Houd je je aan de conventies of niet?
Rode Kornoeljes – Kerim Göçmen – Van Oorschot – 219 blz.
De vijftienjarige verteller, Caner, woont nog niet zo lang met zijn vader, die rechter is, en zijn moeder in het stadje Kolçaklar op het platteland van Turkije. Ze huren de helft van een dubbel woonhuis van de rijke huiseigenaar Kemalettin Gemici, die veel land en paarden bezit. Kerim Göçmen beschrijft het kleine stadsleven tegen de achtergrond van de eerste vrije verkiezingen in Turkije die gaan tussen de Democratische Partij en de Republikeinse Volkspartij. Die verkiezingen verlopen niet zonder slag of stoot. De zittende Republikeinse Volkspartij probeert de DP te dwarsbomen met allerlei beperkende maatregelen, maar dat lukt maar te dele, want de Democraten winnen uiteindelijk.
Caner zit bij Hasan, die slecht is in wiskunde, in de klas, en wordt min of meer door zijn moeder gedwongen om met hem om te gaan, terwijl hij daar weinig zin in heeft. Hasan heeft een spraakgebrek. Hij brauwt en consequent wordt in het boek de r vervangen door een j als hij aan het woord is. Iets wat eigenlijk nooit meer gedaan wordt in moderne boeken en ook nogal storend is bij het lezen. Dat is het enige minpuntje in deze mooie roman.
De sociale druk en controle is groot in het stadje. Cemal de oudste zoon van Kemalettin Gemici die begin twintig is, probeert zich aan die sociale controle te onttrekken. Hij gaat zijn eigen gang en wil zijn vader niet opvolgen. Caner trekt veel met hem op. Ze rijden veel paard, bezoeken een theehuis en de bioscoop.
Procureur Seyfi Kirman, een oude studievriend van de rechter en zijn veel jongere vrouw Gülbahar komen in de andere helft van het huis te wonen. Gülbahar – om haar draait dit boek grotendeels – is een schoonheid en komt uit de grote stad. Ze wijkt erg af van de kleinsteedse vrouwen en moet wennen aan hun bekrompen gewoonten. Sommigen bewonderen haar en anderen vinden haar veel te vrijgevochten. Tijdens een spel in de tuin klimt ze in de Kornoeljeboom en plukt enige rode vrucht uit de top. Het is een erg sensuele handeling en Caner wordt verliefd op haar. Gülbahar gaat een ruiterhemd voor hem naaien, want ze mag alleen paardrijden als hij, als een soort chaperonne met haar meegaat. Tijdens de nachtelijke uren denkt Caner vaak aan haar zoete adem en haar verlokkelijke borsten.
Göçmen raakt hier aan een universeel thema. Talloze puberjongens zijn verliefd geworden op hun schooljuf of hun buurvrouw en hebben heimelijk naar hun liefde verlangd. Meestal blijft de liefde platonisch en wordt de vrouw aanbeden totdat er iets gebeurt dat de verlangens wegvaagt. Göçmen beschrijft de onzekere puber Caner heel precies en met liefde. Ook zijn relatie met Hasan die naar zijn vriendschap snakt, maar die doorheeft dat Caner alleen uit beleefdheid met hem omgaat, wordt realistisch neergezet. Intussen gaat het steeds slechter met Gülbahar. Het saaie kleinestadleven en het leven met een man op wie ze nooit verliefd was, eisen hun tol. Als ze toch een manier vindt om aan haar trekken te komen, maken de vrouwen die dichtbij haar staan daar een einde aan. Maar het hoofdthema van het boek is: houd je je aan de conventies van je omgeving of niet. Zowel Cemal als Gülbahar hebben lak aan de conventies en betalen daar een prijs voor. Göçmen heeft met Rode kornoeljes een boeiende roman geschreven. Hij bewijst hiermee een gepassioneerd verteller te zijn.
One thought on “Houd je je aan de conventies of niet?”