Een waarheidsgetrouw boek

Het leugenboek – Ugo Janssens – Amsterdam University Press – 202 blz.

De bedriegerij en de leugens van de mens zitten auteur Ugo Janssens zeer hoog. Dit is al tot uiting gekomen in tal van andere boeken waarin hij onder meer het misbruik en verdraaien van de geschiedenis aan de kaak stelt. In de inleiding van zijn nieuwste boek trekt hij nog eens alle registers open om algemeen en openlijk zijn ongenoegen te ventileren over bedrieglijke praktijken in zowel de profane als de religieuze wereld.

In zijn leugenboek heeft Ugo Janssens ervoor geopteerd om acht specifieke gevallen uit de geschiedenis te selecteren om bedrieglijke praktijken te illustreren en/of de puntjes duidelijk op de i te zetten over de ware toedracht van de feiten. Twee cases hebben betrekking op de Oudheid, twee gevallen dateren uit de Middeleeuwen terwijl de helft van de bijdragen te situeren is in de Nieuwste Tijd.

De verhalen zijn geïllustreerd met kleurenafbeeldingen telkens voorzien van een korte uitleg (die soms wel wat uitgebreider mocht zijn, bijvoorbeeld op blz. 168: waar vind je de afgebeelde Romeinse vrachtvaarder?). Over zijn motivatie om specifiek deze cases te selecteren is de auteur vrij kort: ‘ik maakte een selectie van een zo breed mogelijk spectrum aan onderwerpen over tijd en culturele, religieuze en politieke grenzen heen’. Vaststelling is wel dat Ugo Janssens gebruik maakt van een aantal onderwerpen die hij in het verleden al dieper heeft uitgewerkt in zowel zijn fictie- als non-fictiewerken: de positie van de vrouw door de eeuwen heen en de drie monotheïstische godsdiensten die onder meer de ondergeschikte rol van de vrouw in stand houden, de Gallische Oorlogen, de Belgische kolonie Santo Tomas de Castilla… Wie vertrouwd is met het werk van Janssens zal dus weinig nieuwe opzienbarende dingen ontdekken.

De auteur legt vooral de nadruk op de verhalen zelf en hierin geeft hij weer zijn visitekaartje af: zeer interessante onderwerpen, vlot geschreven en sterk gedocumenteerd. Dit laatste komt tot uiting in de bibliografielijst, de geconsulteerde internetadressen (evenwel zonder vermelding van de consultatiedatum) en de lijst van personen die de auteur heeft geïnterviewd of mee heeft gecorrespondeerd. Zijn nauwgezetheid komt ook tot uiting in bijvoorbeeld het feit dat hij in zijn bijdrage over de Guldensporenslag (weliswaar kort) melding maakt van Jan Heem, een belangrijk volksleider die bij Hendrik Conscience geen belangrijke plaats heeft gekregen. Volgens bepaalde Brugse historici had die man samen met Pieter De Coninck op het standbeeld op de Brugse markt moeten staan in plaats van de schimmige opportunist Jan Breydel wiens biografie volgens sommigen een samenraapsel is van drie verschillende mannen met deze naam.

Het boek is dus geen studie over de technieken die machthebbers door de eeuwen heen hebben gebruikt om te misleiden en te bedriegen. De auteur besteedt op het einde van iedere bijdrage maar enkele regels aan het misbruik zelf van bepaalde feiten. Nochtans is dat aspect dikwijls het meest interessante. De Guldensporenslag bijvoorbeeld is een mooi voorbeeld van hoe nationale staten in de negentiende eeuw de geschiedenis romantiseerden en misbruikten om het nationaliteitsgevoel van de eigen staat te versterken. Maar hoe is dit beeld tot stand gekomen en hoe is het geëvolueerd tot wat het nu is? Waarom steunde koning Leopold I Conscience eigenlijk? Was hij niet bang dat de Vlamingen zich plots bewust zouden worden van de eigen identiteit? Hoe werd de Guldensporenslag door de verschillende politieke partijen benaderd en ingepast in hun programma? Allemaal zeer interessante vragen die in feite zelf de kern van een leugenboek zouden kunnen uitmaken in plaats van het verhaal zelf. Een ander voorbeeld: hoe boeiend is het niet om de rechtvaardiging van Caesars oorlog in Gallië te vergelijken met bijvoorbeeld de ‘bellum iustum’ van de Amerikanen in Irak onder het voorwendsel van de aanwezigheid van massavernietigingswapens (lees: olie)?

Wie algemeen geïnteresseerd is in geschiedenis vindt in dit boek zeer boeiende en goed gedocumenteerde verhalen. Met de motivatie dat ‘de waarheid’ wordt gebracht onderscheidt het boek zich evenwel als geheel niet zo sterk tegenover andere geschiedkundige werken of gespecialiseerde geschiedenistijdschriften.

Kris Muylle

Andere recensies

Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Zo voelt het om een vogel te zijn – Tim Birkhead – Illustraties: Catherine Rayner – Vertaling: Steven Blaas – Lemniscaat – 48 blz. Informatieve boeken zijn bijna nooit heel geschikt om voor te lezen. Zo voelt het om een vogel te zijn is...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Non-fictie
| Reageer!