Fascinerend ontstaan van de Europese cultuur
Europeanen ā Orlando Figes ā Vertaling: Toon Dohmen ā Nieuw Amsterdam ā 623 blz.
Op 13 februari 2017 verscheen een bijzonder bericht op twitter: Orlando Figes zegt de Duitse nationaliteit te hebben aangenomen omdat āI don’t want to be a Brexit Britā. Zijn familie vluchtte zevenenzeventig jaar geleden vanuit nazi-Duitsland naar Engeland, waar hij nu hoogleraar geschiedenis aan het Birkbeck College te Londen is. Hij heeft aan aantal prijswinnende werken over de Russische geschiedenis geschreven, maar verbreedt nu zijn gezichtspunt tot heel Europa in de tweede helft van de negentiende eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog.
āMijn streven is Europa te benaderen als een plek voor grensoverschrijdende cultuuroverdracht, vertaling en uitwisseling, waardoor een āEuropese cultuurā in het leven werd geroepen ā een internationale synthese van kunstvormen, ideeĆ«n en stijlen ā die Europa onderscheidde van de rest van de wereldā, zegt de auteur in zijn inleiding. Dan begint hij zijn betoog met een citaat van Heinrich Heine uit 1843: āDe spoorwegen rekenen af met de ruimte, en daarmee rest ons enkel nog de tijd. ā¦de golven van de Noordzee klotsen bij mij voor de deurā. Hiermee zijn we direct beland bij een belangrijk thema van zijn boek: de internationalisering. De verre buitenlanden zijn nu in korte tijd te bereiken. Dat hieruit ook andere omwentelingen voortvloeien, legt Figes later haarfijn uit.
Op de tijdslijn van het boek beginnen we op 3 november 1843. In Sint-Petersburg treedt de beroemde Spaanse zangeres Pauline ViardotĀ op. De geniale Russische schrijver Ivan Toergenjev is Ć©Ć©n van de bezoekers aan de uitvoering van Rossiniās Barbier van Sevilla. Hij raakt volledig in de ban van haar en zal dat zijn hele leven blijven. Pauline is echter getrouwd met de Franse zakenman/kunstkenner Louis Viardot. Toch ontstaat er een relatie. Er is zelfs een periode dat Toergenjev bij de Viardotās inwoont. Een āmenage a troisā, die wordt getolereerd door Louis, die ook oogluikend andere avontuurtjes van Pauline voor lief neemt.
Het laten optreden van deze drie protagonisten ā het zijn bijna drie biografieĆ«n, wat duidelijker wordt in de ondertitel van de Engelse editie Three Lives and the Making of a Cosmopolitan Culture ā is een sublieme vondst van Figes. Door hun werk in literatuur, muziek en kunst ontmoeten zij door heel Europa veel personen die op hun terrein grote invloed hadden. Om er een paar te noemen: George Sand, Henry James, Emile Zola, Gustave Flaubert, Charles Dickens, Alfred Tennyson (literatuur), Hector Berlioz, Richard Wagner, Camille Saint-SaĆ«ns, FrĆ©dĆ©ric Chopin, Gioachino Rossini, Franz Liszt, Charles Gounod (muziek). Met de laatste raakten de Viardotās ernstig getroebleerd. Al deze ontmoetingen en de gesprekken die zij voerden getuigen van alweer een sterke toename van het verdwijnen van culturele grenzen. Figes spreekt niet alleen zelf, maar laat ook zijn protagonisten de veranderende tijdgeest naar voren brengen. Het komt de leesbaarheid van zijn werk ruim ten goede.
Terug naar de spoorwegen. Niet alleen personen konden sneller reizen, ook werd het mogelijk binnen de kortste keren literaire werken, muziekpartituren, kranten en tijdschriften in andere landen te distribueren. Stationskiosken groeiden als paddenstoelen uit de grond en in de trein konden de reizigers naar hartenlust lezen. De toeristische industrie kwam van de grond, het reizen voor je plezier. Dat leidde tot behoefte aan reisorganisaties (oprichting Thomas Cook) en reisgidsen (de eerste Baedekerās). De technische verbeteringen in de grafische industrie hebben daartoe ook hun steentje bijgedragen. De auteur vergast ons met uitstekende beschrijvingen van de geschiedenis op het gebied van de muziek (speciaal de opera), de literatuur en het toneel. Al deze terreinen profiteerden optimaal. Men kan zich afvragen of andere domeinen, zoals politiek en religie minder aan de desbetreffende invloeden onderhevig zijn geweest. Figes laat dat in zijn betoog grotendeels onbesproken.
