Een verdwaalde zomerdag – Janneke Siebelink

Meeslepende roman in Zuid-Afrikaanse context

Eerder las ik voor Boekenbijlage.nl Soms sneeuwt het in april (2022), de debuutroman van Janneke Siebelink. Deze roman stelt de vraag aan de orde op welke manier het verleden van (voor)ouders een rol kan spelen bij de ontwikkeling van iemands identiteit. Mijn conclusie was dat deze nieuwe vertelstem in alle opzichten een aanwinst was in het literaire landschap en dat de roman naar meer smaakte.

Gelukkig is dat ‘meer’ er ook gekomen. Na December slaan we even over (2023), waarin de auteur verslag doet van haar ervaringen als vrijwilliger in een hospice, is er nu een tweede roman: Een verdwaalde zomerdag. Dit boek, geïnspireerd op het leven van de Zuid-Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker (1933-1965), gaat net als Soms sneeuwt het in april over een volwassen dochter die op zoek is naar haar wortels. De zoektocht van de 31-jarige Camille naar het leven van haar jonggestorven moeder Astrid, is een poging ‘zichzelf te redden’, aldus het persbericht. Een aankondiging die nieuwsgierig maakt.

Moeder

Jaarlijks brengt Camille in Kaapstad een bezoek aan het graf van haar moeder, die in de nacht van 18 op 19 juli 1965 een einde aan haar leven heeft gemaakt door de zee in te lopen. Ze was toen 31 jaar. Ook op 18 juli 1989 bezoekt Camille het graf. Ze realiseert zich dat ze – geboren op 1 december 1957 – bijna de leeftijd van haar moeder voorbij is. Dat besef doet haar besluiten haar moeder, over wie ze veel vragen heeft, beter te leren kennen.

Vervolgens springt het verhaal terug in de tijd en daarmee verandert ook het perspectief. Verteld wordt hoe de zwangere Cecilia haar overheersende echtgenoot Samuel verlaat en naar de boerderij van haar ouders vlucht, in het binnenland van Zuid-Afrika. Na een moeizame bevalling wordt hier op 19 september 1933 dochter Astrid geboren. Haar grootouders bieden Astrid de geborgenheid, die haar moeder, lijdend aan stemmingswisselingen, haar niet altijd kan geven.

Psychische problemen

Na het overlijden van haar opa in 1939 verhuist Astrid met haar moeder en haar oma, Ouma genoemd, naar een klein huisje aan de kust. Cecilia raakt psychisch steeds meer de weg kwijt en wordt regelmatig opgenomen. Haar vader ziet Astrid alleen op haar verjaardag. Hij is als een vreemde voor haar. Vaak is ze alleen, ook doordat ze geen vriendinnetjes heeft. Ouma is haar steun en toeverlaat. Daarnaast vindt ze in het schrijven van verhalen en gedichtjes een uitlaatklep. Het betekent veel voor haar wanneer ze tijdens een dienst van een christelijke jeugdvereniging een van haar verhalen mag voorlezen en er ook nog voor betaald krijgt.

In die periode denkt ze veel over zichzelf na. Wat maakt haar anders dan andere meisjes? Ze stelt zich voor dat ze zelf een dochter heeft. Ze zal alles anders doen dan haar moeder: ‘ze zal haar niets verbieden en haar alles geven’.

Vader

Na het overlijden van haar moeder wordt Astrid opgehaald door haar vader, die politicus en schrijver is. Ze gaat bij hem, zijn vrouw Lucy en hun tweeling in Kaapstad wonen. Een zeer ordelijk gezin, waar Astrid niet kan wennen. ‘Ma’ probeert haar veel te leren over deugdelijk huishouden en moederschap, en de broertjes pesten haar. Met haar vader zoekt ze contact, maar als ze vragen stelt, krijgt ze meestal nul op het rekest. Ze heeft ook grote moeite met zijn conservatieve politieke opvattingen en zijn negatieve houding tegenover kleurlingen. Tevens voelt ze zich miskend door hem en niet gewaardeerd. Haar eerste gepubliceerde verhalen en gedichten laat ze hem na een ruzie niet zien. Na haar eindexamen wil ze studeren, maar meer dan een opleiding tot secretaresse zit er niet in.

