Hapklare, nostalgische brokken
De lagere school – Wim Daniëls – Prometheus – 243 blz.
Via onder andere zijn Facebookpagina deed Wim Daniëls een oproep aan mensen die nog op de lagere school hebben gezeten, met de vraag om hun herinneringen te delen. Er kwam massaal respons op, respons die Daniëls in zijn boek De lagere school heeft verwerkt. De auteur hoefde het daarmee niet alleen bij zijn eigen herinneringen aan zijn lagere schooltijd te houden, maar heeft rijkelijk kunnen putten uit een gedeeld gezamenlijk verleden Er komt een keur aan herinneringen voorbij, van de straf door nonnen of meesters en juffen, tot de associatie van geuren die bepaalde voorwerpen of etenswaren uit die tijd nog steeds bij mensen oproepen. En dat zijn er nogal wat.
Wie weet zich niet meer de inktpotten te herinneren, de getekende schoolplaten, de schooltandarts, de schoolmelk in flesjes en later in driehoekige kartonnetjes, en het sparen van zilverpapier voor de missie? Over dat laatste doet Daniëls overigens een schokkende onthulling: een journalist van De Standaard vond uit dat dit zilverpapier helemaal niet gerecycled werd, zoals altijd werd aangenomen, maar dat het meer een actie was van de kerk om kinderen bewust te maken van – of zich schuldig te laten voelen over – de honger in Afrika in vergelijking met hun eigen snoepgedrag. Jeetje, hebben we daarvoor vroeger thuis zo ijverig alle melkdoppen zitten verzamelen en al die koetjesrepen weg zitten werken?
Kortom, wat een heerlijk boek. Ik werd teruggevoerd naar de tijd waarin taal en rekenen de belangrijkste vakken waren en waar ook vlijt en gedrag nog rapportcijfers opleverden. Niks wereldoriëntatie, maar ‘gewoon’ aardrijkskunde en geschiedenis, plaatsnamen en jaartallen stampen, apenkooien in de gymzaal, en in de pauze tikkertje, springtouwen, elastieken of rondjes buitelen om een klimrek. In rijtjes van twee opstellen voor de schooldeur, niet zomaar naar binnen stuiven met z’n allen. Dit alles en nog veel meer beschrijft Daniëls op zijn zo kenmerkende laconieke en lichtvoetige manier, gelardeerd met veel foto’s uit die periode.
Daniëls geeft ook informatie over de diverse onderwijssystemen die in de loop der tijd de revue zijn gepasseerd, en dat scholen in een stad vóór de dertiger jaren bijvoorbeeld een nummer hadden en alleen de rijkere scholen een naam droegen. Losjes strooit de auteur met dit soort weetjes, waardoor het boek een prettig informatief karakter krijgt zonder dat het zware kost wordt. Hoewel in verband met het ontwikkelen van fijne motoriek het schoonschrijven van mij met directe ingang weer ingevoerd zou mogen worden, en ook het niet-talige rekenonderwijs en desnoods aap, noot, mies, dacht ik tijdens het lezen wel vaak: ‘Godzijdank, dat nooit meer.’
De hapklare, nostalgische brokken die Daniëls ons met dit boek voorschotelt, zijn voor iedereen die de lagere school nog heeft meegemaakt een feest van herkenning. Een reisje naar het verleden zonder dat je daar nog lijfelijk bij aanwezig hoeft te zijn. Heerlijk.