/schrijver Wouter Godijn (1955) heeft een nieuwe roman gepubliceerd, zijn zesde. Ook zijn debuut betrof een roman ,Witte tongen uit 1997. Daarnaast liet hij negen bundels met gedichten verschijnen, met als laatste Niets is iets (2018). Voor de dichtbundel Hoe H.H. de wereld redde ontving hij de Jan Campertprijs en met de roman Hoe ik een beroemde Nederlander werd haalde hij de shortlist van de AKO-literatuurprijs.
Als de nacht komt aangeslopen,
de duisternis het licht overwint,
kijk je als door diascopen,
naar iets dat je niet vindt.
Dromen met rancune
over het verleden
vullen de bühne
en maken het heden.
Maar een droom in je droom…
Toen je wakker werd,
was als door een fantoom
de weg naar de realiteit versperd.
(Juan Grafiano)
Als rechtgeaarde liefhebber van science fiction, fantasy en thrillers, veer je op als je leest dat de hoofdpersoon van dit boek een redacteur van precies deze genres is. Lange tijd waren ze een stiefkindje in de boekenwereld. Nu laat een non-genre schrijver zien dat dit volkomen onterecht is. (Heeft hij gelezen hoe Anna Enquist een thrillereinde aan haar boek Kwartet heeft gemaakt?) Voor de redacteur en “het plebs” heeft de traditionele literatuur (en wat is dat eigenlijk?) het langzamerhand wel gehad. Hij neemt daarbij o.a. Harry Mulisch op de korrel.
Toch blijkt die literatuur niet geheel verdwenen, maar moet met de voornoemde genres worden vermengd. Game of Thrones bijvoorbeeld is zeer populair en wordt al met klassieken vergeleken. Dus kan de literatuur daar best worden ‘ingeschoven’. De auteur weeft daarom literatuur in de drie achtereenvolgende dromen van de redacteur, de eerste in de fantasystijl, de tweede in de thrillerstijl en de derde in de stijl van een science fiction verhaal. Hij toont aan ermee te willen amuseren!
Maar toch… Godijn zoekt de randjes van de realiteit op (en gaat er soms flink overheen). Je zou namelijk denken dat de redacteur zelf de dromen vertelt. Nee, een onbepaald figuur vertelt de dromen aan de redacteur, die ze weer becommentarieerd. Dat is droom binnen droom. Nieuw is dit niet, zoals blijkt uit het bovenstaande gedicht uit de zestiger jaren van de vorige eeuw. Dat het niet de redacteur zelf is die vertelt, blijkt uit de fragmenten waarin hij dat commentaar op de droom geeft.
Wat voor een figuur is deze redacteur eigenlijk? In het openingshoofdstuk wordt hij beschreven als een ietwat zwaarlijvige zestiger (63) met een buikje en borstjes als een Boeddhabeeld. Hij vindt zichzelf erg oud en is eigenlijk het leven zat. Hij is zich aan het uitkleden, een beeld dat niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk moet worden opgevat. Hij had een moeilijke, traumatische jeugd. Zijn vader is op veel te jonge leeftijd overleden. Zijn moeder leed aan depressie en heeft zichzelf opgehangen. Hij vond haar. Hij houdt zielsveel van zijn zus, waarmee hij aan het randje van een incestueuze verhouding komt. In zijn dromen blijft hij haar zoeken. Of hij haar ook vindt en daarna kan loslaten… In dit soort beschrijvingen neigt Godijn naar de oude Kathaarse opvatting (het antinatalisme) dat uit voortplanting uitsluitend kwaad kan voortkomen.
In veel opzichten is de fantasydroom schatplichtig aan Tolkiens In de ban van de ring en George R.R. Martin’s Game of Thrones. De personages trekken door schimmige gebieden. Ze plunderen erop los en kijken bij terugkeer verbaasd naar de puinhoop die eens hun eigen dorp was. Koekje van eigen deeg! Ook voert Godijn diverse angstaanjagende creaturen in. Hij speelt meesterlijk met de grens tussen werkelijkheid en fantasie om uit te monden dramatische slot.
De thrillerdroom volgt keurig de weg van de hardboiled verhalen van een vijftig jaar geleden. Wat waren de voorbeelden van Godijn? In Nederland misschien Joop van den Broek, Peter Andriesse en Van der Voort of spiegelt hij zich aan de VS zoals Nick Carter, Leslie Charteris of Edgar Wallace? In deze droom past ook uitstekend de verdwijning (echt of niet?) van zijn zus. Ook hier die spanning tussen realiteit en fictie, het verhaal en het commentaar dat de redacteur geeft als de detective zijn mooie cliënte met de lange benen heeft beschreven: “ … fuck, deze zin dreigt net zo lang te worden als die benen”.
De science fiction-droom verplaatst de personages naar de toekomst. Er heeft zich een ramp over de aarde voltrokken: van de miljarden zijn er nog slechts twee miljoen mensen overgebleven. Geen nieuw thema in dit genre, maar het past wel in de gedachtewereld van Godijn. Hij zal ook hier vast wel hebben gekeken naar klassiekers als John Brunner’s The Sheep Look Up of Larry Niven’s Lucifer’s Hammer. Er heerst chaos, er wordt strijd geleverd door diverse facties en onheilsprofeten vinden voor hun verhaal een gewillige voedingsbodem. En wat is er toch met de zus van de redacteur gebeurd. Is ze echt weg? Hij gaat in ieder geval wanhopig naar haar op zoek.
Het eerste dat gezegd moet worden is dat de onconventionele literator Godijn zich prima weet te weren in de drie genoemde pulpgenres. Maar dat bewijzen was niet zijn doel! Hij weeft de ‘reële” wereld van de redacteur in de fictie om tot een beter begrip te komen. Hij zoekt een aanknopingspunt in de onthechting en chaos. Waar vinden we enig houvast, of is dat er misschien niet? Echte antwoorden geeft de auteur niet, maar de hoeveelheid zaad die hij strooit in je brein, zorgt ervoor dat je goed moet gaan nadenken en dat zeker niet alleen tijdens, maar vooral na het boek gelezen te hebben. Godijn maakt geloofwaardig wat ongeloofwaardig is!
Het lezen wordt bijzonder aangenaam gemaakt door de stijl van Godijn, geheel in overeenstemming met de inhoud. Hij vertelt ernstige zaken op een nogal vrolijke manier. Ook maakt hij gebruik van vindingrijke stijlfiguren als zelfcorrectie (… ik vond het wel een goed boek…, Oh nee, was geen boek – droom”), antithese en oxymorons (“zoete pijn”). Advies: boek uit … lees nog eens wat terug!
Kees de Kievid
Boek bestellen!