Eens oorlogsmisdadiger…
Genadeschot – Felix Weber – Meulenhoff Boekerij – 368 blz.
In boekwinkels wordt vaak veel ruimte besteed aan Scandinavische thrillers. Ook vertalingen uit het Engels (VK en VS) nemen een ruime plaats in. Ergens onderin worden de boeken geplaatst van Nederlandstalige schrijvers en overige vertalingen. Symptomatisch masochisme noem ik het! Denken we nu werkelijk dat voornamelijk buitenlandse thrillers de moeite waard zijn om te lezen en dat onze eigen auteurs en maar weinig van bakken? In een poging boeken zo objectief mogelijk te beoordelen, moet ik concluderen dat veel Nederlandse thrillers met kop en schouder boven hun uitheemse soortgenoten uitstaken. Genadeschot is er één van!
Het is een subliem voorbeeld van een faction thriller en staat zeker op een niveau van o.a. Frederick Forsyth – The Day of the Jackal (1971) en Ken Follett – The Key To Rebecca (1980) beide ook in Nederland uitgebracht. Felix Weber (pseudoniem van Gauke Andriesse) schreef eerder Tot stof (2016), waarvoor hij de Gouden Strop ontving. Het zou mij niets verbazen als dit boek er opnieuw met die prijs vandoor gaat.
We volgen in de roman Eden Lumas. Vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog assisteerde hij als jonge jongen zijn vader op de rijnaak, waarmee ze zand en grind transporteerden, meestal tussen Zwitserland en Duitsland. Zijn vader komt te overlijden en hij gaat terug naar Nederland. Daar is echter geen baan voor hem te vinden, zodat hij weer teruggaat naar Duitsland waar hij aan Autobahnen werkt. In 1941 meldt hij zich aan bij de Vijfde SS-pantserdivisie Wiking (een onderdeel voor niet-Duitsers). Hij had geen ideologische motieven naar dacht: “als zoveel andere nationaliteiten zich voor de Duitse zaak wilden inzetten, moest het wel om iets goeds gaan”. Hij had beter moeten weten, want hij was al voor de oorlog door een Zwitserse jood gewaarschuwd.
Bij Lemberg begint de ellende: het aanschouwen van verminkte lijken en het executeren van Russische gevangenen. Hij is getuige van en deelnemer aan een slachtpartij bij het ravijn. Dan krijgt hij er genoeg van en geeft daarvan blijk door te proberen een joodse vrouw met kind te redden. Hij wordt echter gesnapt door Hauptsturmführer Julius Liedtke. Die martelt hem en denkt hem gedood te hebben. Hij overleeft. Wraak nemen op Liedtke is nu zijn devies (en hoofdthema van het boek), maar dan moet hij hem eerst vinden. Uiteindelijk weet hij, na marteling van Liedtkes vrouw Erna, dat Julius de oorlog niet heeft overleefd.
Lumas gaat naar Argentinië om een nieuw leven te beginnen. Hij ontmoet de invalide schilderes Sophie Dernée, die in Eva Perron een bewonderaarster heeft. De relatie lijkt een de goede kant op te gaan, maar zou Sophie hem nog accepteren als zij wist van zijn verleden? Dat verleden duikt langzamerhand weer op en niet in positieve zin. Zit een joodse organisatie in de personen van Segev en Silverberg achter hem aan? Leeft Liedtke echt niet meer? Zoals het een thriller betaamt, is het slot verrassend. Enfin, leest u zelf maar verder.
Bijzonder knap van Weber is het zodanig vermengen van fact en fictie, dat je niet meer weet met welke van de twee je te maken hebt. Argentinië o.a. komt zeer echt over: landschappen, Buenos Aires en het feit dat het na de oorlog een soort vrijstaat voor nazi’s was. Juan Perron en zijn vrouw Eva zijn natuurlijk echt, maar ze zijn net zo tegenstrijdig als Lumas: ze hebben geen hekel aan joden, maar ze laten wel gevluchte nazi’s het land binnen. Eichmann en Bormann zijn er ook gesignaleerd, hoewel ik van die laatste twijfel of hij ooit in Argentinië is geweest.
De personen in deze thriller passen naadloos in de tijdgeest. Liedtke is een pure sadist, zoals er in die tijd helaas wel meer waren. Zijn vrouw Erna is geen haar beter. Zij vermoordt baby’s in de armen van hun moeders. Zij geeft een dode baby de borst. Ze is zo krankzinnig omdat ze zelf geen kinderen kan krijgen, die kunnen uitgroeien tot modelnazi’s. Silverberg, Segev en Zsolt zijn nazi-jagers (alleen nazi’s?) Van Lumas moet je zeggen dat de auteur hem heeft neergezet als iemand met tegengestelde neigingen. Hij is SS’er, oorlogsmisdadiger, maar heeft schuldgevoelens en probeert iets beters van zijn leven te maken, waardoor je de neiging krijgt iets van sympathie voor hem te gaan voelen. Maar, ja, eens een oorlogsmisdadiger… Dat zal je tijdens het lezen niet meer loslaten en zelfs daarna nog stof tot nadenken geven. Weber gaat het beschrijven van gruwelijkheden niet uit de weg. Daar kan ik volmondig mee instemmen, als herinnering voor de ouderen en kennisgeving en waarschuwing voor de jongeren. “Dat nooit weer!”
Uit het nawoord blijkt dat de auteur grondig onderzoek heeft gedaan. Het is daarom niet verwonderlijk dat hij het dagelijkse leven van vlak voor en na de oorlog, zowel in Europa als in Argentinië zo treffend heeft weten neer te zetten. Daarbij komt dat hij een zeer soepele schrijfstijl hanteert, die je als het ware in het verhaal doet belanden. Ik vraag me alleen af waarom de auteur voor de naam Eden Lumas heeft gekozen en niet voor een duidelijker echt Nederlandse naam om nog sterker te benadrukken dat hij een vaderlander was in dienst van een vijandig leger. Ook heb ik niet goed hoogte kunnen krijgen van de hoofdstukindeling. Veel korte, genummerde hoofdstukken met soms daarbinnen flash backs. We moeten een beetje puzzelen, maar misschien is dat nu juist de bedoeling van Felix Weber geweest.
Kees de Kievid