Hoe zou het met het baffetoentje gaan?

Als iemand ooit mijn botjes vindt – Jaap Robben – De Geus – 64 blz.

Eigenlijk is het recept van Als iemand ooit mijn botjes vindt vrij simpel. Jaap Robben besloot het Nederlandse woordenboek in te duiken en op zoek te gaan naar twintig aparte, vrijwel ongebruikte woorden. Wat te denken van: tempeest, baffetoentje of ponjaard? Vervolgens verzon Robben bij ieder woord een dier. Zo ontstond er een korte bundel van twintig gedichtjes over de meest curieuze wezens. Hoewel het recept misschien simpel is, mag wat je als lezer voorgeschoteld krijgt er zeker wezen.

Robbens teksten werken regelmatig op de lachspieren, wat te denken van:
“Dit is een soort raketje / in de allerkleinste maat, / want hij kan zich slechts bewegen / wanneer hij een scheetje laat.”
De gedichten zijn eenvoudig en luchtig geschreven, maar tegelijkertijd doordacht. Regelmatig laat Robben zijn ware talent zien, met regels als:
“’Sorry en het spijt me, / ik zal het nooit meer doen. / U hebt gelijk, het was verkeerd, / ik heb er echt iets van geleerd’, / slijmen alle dieren nog. / Want zodra klabak verdwenen is, / doet iedereen het lekker toch.”
Dergelijke gedichten voeren de boventoon, al zijn er helaas ook enkele Sinterklaasachtige rijmsels, daarmee doet Robben zichzelf tekort.

Inhoudelijk zijn de gedichten sterk. Robben houdt de aandacht van de lezer er goed bij door in zijn gedichten de nodige doordenkertjes te verwerken. Als iemand ooit mijn botjes vindt kan alleen om die reden al vaker gelezen worden. Maar de voornaamste reden om dit boekje keer op keer weer open te slaan is de manier waarop Robben van twintig nietszeggende woorden twintig geweldige karakters maakt. Als kind, maar ook als ouder, zul je verknocht raken aan deze wezens, en op een enkele misschien zelfs verliefd worden.

Overigens komt een groot gedeelte van de eer ook toe aan illustrator Benjamin Leroy. Zijn tekeningen zijn vertederend en brengen de verzinsels van Robben volledig tot leven. Waar in tal van dichtbundels de illustraties slechts fungeren om de pagina’s wat kleur te geven, ben je als lezer in dit boek net zo benieuwd naar het volgende gedicht als naar de volgende tekening. Leroy tekent niet slechts wat er in de gedichten wordt verteld, hij bouwt juist verder op wat er staat en vertelt op deze manier iets extra’s.

Het resultaat is een sprookjesachtige dichtbundel, waarvan de personages je nog langere tijd zullen heugen. Hier en daar zal de voorlezer eens over een zinsconstructie struikelen, maar dat mag de pret niet drukken. Robben en Leroy brengen succesvol twintig zelfverzonnen wezens tot leven. Hoe zou het met het baffetoentje gaan?

Robert Feller

Andere recensies

Doris – Lo Cole – Vertaling: Mariella Manfré – De Vier Windstreken – 32 blz. Wat een lief prentenboek is dit. Echt een zoekboek voor peuters. Het is in heerlijke kleuren uitgevoerd en dat is vooral toepasselijk, omdat het over een olifantje gaat waar...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Hein-Anton van der Heijden – Twee koffers – Elikser – 255 blz. De titel beschouwend zijn er twee mogelijkheden. De eerste is niet zo waarschijnlijk: de hoofdpersoon en verteller Léon Huet, “schrijver van bevlogen beschouwingen en boeken over film”, erft twee koffers met erotica...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
De C is voor Celia – Heleen Blesgraaf – Moon – 240 blz. De zestienjarige Celia is de derde (dus de derde letter van het alfabet) van een gezin met 13 kinderen. Ze is close met haar oudste zus Arlette en haar broer Barto....
Lees verder Categorie: Jeugdboeken, Young Adult
| Reageer!