Een roman met bergen en dalen
De duimsprong – Miek Zwamborn – Van Oorschot – 246 blz.
Eerst maar even over de titel. Een duimsprong is een methode om te meten hoever je van een object verwijderd bent. Bergbeklimmers gebruiken hem om in te schatten hoever ze nog van de top van een berg verwijderd zijn. Daartoe houden ze hun arm gestrekt met de duim omhoog naar de top. Met een oog kijken ze naar de duim, dan gaat het oog dicht en kijken ze met het andere oog. De duim ‘verspringt’ als het ware. Op die manier kunnen ze, via een tamelijk ingewikkelde methode berekenen wat de afstand tot de top is. In deze roman zou je de duimsprong ook figuurlijk kunnen opvatten. Hoever is de ikfiguur, een jonge vrouw, verwijderd van haar klimvriend Jens, die ze eens in de zoveel maanden treft, waarna ze samen een bergtocht gaan maken. Het boek begint met haar reis naar Zwitserland en daarna de eerste klim op de Tödi met Jens.
Zwamborn lijkt in het eerste gedeelte zoekend te zijn naar de manier waarop ze dingen onder woorden zal brengen. Dat levert soms vreemde zinsconstructies op die wat afleiden van het verhaal, omdat je af en toe een zin moet herlezen. Niet vanwege de schoonheid ervan, maar meer omdat hij vreemd aandoet.
“De eerste sneeuwvlek verscheen, vier huiverige voeten, onzeker in hun grip, maar bij elke stap gingen we meer bij het dal horen.”
Verderop in het boek komen de zinnen gelukkig minder ‘geconstrueerd’ over.
Jens verdwijnt uit het leven van de vrouw en in eerste instantie maakt ze zich daar niet veel zorgen over. Zo is Jens nu eenmaal. Hij verdwijnt en duikt weer op, maar als zijn ouders contact met haar opnemen en Jens geen reactie geeft op sms’jes, wordt ze ongerust. Tijdens die zoektocht – nou ja een reis door Europa naar plekken waar Jens ooit geweest is – komt ze op het spoor van Albert Heim, een beroemde Zwitserse geoloog. Zwamborn schrijft als het ware een kleine biografie over hem in dit boek. Dat zijn de twee lijnen in De duimsprong die nogal los van elkaar staan, waardoor het boek een gespleten indruk maakt. Het enthousiasme over Heim staat in schril contrast met de angst van de vrouw voor het feit dat Jens misschien niet meer leeft.
De duimsprong is dus een boek met twee zielen. Geen goede keus van Zwamborn. Beter had ze een biografie over Heim geschreven en daarnaast een boek over de verdwijning van Jens. Dan hadden beide onderwerpen verder uitgediept kunnen worden. Nu is het een beetje een vlees nog vis boek geworden.
Pieter Feller