Zelfstandig

Als ze negentien is, gaat ze op zichzelf wonen. Ze werkt bij uitgeverijen en drukkerijen, schrijft en publiceert gedichten, eerst in een Zuid-Afrikaanstalige krant, later verschijnt een bundel. Die leidt tot een interview in een conservatieve krant die banden heeft met de Nasionale Party, waarvan ook haar vader lid is. Haar uitspraken daarin vallen slecht bij hem, wat een nog grotere verwijdering tot gevolg heeft. Toch blijkt keer op keer dat ze naar zijn erkenning hunkert. Als aan haar een belangrijke literaire prijs wordt toegekend, vraagt ze hem om mee te gaan naar de prijsuitreiking in Johannesburg. Hij weigert dat echter.

Haar schrijverschap brengt haar in contact met andere schrijvers, links georiënteerde mannen als Ewald, Jaco en Armand. Ze voelt zich thuis in deze kringen, waar ze zich niet hoeft te verdedigen wat betreft haar afkeer van de apartheidspolitiek, de pasjeswetten en de censuur. Na aandringen van haar kant volgt een huwelijk met de vijftien oudere Ewald. Zielsgelukkig is ze met Camille, de dochter die ze samen krijgen. Haar rusteloosheid, onvoorspelbare gedrag, onmatigheid en depressies ondermijnen echter het geluk evenals het gebruik van alcohol en pillen. Het huwelijk strandt net als andere relaties. Ook haar zorg voor Camille staat zwaar onder druk. Soms krabbelt ze even op, maar steeds voor korte duur. Uiteindelijk kiest ze voor de dood, een boodschap voor Camille achterlatend.

Het boek eindigt met de herinneringen van Camille. Als kind werd ze dikwijls aan de zorg van anderen overgelaten of moest zelf haar heil maar zoeken. Toen ze zestien was, begon ze drugs te gebruiken, waarna opnames in afkickcentra volgden. Daar wordt ze verliefd op haar groepsgenoot Etienne, met wie ze een dochter Maggie krijgt. Haar leven krijgt een zware dreun als Etienne om het leven komt tijdens een bergtocht. De strijd voor een veilig en stabiel leven, vooral ook voor Maggie, is er onophoudelijk. Dan wordt het december 1989 – ze is ouder dan haar moeder. Ze weet dan: ‘Ik heb het gered (…).’

Warme manier van vertellen

Net als in haar eerste roman laat Janneke Siebelink in Een verdwaalde zomerdag zien hoe goed ze zich kan inleven in haar personages. Dit feit in combinatie met haar warme manier van vertellen heeft wederom geleid tot een meeslepend verhaal, waarin de historische feiten over alle gruwelijkheden die door de jaren heen in Zuid-Afrika hebben plaatsgevonden organisch in het verhaal zijn verweven.

Janneke van der Veer

Boek bestellen!

Andere recensies

Hoe een vreselijke fobie een tiener in de greep houdt Tijdens een klassenuitje ontmoeten we Zaya die zo hard mogelijk wegrent om maar niet mee te hoeven op een zeilboot. Zaya heeft een enorme fobie voor water en wil beslist niet mee met het...
Lees verder Categorie: Jeugdboeken, Young Adult
| Reageer!
In de ban van Japan Annejet van der Zijl had nooit gedacht dat ze een boek zou schrijven over Japan. Haar interessegebied lag altijd bij Nederland en de Angelsaksische wereld. Haar belangstelling werd gewekt na een bezoek aan het legendarische huis van Frank Lloyd...
Lees verder Categorie: Biografie & Autobiografie, Boek van de week, Literatuur
| Reageer!
Hilarisch verhaal De koning zonder paard is het prentenboek van de Kinderboekenweek. Levina van Teunenbroek heeft een gouden vondst gedaan met haar boeken over de Ridder zonder billen en De koning zonder kroon. Kleuters en ouders smullen ervan. Het idee voor De koning zonder...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!