Feestend de oorlog door

 De aardappelcentrale – Atte Jongstra – Arbeiderspers – 263 blz.

Op een dag gaat een schrijver naar een Amsterdams bejaardentehuis. Hij heeft een afspraak met ene Bep die hem meer kan vertellen over de kunstenaar waar de schrijver een biografie over zal gaan schrijven. Hij heeft pech, want de dame in kwestie is zojuist naar het ziekenhuis gebracht. Als hij onverrichterzake naar huis wil gaan, wordt hij aangesproken door een oude man, Chris Holtser.
“’Het is niks,’ hoorde ik plotseling vlak naast me. ‘En het wordt ook niks. Vindt u niet?’
Ik had hem niet aan zien komen, een hoogbejaarde man moeizaam leunend op zijn rollator.
‘Och, meneer…’ zei ik. ‘Zo erg is het toch niet?’
‘Misschien moet het voor u dan nog komen. Maar voor mij is het één grote zeikboel. Altijd maar pissen. Ik sta de hele dag met dat ding in mijn hand.’”

In plaats van Bep raakt de schrijver aan de praat met de heer Holtser die hem meeneemt naar zijn kamer. Daar begint hij te vertellen over de Tweede Wereldoorlog. Holtser geeft de schrijver een stapel papieren, vergezeld van een lijstje met intrigerende onderwerpen. Het blijken de hoofdstuktitels van zijn oorlogsdagboek te zijn.
Thuis gaat de schrijver het dagboek lezen en komt tot de conclusie dat het heel geschikt is om tot een roman te verwerken en hij zet zich daaraan.
Chris Holtser is voor de oorlog op de academie opgeleid tot beeldhouwer en gaat, om te ontsnappen aan de Arbeitseinsatz, werken als archivaris. Hij gaat de politieke geschiedenis van standbeelden onderzoeken op een instituut dat geleid wordt door een NSB’er, Dieters, die nogal gecharmeerd is van Holtser en hem zelfs thuis uitnodigt voor een etentje.

Holtser is lid van een groep kunstenaars die vaak samenkomt in het huis van zijn studiegenoot Bonaventura aan de Zomerdijkstraat. Mensen die regelmatig aanwippen zijn: Joost Delaere, Jan Junius, Anton Polman en Jacques van Meegeren (de zoon van Han van Meegeren) De groep heeft nog geen naam, maar dan komt ineens de naam “De aardappelcentrale” op de proppen, omdat de aardappel veel opduikt in geschriften en op schilderijen. Bovendien is het een goed en goedkoop levensmiddel dat steeds schaarser wordt als de hongerwinter nadert. Chris Holtser gaat, als ode aan de aardappel, er een standbeeld van maken. Niet van steen, want dat was ondoenlijk, maar van gaas en papiermaché.
Op het adres komen ook vrouwen, die zijn er echter voornamelijk voor het vermaak, zoals Bep (ja, dezelfde Bep als aan het begin van het verhaal), die gek is op seks. Miek is een uitzondering, zij vindt dat de groep wat aan verzet tegen de Duitsers moet doen. De groep heeft daar helemaal geen zin in. De kunstenaars houden zich het liefst afzijdig en vervolgen al zuipend, neukend en feestend hun leven.

Chris Holtser heeft pech als een onbekende een bordje bij zijn beeld van de aardappel plaatst, “Weg met de Pieper Adolf” staat erop. Er volgt een onderzoek door de SD en Holtser wordt het te heet onder de voeten. Hij vlucht naar het bevrijde zuiden en sluit zich aan bij een groep Amerikanen, The Monuments Men, die de schade aan kerken en oude gebouwen aan het opnemen zijn. Via allerlei omzwervingen belandt hij uiteindelijk in het Duitse Offenburg waar het standbeeld moet staan van de brenger van de aardappel naar Europa, Francis Drake. Door de Duitsers Franz Dreck genoemd. Hij gaat het standbeeld bekijken, maar helaas is het vernield. Hij maakt een lelijke smak als hij van de sokkel glijdt waar hij even op heeft plaatsgenomen. De overwonnen Duitsers brengen de gewonde Holtser naar het huis van ene Magda, die hem liefdevol verzorgt tot hij weer beter is.

De aardappelcentrale is een vermakelijk boek. Atte Jongstra heeft de sfeer van de oorlog goed in woorden weten te vangen. Natuurlijk zijn er wel wat kleine minpunten. Het komt wat geforceerd over dat overal de aardappel opduikt in woord en beeld. De Duitse vrouw Magda is door een groep Noord-Afrikanen gruwelijk verkracht en dus is het wat bevreemdend dat zij van Chris afscheid neemt door met hem naar bed te gaan. Ach, dat is allemaal niet zo erg. De aardappelcentrale is een ‘mieters’ boek om in de terminologie van Jongstra te blijven. Een roman vol goed beschreven karakters en met een verrassende invalshoek. Een oorlogsboek zonder helden. Een boek dat je veel plezier kan verschaffen.

Pieter Feller

Boek bestellen!

Andere recensies

Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Zo voelt het om een vogel te zijn – Tim Birkhead – Illustraties: Catherine Rayner – Vertaling: Steven Blaas – Lemniscaat – 48 blz. Informatieve boeken zijn bijna nooit heel geschikt om voor te lezen. Zo voelt het om een vogel te zijn is...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Non-fictie
| Reageer!