Een menselijk genie
Leonardo en het Laatste Avondmaal – Ross King – Vertaling: Arthur de Smet – De Bezige Bij – 352 blz.
In het begin van de jaren negentig van de vijftiende eeuw wensten de dominicanen van het klooster Santa Maria delle Grazie in Milaan een muur van hun refter te beschilderen met een fresco van het Laatste Avondmaal. Ze kozen voor deze opdracht een kunstenaar die totaal geen ervaring had met de frescotechniek en die bovendien de slechte reputatie had om heel wat kunstwerken niet af te werken. Zijn naam: Leonardo da Vinci.
Gelukkig voor de religieuzen zal Leonardo da Vinci in de kloosterrefter een van zijn meesterwerken realiseren. Niet dat het werk van een leien dakje liep. De creatie van het kunstwerk sleepte liefst drie jaar aan. De natte frescotechniek werd algauw door Da Vinci verlaten. Deze techniek vereiste immers een te snelle werkwijze. Da Vinci ontwikkelde zijn eigen methode waarbij hij op een droge, witte muur kon schilderen en bovendien de kleurlagen één voor één kon aanbrengen.
Een slechte keuze bleek algauw: de verf raakte al vlug los van de muur en een eerste restauratie drong zich al heel snel op. Maar dit puur technische aspect is maar een klein gedeelte uit de kleurrijke caleidoscoop die Ross King brengt over de verschillende fascinerende facetten van het werk. Neem nu bijvoorbeeld het tijdstip tijdens het Laatste Avondmaal dat is weergegeven. Dit was nog nooit eerder geschilderd. Leonardo koos voor het moment dat Jezus bekend maakt dat iemand van zijn leerlingen hem zal verraden. De gevoelens van vertwijfeling en ongeloof bij de apostelen spatten dan ook van de muur af. Da Vinci besteedde heel wat aandacht aan het weergeven van hun gelaatstuitdrukkingen en handengebaren.
De Canadese auteur Ross King grijpt doorheen het boek constant de aandacht om diverse kunsthistorische aspecten van het werk uitgebreid te beschrijven alsook het levensverhaal van da Vinci zelf. Bovendien situeert hij alles in de politieke context van het Italië van toen. Concreet gaat het dan vooral over de toenmalige hertog van Milaan, Ludovico Sforza die tevens de mecenas was van de kunstenaar. Dankzij dit boek krijg je een objectief beeld van de mens Leonardo da Vinci. In veel boeken wordt de man voorgesteld als een mysterieus, bijna bovenaards genie. King beschrijft da Vinci als een menselijk genie. Hij had leerlingen en ging de straat op om schetsen te maken van mensen. Hij hield van humor. Hij was vegetariër. Een vrouw heeft hij nooit gekend, zijn belangstelling ging meer uit naar de mannen.
Da Vinci was bezig met wiskundige problemen, vliegtuigen en sneed lijken en kadavers van dieren open. Hij was melancholisch en vervulde de routineklussen die zijn opdrachtgevers hem gaven dikwijls met grote tegenzin. Zijn droom was eigenlijk om (militair) ingenieur te worden en grootse werken tot stand te brengen zoals een immens ruiterstandbeeld voor Ludovico Sforza, waterbeheersingswerken en belegeringswerktuigen (alhoewel hij tegen de verschrikkingen van de oorlog was). Dat hij uiteindelijk in onze tijd wereldberoemd is door een klein portret van een zekere Lisa, de jonge vrouw van de stoffenhandelaar Francesco del Giocondo, zou da Vinci gewoon onbegrijpelijk vinden.
De auteur besteedt ook aandacht aan hetgeen in de Da Vinci code van Dan Brown wordt beweerd over het schilderij. Zo ziet Johannes er vrouwelijk uit maar volgens King mag niet onmiddellijk worden geconcludeerd dat da Vinci Maria Magdalena afbeeldde. De kunstenaar hield er namelijk van om duidelijke aanwijzingen over het geslacht van een afgebeeld persoon weg te laten zoals ook blijkt uit ander werk. Bovendien tonen de aantekeningen van da Vinci duidelijk aan dat hij effectief Johannes afbeeldde.
Meesterverteller Ross King is allerminst aan zijn proefstuk toe. Eerder publiceerde hij al gelijkaardige werken over het impressionisme (De omwenteling van Parijs), over Michelangelo en de Sixtijnse kapel (De hemel van de paus) en over de koepel van de dom van Firenze (De koepel van Brunelleschi).
Het boek bevat een middenkatern met negen kleurenfoto’s. In de tekst zelf zijn talrijke zwart-witillustraties opgenomen. Eigenaardig is dat van het kunstwerk zelf een vrij onduidelijke zwart-witfoto is opgenomen terwijl een kleurenfoto van een kopie de middenkatern siert. Achterin zijn de eindnoten weergegeven, een literatuuroverzicht en een register. Voorin vinden we nog een kaartje met de Italiaanse stadstaten terug alsook een stamboom van de families Sforza en Visconti.
Alhoewel King een sterk onderbouwd verhaal brengt, kan hij af en toe betrapt worden op een onnauwkeurigheid. Zo vermeldt hij Hubert van Eyck in de paragraaf die handelt over de olieverftechniek. Uit de paragraaf blijkt dat hij Hubert en zijn broer Jan blijkbaar als een en dezelfde persoon beschouwt. Het is Jan Van Eyck die in dienst zal treden van de Bourgondische hertog (Filips de Goede) en die door Vasari wordt vermeld. King beweert verder dat zich in Antwerpen een kopie van Het Laatste Avondmaal zou bevinden. Dit klopt ook niet helemaal. Een kopie op linnen bevindt zich in de norbertijnenabdij van Tongerlo (gelegen op een 100-tal kilometer van Antwerpen). Deze uitstekende kopie van Andrea Solario (of Solari) is trouwens te bezichtigen.
Het boek is een echte aanrader voor wie op een boeiende manier goed geïnformeerd wil worden over Leonardo da Vinci. Anderzijds biedt het werk ook een laagdrempelige kijk op de kunsthistorische aspecten van het Laatste Avondmaal en van de kunst uit die periode in het algemeen. Wie een boek gelezen heeft van Ross King, popelt gewoon van ongeduld om zijn andere werken te lezen.
Kris Muylle