Wel benadrukt hij het verschijnsel van de verburgerlijking. Niet meer de elite alleen leest, bezoekt voorstellingen en discussieert, maar de āgewoneā burger doet nu een aanmerkelijke duit in het zakje. Vroeger werden alleen beroemdheden geportretteerd, nu willen velen een familieportret aan de muur hebben hangen. Ook de vrouw krijgt een steeds grotere rol te spelen. Men āontdekteā dat ook vrouwen virtuoos op de piano konden spelen; denk aan Clara Schumann. – Overigens vergeet de schrijver dat er al lager vrouwelijke virtuozen op de klavecimbel bekend waren. – Men keek er niet meer van op dat vrouwen in hun eentje reizen ondernamen. De klaviermuziek veranderde overigens ook door de opkomst van de veel goedkopere pianoforte, waardoor gezinnen zelf zoān instrument in huis konden halen.
Het werd een periode waarin er nieuwe platforms voor muziek, literatuur en beeldende kunst ontstonden, die allemaal onderlinge, over Europa verspreide contacten hadden. Platforms waar niet meer uitsluitend de elite het voor het zeggen had, maar er naar alle kenners werd geluisterd en erover werd geschreven in de nieuwe media. Het werd een tijd waarin de leuze van de Franse revolutie uiteindelijk waarheid werd: vrijheid, gelijkheid en broederschap!
Kleine missertjes worden de auteur vergeven. Maar wie Het Adelsnest van Toergenjev heeft gelezen zal zich niet zo goed bij Figesā interpretatie van Lavretsky kunnen aansluiten. Dat hij geen musicoloog is blijkt wel uit zijn idee dat zigeunermuziek de oorsprong vormt van de Hongaarse volksmuziek. Ook zijn reden waaraan hij het gebrek aan waardering voor Emile Zola in het VK wijt is nogal discutabel. Dit wordt ruimschoots goedgemaakt voor de vele interessante inkijkjes in het sociale en culturele leven in het Europa van de negentiende eeuw, waaraan helaas de eerste wereldbrand een einde aan maakte. Maar misschien zijn zelfs het liefdesverhaal en de eruit voortkomende conflicten een nog aantrekkelijker onderdeel van De Europeanen.
Alle facetten van dit fascinerende boek beschrijven is onmogelijk, het zijn er talloze, maar met heel veel verve neergepend en voorzien van een katern boeiende fotoās. Maak gebruik van het nauwkeurig opgezette Register, de Bronnen en Noten om datgene te vinden wat je zoekt. Lees het boek hoofdstuk voor hoofdstuk en laat je verrassen door parallellen te bedenken met onze tijd (denk aan het beschreven isolement van Groot-BrittanniĆ«), iets dat de schrijver terecht aan de lezer overlaat.
Kees de Kievid
Boek bestellen!
I did not read Donald Rayfields review. There are several female Harpsichordist as Francesca Lebrun (1756 ā 1791) and Maria Teresa Agnesi (1720 – 1795) . Beside that, more females played the ‘klavecimbel’. Our famous painter Johannes Vermeer (1632ā1675) made at least two portrets of these woman.
It is true, gypsymusic had influence on the Hungarian folkmusic but was not the origin. I visited three folkmusicfestivals in Hungaria with explanation, as I was told. So origin of largely derived is two bridges to far for me.
It is only a coincidence that my MINOR critisism have simularity with those of other reviewers.
I will congratulate you with your fabulous work.
Thank you for your kind review. However, I noticed that your minor criticisms are all taken from Donald Rayfield’s review of the book in The Literary Review. It is better for a reviewer to make his OWN mind up rather than to parrot other people’s criticisms (which in this case are very minor and debatable) to make himself appear more in formed than he actually is! Name me please a female virtuoso Harpsichordist before the nineteenth century? And what are your grounds for rejecting the well-established theory that Hungarian folk music is derived largely from Gyspy traditions?